De raad keurt de notulen goed.
Artikelen 32 en 33 van het huishoudelijk reglement van de OCMW-raad
Artikel 32. §1. - De notulen van de OCMW-raad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, alsook het gevolg dat gegeven werd aan die punten waarover de OCMW-raad geen beslissing heeft genomen.
Zij maken eveneens duidelijk melding van alle beslissingen. Behalve bij geheime stemming of bij unanimiteit, vermelden de notulen voor elk raadslid of hij/zij voor of tegen het voorstel heeft gestemd of zich onthield.
§ 2. - Het zittingsverslag wordt vervangen door een audio-opname van de openbare zitting van de OCMW-raad. Deze audio-opname wordt op de website gepubliceerd.
§ 3. - Als de OCMW-raad een aangelegenheid overeenkomstig artikel 4, §2 en artikel 5 van dit reglement in besloten vergadering behandelt, vermelden de notulen alleen de beslissingen en wordt er geen audio-opname gemaakt.
Artikel 33. §1. - De notulen van de vergadering van de OCMW-raad worden onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur opgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 277 en 278 van het decreet over het lokaal bestuur.
§ 2. - De notulen van de vorige vergadering zijn, behalve in spoedeisende gevallen, ten minste acht dagen voor de vergadering ter beschikking via het intranet.
§ 3. - Elk lid van de OCMW-raad heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de OCMW-raad worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast.
Als er geen opmerkingen worden gemaakt, worden de notulen als goedgekeurd beschouwd en worden ze door de voorzitter van de OCMW-raad en de algemeen directeur ondertekend. In het geval de OCMW-raad bij spoedeisendheid werd samengeroepen, kan de OCMW-raad beslissen om opmerkingen toe te laten op de eerstvolgende vergadering.
§ 4. - Zo dikwijls de OCMW-raad het gewenst acht, worden de notulen geheel of gedeeltelijk staande de vergadering opgemaakt en door algemeen directeur en de meerderheid van de aanwezige raadsleden ondertekend.
De notulen van de vergadering lagen acht dagen vóór de vergadering ter beschikking van de OCMW-raad.
Elk raadslid heeft het recht opmerkingen te maken omtrent de redactie van deze notulen.
Er werden geen op- of aanmerkingen geformuleerd.
Enig artikel. De raad keurt de notulen goed van de vergadering van 26 oktober 2023.
De raad neemt kennis van de nieuwe samenstelling.
Kennisname van verhindering om reden van ouderschapsverlof van raadslid Kelly Merckx en aanduiding van Helena Muyldermans als haar opvolger gedurende de periode van 16 november 2023 tot en met 21 februari 2024.
Artikel 68, §1 van het decreet lokaal bestuur
De raad voor maatschappelijk welzijn bestaat uit dezelfde leden als de gemeenteraad.
Door het onderzoek van de geloofsbrieven en de erop volgende eedaflegging van de gemeenteraadsleden, worden de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn van rechtswege als geïnstalleerd beschouwd.
Helena Muyldermans werd tijdens de gemeenteraadszitting van 30 november 2023 aangesteld als raadslid voor de duur van de verhindering van raadslid Kelly Merckx.
Zij maakt van rechtswege dan ook deel uit van de OCMW-raad.
Enig artikel. De raad neemt kennis van de aanstelling van rechtswege als OCMW-raadslid van Helena Muyldermans tijdens de verhindering omwille van ouderschapsverlof van raadslid Kelly Merckx.
De raad stelt het mandaat van de vertegenwoordiger als volgt vast: goedkeuring van de agendapunten van de bijzondere algemene vergadering van 13 december 2023.
Brief van Interleuven van 12 oktober 2023 met uitnodiging voor de algemene vergadering van 13 december 2023
Titel 3 decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
De extern verzelfstandigde agentschappen
De vertegenwoordiger werd aangeduid in zitting van 26 februari 2019 voor de duur van de legislatuur 2019-2024: Elmo Peeters, raadslid, Steenputten 18, 3080 Vossem.
Het mandaat van de vertegenwoordiger moet vastgesteld worden voor de algemene vergadering van 13 december 2023.
Enig artikel. De raad stelt het mandaat van de vertegenwoordiger als volgt vast: goedkeuring van de agendapunten van de bijzondere algemene vergadering van 13 december 2023.
Agenda
1. Samenstelling van het bureau
2. Goedkeuring verslag algemene vergadering d.d. 21 juni 2023
3. Strategie en te ontwikkelen activiteiten 2024
4. Begroting 2024
5. Vervanging leden raad van bestuur
6. Oprichting beheerscomité (ref. RvB 31.05.2023)
7. Diversen
De raad stelt het mandaat van de vertegenwoordiger als volgt vast: goedkeuring van de agendapunten van de gewone algemene vergadering van 15 december 2023.
Brief van IGO div van 31 oktober 2023
Titel 3 decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
De extern verzelfstandigde agentschappen
Volgende vertegenwoordiger werd aangeduid in zitting van 26 februari 2019 voor de duur van de legislatuur 2019-2024: Yvette Schepers, raadslid, Hippolyte Boulengerlaan 88/102, 3080 Tervuren.
Het mandaat van de vertegenwoordiger moet vastgesteld worden voor de gewone algemene vergadering van 15 december 2023.
Enig artikel. De raad stelt het mandaat van de vertegenwoordiger als volgt vast: goedkeuring van de agendapunten van de gewone algemene vergadering van 15 december 2023
Agenda
1. Verslag Algemene Vergadering 23-06-2023
2. Begroting 2023 (document 1)
3. Jaarprogramma en toelichting bij begroting 2023 (document 2)
4. Aanstelling nieuwe bestuurder cluster Huldenberg–Tervuren voor resterende periode van de legislatuur
• Greta Veeckmans ter vervanging van Danny Van Goidtsenhoven (document 3)
5. Aanstelling nieuwe deskundige voor resterende periode van de legislatuur
• Hugo Simoens ter vervanging van Tom De Winter-Pieters (document 4)
6. Varia
De raad neemt kennis van het besluit van de gouverneur.
Brief van het Agentschap Binnenlands Bestuur via het digitaal loket ontvangen op 25 oktober 2023
- Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en in het bijzonder de artikelen 260 tot en met 262 over de jaarrekening
- Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en in het bijzonder artikel 332, §1
Alle besluiten en opmerkingen van de toezichthoudende overheid worden ter kennis gebracht op de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad of van de raad voor maatschappelijk welzijn.
- Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen en in het bijzonder de artikelen 17 tot en met 26
- Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen en in het bijzonder de artikelen 2 tot en met 4
Enig artikel. De raad neemt kennis van het besluit van de gouverneur van 21 september 2023 over de goedkeuring van de jaarrekening over het financiële boekjaar 2022 van de gemeente en het OCMW van Tervuren.
De raad keurt het reglement voor fietsleasing voor de organisatie goed.
Op 1 januari 2024 start onze organisatie met een aanbod aan fietsleasing voor het personeel.
Lokale besturen kunnen sinds de goedkeuring van het besluit van de Vlaamse regering van 12 maart 2021 fietslease aanbieden aan hun medewerkers. Dit besluit regelt de mogelijkheid voor lokale besturen om hun personeelsleden vrijwillig vakantiedagen, eindejaarstoelagen en/of fietsvergoeding te laten inruilen tegen voordelen ter bevordering van fietsmobiliteit (meer bepaald fietsleasing). Het aanbieden van fietslease mag enkel gebeuren op vrijwillige basis:
Om op 1 januari 2024 van start te kunnen gaan, dienen personeelsleden uiterlijk op 15 december 2023 in te tekenen op het project. Een reglement over de fietsleasing met een omschrijving van alle modaliteiten is noodzakelijk.
Zowel het managementteam, het bijzonder overlegcomité als het college gaven een positief advies op het bijgevoegde reglement voor fietsleasing.
Artikel 1 - Algemeen
Het lokaal bestuur Tervuren biedt aan zijn personeelsleden de kans om op vrijwillige basis een leasefiets te gebruiken voor woon-werkverplaatsingen, professionele verplaatsingen en zuiver privégebruik binnen dit reglement voor fietsleasing.
Dit reglement heeft tot doel om op een duidelijke en transparante wijze het beheer en gebruik van de leasefiets door de werknemers-gebruikers te beschrijven. Het reglement bepaalt alle rechten en verplichtingen die verbonden zijn aan het gebruik en beheer van de leasefiets. Dit reglement maakt integraal deel uit van de lokale rechtspositieregeling. Door een fiets te leasen en door de ondertekening van een overeenkomst tussen de werkgever, het lokaal bestuur Tervuren, en het personeelslid, de gebruiker, stemt het personeelslid in met de inhoud van dit reglement.
Deze reglement kan indien nodig gewijzigd worden door de werkgever in functie van een aanpassing van het personeelsbeleid, een wijziging in de fiscale of sociale wetgeving of gewijzigde leasevoorwaarden.
Het personeelslid wordt op de hoogte gebracht van deze wijzigingen via de gangbare communicatiekanalen in het bestuur. De laatste geactualiseerde versie is raadpleegbaar op het intranet en bij de dienst HR.
Artikel 2 - Wie kan een fiets leasen?
Het personeelslid kan ervoor kiezen om een fiets te leasen volgens de modaliteiten beschreven in dit reglement, mits het statutair of contractueel is aangesteld voor onbepaalde duur en het de inlooptijd van 12 maanden doorlopen heeft.
Personeelsleden die uitgesloten zijn van de mogelijkheid tot leasing zijn:
● Personeelsleden die loonbeslag, loonoverdracht, collectieve schuldenregeling, beslag omwille van achterstallige alimentatie en budgetbeheer hebben.
● Personeelsleden die in hun opzegperiode zitten.
● Personeelsleden die niet onder de lokale rechtspositieregeling vallen zoals gelegenheidsmedewerkers, OCMW-cliënten die met toepassing van artikel 60 §7 van de organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 8 juli 1976 tijdelijk tewerkgesteld worden in een betrekking bij het OCMW of ter beschikking gesteld worden van een derde.
● Personeelsleden die tijdens het instapmoment langdurig afwezig zijn.
Personeelsleden die binnen een periode van 3 jaar met pensioen gaan, engageren zich bij aanvraag van de leasefiets uitdrukkelijk om de fiets op dat moment over te nemen.
Personeelsleden met een vervangingsovereenkomst van onbepaalde duur of een contract van bepaalde duur van 2 jaar, kunnen ervoor kiezen om een fiets te leasen volgens de modaliteiten beschreven in dit reglement, na afloop van hun inloopperiode van 12 maanden. Zij engageren zich bij aanvraag van de leasefiets uitdrukkelijk om de fiets bij de beëindiging van het contract over te nemen.
Artikel 3 – Partijen
1. Klant (= het lokaal bestuur; hierna genoemd de werkgever):
Voor het beheer van het fietspark heeft de werkgever een overeenkomst afgesloten met de leasemaatschappij o2o. De werkgever kan afhankelijk van de markt in deze dienstverlening, eenzijdig beslissen om van leasemaatschappij te veranderen.
2. De leasemaatschappij:
Voor het beheer van het fietspark sluit de werkgever een overeenkomst af met een leasemaatschappij, met name o2o. De werkgever kiest de leasemaatschappij. De fiets wordt gehuurd volgens de principes van operationele leasing .
In functie van de marktevoluties in deze sector kan door de werkgever met andere maatschappijen worden samengewerkt.
De leasemaatschappij blijft eigenaar van de fiets en krijgt van de werkgever de opdracht om:
- de kosten van de fietsen te beheren;
- de nodige administratie met officiële instanties en verzekeringsmaatschappijen te vervullen;
- in te staan voor de opvolging van het gebruik van de fiets door het personeelslid en dit conform het fietsleasebeleid.
De leasemaatschappij stelt op verzoek van de werkgever de fiets ter beschikking van het personeelslid.
3. Het personeelslid:
Onder personeelslid worden verstaan: alle medewerkers die voldoen aan de voorwaarden uit artikel 2.
Het personeelslid gebruikt de fiets volgens de principes vervat in deze policy. Door de bestelling van een fiets verklaart hij zich akkoord met de bepalingen van dit reglement.
In de loop van het fietscontract streeft elk van de drie partijen naar een optimale samenwerking.
Artikel 4 - Voorwaarden en modaliteiten van het aanbod
Artikel 4.1 - Aangaan van een engagement
Fietsleasing gebeurt op vrijwillige basis. Het moment van instap in het plan is telkens op 1 januari.
Het personeelslid gaat ermee akkoord dat de fietslease wordt gefinancierd met zijn eindejaarstoelage of zijn aanvullende vakantiedagen. Hij aanvaardt dit door middel van het ondertekenen van het akkoord dat opgesteld wordt aan de hand van een simulatie en aan de hand van een concreet voorstel tot betaling van de fietslease. Het personeelslid kan één keer gedurende de looptijd van de leaseperiode uitzonderlijk en mits motivering de concrete wijze van financiering wijzigen (bijv. meer eindejaarstoelage inzetten en minder vakantiedagen). Indien het personeelslid geen eindejaarstoelage en/of aanvullende vakantiedagen meer ontvangt om welke reden dan ook, zal dit impact hebben op de leasing en eventueel gepaard gaan met eigen te dragen kosten.
Een personeelslid met meerdere deeltijdse contracten bij het OCMW en de gemeente kan de verschillende contracten niet combineren. Een personeelslid met meerdere contracten binnen eenzelfde entiteit kan de budgetten van beide contracten wel samenvoegen.
Indien de kost van de leasefiets hoger is dan de mogelijkheden via omzetting van de eindejaarstoelage of de aanvullende vakantiedagen, kan het personeelslid bij de start van de fietsleasing een persoonlijke bijdrage leveren. Dit verloopt via een rechtstreekse facturatie van de leasemaatschappij aan het personeelslid. Personeelsleden die de fiets op deze manier mee bekostigen, engageren zich bij aanvraag van de leasefiets uitdrukkelijk om de fiets over te nemen op het einde van de leaseperiode.
De duurtijd van de leaseperiode wordt door de leasemaatschappij bepaald op 36 maanden. Het personeelslid gaat voor de duurtijd van de leaseperiode een bindend engagement aan van zodra hij de overeenkomst ondertekent. Gedurende de duurtijd van de leaseperiode verbindt de werkgever zich ertoe de fiets aan het personeelslid ter beschikking te stellen.
De bekendmaking van het bindend engagement aan de leasemaatschappij gebeurt door de ondertekening van de leasingofferte door de werkgever, waarop de plaatsing van de bestelling van de leasefiets volgt.
Verdere bepalingen over de looptijd en het einde van de terbeschikkingstelling van de leasefiets en het engagement van de werknemer staat onder artikel 10 van dit reglement.
De leasingperiode begint te lopen op de datum dat de fiets in ontvangst wordt genomen.
Als het personeelslid een fiets wenst te leasen, engageert het zich bovendien om geregeld daadwerkelijk de leasefiets te gebruiken voor zijn woon-werkverkeer of een deel van dit traject. Met een deel van het woon-werkverkeer wordt bedoeld dat het gebruik van de leasefiets ook kan gecombineerd worden met een ander vervoermiddel zoals het openbaar vervoer. Conform de huidige wetgeving zal er geen voordeel van alle aard (VAA) aangerekend worden wanneer de fiets geregeld wordt gebruikt voor woon-werkverkeer, noch voor de berekening van de bedrijfsvoorheffing, noch voor de berekening van de sociale zekerheidsbijdragen. De werkgever heeft te allen tijde het recht om na te gaan of het personeelslid de fiets effectief geregeld gebruikt voor de woon-werkverplaatsingen. Indien het personeelslid de bedrijfsfiets nooit of slechts zeer sporadisch (vb. een aantal keer per jaar) gebruikt voor woon-werkverkeer, wordt deze leasefiets als een sociaal en belastbaar voordeel beschouwd. De werkgever past steeds de actuele wetgeving rond de bepaling van het voordeel van alle aard toe. Indien een wijziging van de wetgeving een loonverlies voor het personeelslid tot gevolg heeft, zal de werkgever dit verlies nooit te zijnen laste nemen, noch zal het personeelslid hiervoor op enige manier worden gecompenseerd.
Het personeelslid mag de bedrijfsfiets voor beroepsdoeleinden, voor woon-werkverkeer of voor zuivere privé-verplaatsingen gebruiken, met uitsluiting van het gebruik voor (sport)wedstrijden, koerierdiensten, professioneel vervoer van personen of voor rekening van derden.
Het personeelslid mag inwonende gezinsleden en collega’s van de werkgever toestaan om met de leasefiets te rijden. Een speed pedelec elektrische fiets (tot 45 km/h) mag enkel gebruikt worden wanneer de bestuurder in het bezit is van een geldig rijbewijs (minimum AM-rijbewijs). De gebruiker moet ook altijd in het bezit zijn van de boorddocumenten.
Indien het personeelslid de leasefiets wenst te gebruiken buiten de grenzen van de Europese Unie, dient het hiervoor toestemming te krijgen van de huurmaatschappij o2o.
Artikel 4.2 - Gevolgen van de terbeschikkingstelling van een leasefiets
De keuze voor de terbeschikkingstelling van een leasefiets en de ondertekening van de overeenkomst, betekent dat het personeelslid ermee akkoord gaat dat zijn eindejaarstoelage wordt omgezet en/of dat het aantal ingezette vakantiedagen wordt omgezet in een theoretisch budget voor de financiering van de leasefiets.
Dit theoretisch budget is in functie van de leaseprijs van het gekozen fietspakket (BTW inbegrepen). Dit bedrag blijft ongewijzigd gedurende het leasecontract en blijft even hoog ongeacht het werkregime van het personeelslid en de eventuele wijzigingen daarvan.
(Zie bijlage 1: voorbeeldberekening voor de berekening van het theoretisch budget na de omzetting van de eindejaarstoelage en vakantiedagen)
Wanneer de uiteindelijke leasefiets goedkoper uitvalt dan de omgezette eindejaarstoelage wordt het saldo voor een statutair personeelslid vereffend door middel van betaling van een toelage (met volledige inhouding van RSZ en toepassing van het exceptioneel tarief van bedrijfsvoorheffing).
Deze omzetting van de eindejaarstoelage heeft voor het contractuele personeelslid een impact op de wettelijke pensioenopbouw bij een bruto jaarloon onder het wettelijk pensioenplafond.
(Zie bijlage 2: voorbeeldberekening van de impact van fietsleasing op de wettelijke pensioenopbouw bij een bruto jaarloon onder het wettelijk pensioenplafond)
Bij langdurige afwezigheden, zoals bijvoorbeeld arbeidsongeschiktheid, onbetaald verlof of bevallingsverlof, waardoor er een belangrijke impact is op het budget, heeft het personeelslid volgende mogelijkheden:
- ofwel het effectieve leasebedrag persoonlijk gefactureerd te krijgen;
- ofwel het contract voortijdig stop te zetten en dan gelden de regels zoals beschreven in artikel 10.2 van dit reglement.
Artikel 5 - Inhoud fietsleasepakket
Artikel 5.1 - Keuze van de leasefiets
Het personeelslid stelt zelf zijn fietspakket samen. Dit bestaat uit een fiets en eventueel bijhorende opties en accessoires. Het personeelslid heeft dus een vrije keuze aan opties en accessoires gerelateerd aan de fiets, zolang deze op de fiets kunnen bevestigd worden en mee vervoerd worden. Een helm kan ook steeds gekozen worden. Volgende zaken zijn hierdoor uitgesloten (niet-limitatief): alle vormen van kledij en schoenen, en een fietsrek voor de wagen.
De fiets dient verplicht voorzien te zijn van een slot met minimaal 2 sleutels en 2 sterren volgens de ART-keuring. Het slot moet ook de mogelijkheid bieden de fiets te verankeren aan een extern voorwerp. Bij fietsen die standaard niet voorzien zijn van dergelijk slot, dient de werknemer het slot verplicht als optie toe te voegen bij de samenstelling van zijn fiets. Bij diefstal moet de gebruiker deze 2 sleutels altijd kunnen voorleggen. Het is dus belangrijk om deze goed bij te houden.
Het personeelslid kan een vrije keuze maken van type fiets, fietsmerk en fietshandelaar binnen de mogelijkheden van o2o. Een speed pedelec elektrische fiets (tot 45 km/u) kan men enkel kiezen wanneer men in het bezit is van een geldig rijbewijs (minimum AM-rijbewijs).
Er wordt aan het personeelslid maximaal 1 leasefiets toegekend tijdens de leaseperiode. Na afloop daarvan, kan opnieuw een leasefiets besteld worden.
Artikel 5.2 - Wat is inbegrepen in het fietsleasepakket?
Het leasebudget omvat de financiële huur van de fiets, opties en accessoires. Bij de huur van een leasefiets zijn volgende diensten standaard geactiveerd en inbegrepen in de maandelijkse bijdragen voor de terbeschikkingstelling van de leasefiets:
• diefstalverzekering
• schadeverzekering
• servicebudget: dit is een budget voor onderhoud en herstellingen aan de fiets en bedraagt minimum 50 euro inclusief btw/jaar, naar keuze van het personeelslid
Het personeelslid moet de werkgever inlichten van elk schadegeval en in geval van diefstal. Hij dient daarbij ook een kopie te bezorgen aan de werkgever van de documenten die hij aan de fietsleasemaatschappij heeft bezorgd.
Onderstaande diensten kunnen geactiveerd worden, naar keuze van het personeelslid, bij de plaatsing van de bestelling. De prijs hiervoor zal doorgerekend worden in de maandelijkse bijdragen voor de terbeschikkingstelling van de leasefiets:
• pechbijstand
• garantieverzekering voor elektrische fietsen
De bestuurders van speed pedelec elektrische leasefietsen dienen verplicht verzekerd te worden hetzij via de burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering van het personeelslid (bewijs voor te leggen aan de werkgever), hetzij via de burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering onderschreven via o2o.
Meer informatie over deze diensten, de algemene voorwaarden en eventuele wijzigingen aan de diensten kunnen steeds teruggevonden worden op myo2o Biker (www.o2o.be/bike-services/voorwaarden).
Verkeersboetes en retributies zijn volledig ten laste van het personeelslid. Hij moet alle boetes en retributies als gevolg van het gebruik van de leasefiets onmiddellijk betalen. Indien er kosten voor laattijdige betaling ervan aan de werkgever worden doorgerekend door de leasemaatschappij, heeft de werkgever het recht om de bekeuring en eventuele administratieve kosten die hij desgevallend voor rekening van het personeelslid heeft betaald, terug te vorderen op het loon van het personeelslid, overeenkomstig artikel 23 van de loonbeschermingswet.
In geval van confiscatie van de fiets , heeft de werkgever het recht alle kosten van de recuperatie van de fiets te verhalen op het personeelslid.
Artikel 6 - Gebruik van de leasefiets, rechten, plichten en veiligheid
Artikel 6.1 - Inontvangstneming van de fiets
Het personeelslid zal de fiets bij de fietshandelaar in ontvangst nemen, in naam en voor rekening van de fietsleasemaatschappij.
Het personeelslid tekent het leveringsattest bij ontvangst en aanvaardt daarmee onvoorwaardelijk de fiets. Bovendien bevestigt hij daarmee dat de fiets:
● overeenstemt met de offerte;
● in goede staat is;
● voorzien is van een sticker met een serie- en een gegraveerd framenummer.
Artikel 6.2 - Gebruik van de leasefiets
De ter beschikking gestelde leasefiets blijft eigendom van de leasemaatschappij o2o gedurende de hele contractduur en zolang de fiets niet is overgekocht. De gebruiker moet de fiets met zorg en als voorzichtig en redelijk persoon gebruiken gedurende de looptijd van het fietsleasecontract voor het doel waarvoor deze is bestemd en uitgerust. Dit betekent onder meer:
● de verkeersreglementen respecteren (reglementen over vervoer, wegverkeer);
● zich houden aan eventuele voorschriften van de producent of de leverancier van de fiets in verband met het gebruik en/of het onderhoud van de fiets;
● ervoor zorgen dat de fiets steeds voldoet aan de technische voorschriften die wettelijk opgelegd zijn;
● de fiets regelmatig nakijken op defecten en het dagelijkse onderhoud zelf uitvoeren (bandenspanning, banden oppompen, smeren ketting, reinigen fiets, bandenwissel bij niet-elektrische fietsen indien mogelijk);
● de fiets op slot doen met een minimaal 2 sterren slot volgens de ART-keuring en de fiets verankeren aan een fietsenstalling of een andere vaste inrichting;
● de fiets eenmaal per jaar aan een grondig nazicht laten onderwerpen en de nodige herstellingen laten uitvoeren;
● eventuele schade aan de fiets of aan onderdelen melden aan de fietsleasemaatschappij;
● de leasefiets bij schade of gebrek, al dan niet door een ongeval, niet verder gebruiken indien dit kan leiden tot verdere schade, en de leasefiets zo snel mogelijk te laten herstellen;
● geen opzettelijke schade aan de fiets aanbrengen;
● de leasefiets niet langer gebruiken indien deze wordt teruggeroepen door de producent of de invoerder omdat de leasefiets een gebrek vertoont;
● de batterij van de elektrische fiets afkoppelen bij een langdurige periode van niet-gebruik;
● toegevoegde accessoires (bv. GPS, fietshelm, pomp,…) buiten het leasecontract op de fiets plaatsen/verwijderen zonder schade te berokkenen aan de fiets;
● enkel toegevoegde opties (bv. zadel, pedalen, handvatten, …) buiten het leasecontract op de fiets plaatsen met een vooraf schriftelijke toestemming van de fietsleasemaatschappij;
● geen reclame toevoegen aan de fiets (onder de vorm van bestickering) zonder een schriftelijke toestemming van de fietsleasemaatschappij;
● de leasefiets mag gebruikt worden door iedereen zolang ze aan de wettelijke voorschriften voldoen (let wel: het is de bedoeling dat deze in hoofdzaak door het personeelslid van bestuur Tervuren gebruikt wordt) en mits voldaan is aan alle voorwaarden, zoals bepaald in dit reglement;
● de leasefiets mag niet worden gebruikt voor afwijkingen van de verzekeringsvoorwaarden van de fiets;
● de leasefiets mag niet worden gebruikt voor onwettige doeleinden (bv. drugtransport, goederenvervoer,…) of wedstrijden;
● het is verboden de leasefiets te verkopen, in pand te geven, te verhuren aan derden;
● op het einde van de terbeschikkingstelling de leasefiets in correcte staat in te leveren.
Bij beschadiging of ongeval is het personeelslid aansprakelijk voor alle daaruit voortvloeiende eigen schade of schade aan derden. Hij kan hiervoor een burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering afsluiten.
Bij zware inbreuken op het beleid of de verkeersregels kunnen de leasemaatschappij of de werkgever discretionair beslissen om de terbeschikkingstelling van de leasefiets te schorsen of te beëindigen. In voorkomend geval zal het personeelslid de contractuele verbrekingsvergoeding moeten betalen overeenkomstig artikel 10.2 van dit reglement.
Artikel 7 - Bestelprocedure leasefiets
In de onlinetool van o2o (myo2o Biker) kan het personeelslid simulaties uitvoeren. Hij vraagt een offerte aan voor een fiets en toebehoren bij een deelnemende fietshandelaar. De lijst met fietshandelaars vindt men terug in myo2o Biker. Aan de hand van de offerte controleert o2o de leasingaanvraag en maakt de fietslease offerte op. Het personeelslid bevestigt de bestelling in de tool. Vervolgens keurt de werkgever de bestelling goed in de tool.
Het personeelslid ontvangt nadien het voorstel tot overeenkomst en kan het reglement raadplegen in myo2o Biker. In dit voorstel tot overeenkomst wordt omschreven hoe het vastgestelde budget in rekening zal worden gebracht. Het personeelslid ondertekent vervolgens de overeenkomst.
Na deze goedkeuringen wordt de bestelling automatisch geplaatst bij de fietshandelaar. Eens de fiets is besteld, kan de bestelling niet meer worden geannuleerd. Het personeelslid kan de bestelling en de verwachte leverdatum opvolgen in myo2o Biker. Vanaf de geplande leverdatum kan hij zijn fiets afhalen bij de fietshandelaar.
Artikel 8 – Dronkenschap en intoxicatie
Het is verboden de fiets te besturen in staat van dronkenschap, intoxicatie of onder invloed van verdovende middelen.
In dat geval is het personeelslid aansprakelijk voor de schade aan andere voertuigen/mensen (de verzekeringsmaatschappij weigert de kosten te vergoeden of factureert de kosten door aan de werkgever) evenals alle andere kosten aangerekend door de leasemaatschappij en of tegenpartij.
Artikel 9 – onderbrekingen van de loopbaan
Vakantie
Tijdens vakantieperiodes en wettelijke feestdagen kan het personeelslid vrij beschikken over de fiets.
Voltijdse schorsing
Tijdens een volledige onderbreking van zijn arbeidsprestaties (bijvoorbeeld door loopbaanonderbreking, zorgkrediet, arbeidsongeschiktheid, onbetaald verlof, bevallingsverlof, arbeidsongeval,…) heeft het personeelslid het recht de fiets te behouden.
In het geval de arbeidsprestaties volledig onderbroken worden/de arbeidsovereenkomst volledig geschorst wordt, blijft de aanrekening op de eindejaarstoelage en/of vakantiedagen ongewijzigd.
Het personeelslid kan ook beslissen het contract voortijdig stop te zetten en dan gelden dezelfde regels zoals in artikel 10 beschreven.
Deeltijdse tewerkstelling of deeltijdse schorsing
In geval van deeltijds werken of een deeltijdse onderbreking van de arbeidsprestaties mag het personeelslid blijven beschikken over de fiets. De kostprijs voor het voordeel blijft onverminderd van toepassing.
Beroepsziekte en arbeidsongeval
Ingeval van beroepsziekte en arbeidsongeval blijft het contract doorlopen.
Artikel 10 - Looptijd en einde van het contract
Artikel 10.1 - Einde van het leasecontract
De leasefiets wordt aan het personeelslid ter beschikking gesteld voor een periode van 36 maanden. Gedurende deze periode blijft de fiets eigendom van de fietsleasemaatschappij.
Normaliter neemt de leasemaatschappij bij het einde van de leasetermijn de fiets inclusief de gekozen opties en accessoires terug. Het personeelslid kan er ook voor kiezen om de leasefiets inclusief opties en accessoires over te nemen. Hij dient tijdig (anderhalve maand voor het einde van de fietslease) zijn keuze mee te delen aan de fietsleasemaatschappij.
Het personeelslid kan in beide gevallen opnieuw instappen in een nieuw fietsleasecontract.
Het ongebruikte saldo van het servicebudget wordt overgezet (zie artikel 5.2) naar een volgend fietscontract, indien men binnen de 6 maanden na het einde van het leasecontract een nieuwe fiets bestelt bij o2o.
Het personeelslid neemt de fiets over, inclusief de gekozen opties en accessoires
De fietsleasemaatschappij stuurt het personeelslid een factuur met de restwaarde die werd vastgelegd in de offerte. Zodra het personeelslid de betaling heeft uitgevoerd, wordt het eigenaar van de fiets in de staat waarin die zich bevindt. De aankoop gebeurt rechtstreeks tussen het personeelslid en de leasemaatschappij, zonder tussenkomst van de werkgever. De betaling moet 2 weken voor het einde van de huurtermijn voltrokken zijn. Meer informatie omtrent de voorwaarden en werking hieromtrent zijn te vinden via myo2o Biker.
Het personeelslid levert de fiets in
Het personeelslid levert zijn fiets in zoals deze door de fietshandelaar werd geleverd, met alle opties die bij levering aanwezig waren. Accessoires die het personeelslid inbouwde of aanbracht mogen worden verwijderd op voorwaarde dat men de fiets niet beschadigt. Zie artikel 11 voor de werkwijze.
Artikel 10.2 - Vroegtijdige beëindiging van het contract
Er wordt door de werkgever automatisch vroegtijdig een einde gesteld aan de terbeschikkingstelling van de leasefiets:
• bij ontslag (zowel op initiatief van het personeelslid als de werkgever);
• bij pensioen;
• bij overlijden.
Let op: de bepalingen met betrekking tot een vroegtijdig einde van de leasetermijn zijn al van toepassing vanaf de definitieve bestelling van de leasefiets, dus desgevallend voorafgaand aan de levering ervan.
Bij diefstal en totaal verlies van de leasefiets zal het contract eveneens vroegtijdig beëindigd worden (zie verder).
Bij vroegtijdige stopzetting heeft het personeelslid de keuze tussen de fiets overkopen of de fiets inleveren bij de leasemaatschappij. Deze keuze dient vast te liggen voor de laatste loonverwerking van het personeelslid.
Het personeelslid wenst de leasefiets over te nemen
De fietsleasemaatschappij zal een bedrag aan het personeelslid voorstellen. Dit bedrag zal de fietsleasemaatschappij rechtstreeks aan het personeelslid factureren.
De overnameprijs is samengesteld als som van:
De waarde van de leasefiets, inclusief de opties en accessoires, op het ogenblik dat deze wordt overgenomen. De waarde wordt berekend door middel van de lineaire afschrijving van de initiële catalogusprijs van de bedrijfsfiets, inclusief de opties en accessoires, bij de start van de huurtermijn, naar de residuele waarde ervan op het einde van de voorziene leasetermijn. De lineaire afschrijving verloopt over een termijn die gelijk is aan de initieel voorziene leasetermijn. De residuele waarde bij afloop van de voorziene leasetermijn bedraagt 16% van de catalogusprijs van de artikelen. Tussen de dag van definitieve bestelling en de dag van levering blijft de totale catalogusprijs aangehouden.
– Het te veel of te weinig opgenomen servicebudget. Dit bedrag wordt bepaald als het verschil tussen het opgenomen servicebudget min het servicebudget waarop het personeelslid recht had, bepaald pro rata volgens de effectieve huurtermijn.
– Een administratieve vergoeding van €121 incl. BTW.
Grafiek vroegtijdig einde overeenkomst: voorbeeld met 16% overnameprijs van de fiets, opties en accessoires exclusief verrekening servicebudget en administratieve vergoeding.
Het personeelslid wenst de leasefiets niet over te nemen
Als het personeelslid de leasefiets niet wil overnemen, geeft het de fiets, en alle bijhorende documenten en alle opties die bij levering van de fiets aanwezig waren of nadien gemonteerd werden, terug. Zelf toegevoegde accessoires worden eigendom van het personeelslid en moeten niet teruggegeven worden.
Het personeelslid zal eveneens een bedrag moeten betalen dat bestaat uit een vroegtijdige verbrekingsvergoeding. Dit bedrag wordt aan het personeelslid gefactureerd door de fietsleasemaatschappij.
De verbrekingsvergoeding is samengesteld als som van:
- De waarde van de leasefiets, inclusief de opties en accessoires, op het ogenblik dat de leasefiets wordt teruggegeven. De waarde wordt berekend door middel van de lineaire afschrijving van de initiële catalogusprijs van de bedrijfsfiets, inclusief de opties en accessoires, bij de start van de huurtermijn, naar de residuele waarde ervan op het einde van de voorziene leasetermijn. De lineaire afschrijving verloopt over een termijn die gelijk is aan de initieel voorziene leasetermijn. Deze waarde wordt verminderd met de residuele waarde van de leasefiets (met uitsluiting van de opties en accessoires) bij afloop van de voorziene leasetermijn. De residuele waarde bij afloop van de voorziene leasetermijn bedraagt 16% van de catalogusprijs van de artikelen. Tussen de dag van definitieve bestelling en de dag van levering blijft de totale catalogusprijs aangehouden.
- Het te veel of te weinig opgenomen servicebudget. Dit bedrag wordt bepaald als het verschil tussen het opgenomen servicebudget min het servicebudget waarop de werknemer recht had, bepaald pro rata volgens de effectieve huurtermijn.
- Een administratieve vergoeding van €121 incl. BTW.
Artikel 10.3 - Overlijden
Bij overlijden zal het fietsleasecontract eindigen en moet de fiets worden teruggegeven aan de fietsleasemaatschappij. De werkgever betaalt de kosten van de vroegtijdige verbrekingsvergoeding.
Artikel 10.4 – Privatisering van bepaalde diensten
Als de organisatie zou overgaan tot privatisering van bepaalde diensten en de overeenkomst met het personeelslid als gevolg hiervan stopt, zal het fietsleasecontract eindigen en moet de fiets worden teruggegeven aan de fietsleasemaatschappij. De werkgever betaalt de kosten van de vroegtijdige verbrekingsvergoeding.
Artikel 10.5 – Bij diefstal of totaal verlies van de fiets
Bij diefstal van de fiets
Als de fiets gestolen wordt, brengt het personeelslid de fietsleasemaatschappij hiervan onmiddellijk op de hoogte. Het leasecontract voor die fiets neemt automatisch een einde op de dag van de diefstal of het verlies na een eventuele wachttermijn bepaald door de verzekering. De schade wordt geregeld via de fietsverzekering tegen diefstal en schade (cf. Artikel 5.4).
Bij totaal verlies van de fiets
Als de fiets totaal verlies is, neemt het fietsleasecontract automatisch een einde op de dag van het schadegeval. De schade wordt geregeld door de fietsverzekering tegen diefstal en schade (cf. Artikel 5.4).
Artikel 10.6 – Uitsluiting uit het fietsprogramma door de werkgever
Het personeelslid kan uit het fietsprogramma worden uitgesloten:
• wegens het herhaaldelijk niet, niet tijdig en/of niet behoorlijk nakomen van de verplichtingen vervat in dit reglement, mits het personeelslid hier schriftelijk op gewezen werd;
• wegens herhaaldelijke zware schade aan de fiets door de eigen fout van de gebruiker;
• wegens het beëindigen van de verzekering door de verzekeraar omwille van fouten te wijten aan de gebruiker;
• wegens het veroorzaken van een ongeval waarbij de bestuurder in staat van dronkenschap of onder invloed van verdovende middelen is;
• na twee totale verliezen waarbij de gebruiker niet in zijn recht werd verklaard.
Artikel 11 - Inleveren van de fiets
De leasefiets, inclusief slot en sleutels, opties en accessoires, dient op het afgesproken tijdstip op de afgesproken locatie aanwezig te zijn, in volgende staat:
- Op het ogenblik van teruggave moet de fiets zich in goede staat bevinden, voorzien van alle originele of gelijkwaardige onderdelen. Hiermee wordt bedoeld in een toestand die beantwoordt aan een normaal gebruik. Volgende schade wordt hierbij getolereerd:
o Kleine krassen in het frame en onderdelen eigen aan het gebruik van een fiets. Putten en grote krassen zijn niet aanvaardbaar. Het frame mag geen tekenen van oxidatie vertonen.
o Gebruikersslijtage van alle slijtagegevoelige onderdelen: banden, remmen, aandrijving, kabels, handvaten, zadel, pedalen, rekje. Alle onderdelen dienen wel in goede werkende staat te zijn en slijtage mag niet ten koste van de veiligheid gaan. De slijtage mag evenmin het gevolg zijn van een gebrek aan onderhoud en herstellingen, overeenkomstig artikel 6.2.
o Specifiek voor elektrische fietsen: gebruikelijke capaciteitsvermindering van de batterij.
- Specifiek voor speed pedelec elektrische fietsen dienen het inschrijvingsformulier en het gelijkvormigheidsattest eveneens teruggegeven te worden bij de teruggave van de fiets.
- Op het ogenblik van teruggave moet de fiets volledig schoongemaakt zijn.
Ingeval de fiets op het ogenblik van teruggave niet voldoet aan bovenvermelde afspraken, zullen de hieraan gerelateerde kosten ten laste van het personeelslid zijn.
Wordt de fiets niet teruggeven op het afgesproken tijdstip, dan kan de leasingmaatschappij de fiets zonder formaliteit en met behoud van andere rechten terugnemen, waar die zich ook bevindt.
De kosten en een schadeloosstelling voor het gebruik van de fiets in die periode worden integraal aan het personeelslid aangerekend.
Kan de leasingmaatschappij de fiets uiteindelijk niet terugnemen, dan blijft het personeelslid aansprakelijk voor alle schade en kosten voor het verlies van de fiets en/of opties.
Meer informatie over het einde van de huurtermijn, de vereisten in geval van teruggave en de gevolgen indien niet aan de voorwaarden is voldaan, zijn online te vinden via myo2o Biker.
Artikel 12 – Nieuwe fiets
Ingeval het personeelslid tijdens het lopend huurcontract een nieuwe leasefiets bestelt, mag het de nieuwe leasefiets ten vroegste op de dag van het einde van het lopende huurcontract in ontvangst nemen. Het personeelslid meldt deze vroegst mogelijke datum van ontvangst aan de fietshandelaar bij het opvragen van een offerte.
Indien het personeelslid de nieuwe leasefiets nog tijdens het lopende huurcontract in ontvangst neemt, wordt het lopende contract vroegtijdig beëindigd met als einddatum de datum van ontvangst van de nieuwe leasefiets. De voorwaarden van vroegtijdig einde contract zijn dan van toepassing (artikel 10.2).
Artikel 13 – Eindbepaling
Indien één of meerdere bepalingen van dit reglement ongeldig of niet toepasbaar zouden zijn, heeft dit niet de ongeldigheid of niet-toepasbaarheid van het gehele reglement tot gevolg. In voorkomend geval zal te goeder trouw onderhandeld worden om de getroffen bepalingen te vervangen door andere, die de inhoud ervan zo veel mogelijk benaderen en zo goed mogelijk aansluiten bij de inhoud en doelstellingen van het reglement.
Het personeelslid verbindt er zicht toe om alle bepalingen van het reglement stipt na te leven. Ingeval van enige schade voor de werkgever als gevolg van het niet-naleven van de bepalingen van dit reglement, wordt dit beschouwd als een zware fout in de zin van artikel 18 van de Arbeidsovereenkomstenwet, waarvoor het personeelslid aansprakelijk is.
Het fietsplan, en het voorliggend reglement dat de praktische modaliteiten hiervan bevat, treden in werking op 1 januari 2024. De werkgever behoudt zich het recht voor het fietsplan – in het kader waarvan het personeelslid een leasefiets kan verwerven – eenzijdig stop te zetten. In voorkomend geval zal het personeelslid deze fiets kunnen behouden tot het einde van de voorziene huurtermijn. Na afloop zal evenwel geen nieuwe leasefiets meer kunnen worden verworven.
Bijlage 1: Voorbeeldberekening voor de berekening van het theoretisch budget na de omzetting van de eindejaarstoelage en vakantiedagen
1. VOORBEELD BEREKENING THEORETISCH BUDGET EINDEJAARSTOELAGE
Noot vooraf: bij de berekeningen wordt geen rekening gehouden met het feit dat het verminderen of wegvallen van de eindejaarstoelage tot een lagere socialezekerheidsuitkering (bijv. een lager pensioen) van het contractueel aangesteld personeel kan leiden
Hypothesen:
- Gemiddeld bruto loon van 38.500 euro per jaar
- Variabel bedrag van 3,6% (cf. sectoraal akkoord 9 juni 2021)
- Berekening met toepassing van het forfaitaire bedrag van de eindejaarstoelage 2021.
Eindejaarstoelage 2021 op brutoloon van 38.500 euro bedraagt 1298,08 euro vast bedrag + 3,6% variabel bedrag (1.386 euro) = 2.684,08 euro.
Werkgeversbijdragen op de eindejaarstoelage van een personeelslid van een lokaal bestuur:
- Voor de vastbenoemde personeelsleden is een sociale zekerheidsbijdrage van 15,48% verschuldigd op het bedrag van het vast gedeelte van de eindejaarstoelage dat hoger is dan het bedrag toegekend in 1990. Voor 2021 komt dat geïndexeerd neer op 366,34 euro. Het bedrag waarop sociale zekerheidsbijdragen worden berekend, wordt als volgt bepaald: [forfaitair gedeelte 2021 – vrijgesteld bedrag 2021]. Dus 1.298,08 euro – 366,34 euro = 931,74 euro. Dit is het bedrag waarop de sociale zekerheidsbijdrage van 15,48% verschuldigd is.
931,74 euro x 15,48% = 144,23 euro.
- Voor de contractuele personeelsleden is de eindejaarstoelage integraal onderworpen aan sociale zekerheidsbijdragen. Die bedraagt 28,86%. Opgelet, het precieze bijdragepercentage kan nog lichtjes wijzigen (zoals voor het Asbestfonds).
2.684,08 euro x 28,86% = 774,63 euro
Samenvattend overzicht:
2021 | Geïndexeerd bruto jaarsalaris | Vast bedrag ET | Variabel bedrag ET | Vast + variabel bedrag ET | Werkgeversbijdrage | Beschikbaar budget ET |
Statutair personeelslid | 38.500 | 1.298,08 |
1.386 | 2.684,08 | 144,23 | 2.828,31 |
Contractant | 38.500 | 1.298,08 | 1.386 | 2.684,08 | 774,63 | 3.458,71 |
2. VOORBEELD BEREKENING THEORETISCH BUDGET VAKANTIEDAGEN
Vaststellingen
- Voor een voltijdse betrekking geldt een 38-uren werkweek
- Dit maakt dat een volledig werkjaar uit 1976 uren bestaat
- En een werkdag uit 7,6u in een 5-dagen werkweek
Formule voor de berekening van het theoretisch budget =
- Jaarsalaris/1796 uren = uur-salaris
- Uur-salaris * 7,6 uren = waarde van 1 dag vakantie
Hypothese: Gemiddeld bruto loon van 38.500 euro per jaar
- 38.500 euro bruto jaarsalaris /1976= 19,48 euro per uur
- 19,48 euro per uur * 7,6 uren = 148,05 euro
Het theoretisch budget voor 1 vakantiedag bedraagt bij een bruto jaarsalaris van 38.500 euro 148,05 euro/per vakantiedag.
Bijlage 2: Voorbeeldberekening van de impact van fietsleasing op de wettelijke pensioenopbouw bij een bruto jaarloon onder het wettelijk pensioenplafond
Hypothesen:
- Gemiddeld bruto loon van 38.500 euro per jaar
- Gehuwd
- Partner met inkomsten
- 1.603,08 euro eindejaarstoelage wordt omgezet in fietsleasing
Zonder fietslease | Met fietslease | |
Bruto jaarloon | 45.000 | 45.000 |
Brutobedrag in voordelen | - 0 | - 1.603,08 |
Nieuw jaarloon | 45.000 | 43.396,92 |
Opbouw pensioen | 45.000 / 45 x 60% = 600 | 43.396,92 / x 60% = 578,63 |
Conclusie: Het wettelijk pensioen zal voor 1/45e dalen met 21,37 euro per jaar of 1,78 euro per maand, indien 1.603,08 euro wordt omgezet in een fietslease en het bruto jaarloon onder de pensioengrens ligt.
Voor statutaire medewerkers en voor contractuele medewerkers met een brutojaarloon boven het wettelijk pensioenplafond is er geen impact van de fietsleasing op de wettelijke pensioenopbouw.
De raad keurt de toetreding goed.
- Deel 3, Titel III, hoofdstuk 3 van het decreet lokaal bestuur waarin de voorwaarden bepaald worden voor toetreding tot dienstverlenende verenigingen.
- De Tussengemeentelijke Maatschappij voor Services (TMVS) treedt op als aanbestedende overheid en handelt als aankoopcentrale of opdrachtencentrale in de zin van artikel 2, 6° en 7°b van de wet van 17 juni 2016 betreffende overheidsopdrachten.
- Het bestuur kan van de mogelijkheid tot afname van de raamovereenkomsten via de opdrachtencentrale gebruikmaken waardoor zij volgens artikel 17 van de wet overheidsopdrachten is vrijgesteld van de verplichting om zelf een gunningsprocedure te organiseren.
Instellingen die onderhevig zijn aan de wetgeving op overheidsopdrachten worden steeds meer geconfronteerd met complexe technisch-administratieve vraagstukken en er worden meer en meer eisen gesteld op het vlak van vakspecifieke kennis. Een strategische samenwerking op het vlak van overheidsopdrachten en/of het aanbieden van facilitaire diensten kan positieve schaaleffecten en synergieën genereren.
TMVS (Tussengemeentelijke Maatschappij Voor Services) is een dienstverlenende vereniging die in 2017 is opgericht conform de decretale regels over de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden zoals voorzien in het decreet over het lokaal bestuur. Samen met CREAT CV vormt de TMVS een werkmaatschappij onder de werknaam CREAT. CREAT heeft een uitgebreid aanbod van interessante raamovereenkomsten.
Zoals toegelicht in het toetredingsdossier in bijlage vormt het aanbod van CREAT/TMVS een betekenisvolle en nuttige aanvulling op de reeds beschikbare (raam)overeenkomsten voor het lokaal bestuur Tervuren.
Uit voornoemd dossier blijkt voldoende dat de autonomie van de deelnemende partners ten volle wordt gerespecteerd. In het algemeen worden diensten opgezet met als doel efficiënte ondersteuning te bieden ten behoeve van de primaire processen van een organisatie. En dat is precies de dienstverlening die CREAT wil aanbieden aan geïnteresseerde partijen: de expertise rond aankoop en de wetgeving op overheidsopdrachten bundelen met interessante aankoopvolumes zodat deze publieke actoren kunnen focussen op de eigen complexe technisch-administratieve en maatschappelijke opdrachten.
De toetreding tot TMVS is aan een aantal voorwaarden verbonden:
Na toetreding heeft een deelnemer het recht om:
Toetreding is deze legislatuur enkel nog mogelijk tot eind 2023 omwille van de gemeenteraadsverkiezingen.
Bij toetreding is er een bedrag te betalen van 1.250 euro voor de volstorting van 1/4e van de 5 aandelen. Dit budget zal voorzien worden op budgetartikel 2023/GBB/0030-00/2812000/OCMW/VB/440/IP-GEEN/U bij de eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan.
Momenteel is er nog geen verdere budgettaire impact. Er zal afgenomen worden volgens de behoeften en volgens de beschikbare kredieten.
Enig artikel. De raad keurt de toetreding tot de Tussengemeentelijke Maatschappij voor Services (TMVS) goed met ingang van 16 december 2023, volgens de modaliteiten vastgelegd in de statuten van TMVS en volgens het toetredingsdossier dat als bijlage bij onderhavig besluit wordt gevoegd.
De raad keurt het retributiereglement goed.
De dienst welzijn start met het project 'groeiklassen'. Aangezien voor de deelname een kostprijs wordt aangerekend aan de ouders, wordt een retributiereglement opgesteld.
- Artikel 78, 2e lid, 17/1° van het decreet lokaal bestuur
De raad is bevoegd voor het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen.
- Beslissing van het vast bureau van 18 september 2023 tot goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst met vzw Solutio Care in het kader van de organisatie van het project 'groeiklassen'
De groeiklassen worden gerealiseerd door wekelijkse naschoolse lessen van 1 uur, gedurende 25 weken in het schooljaar 2023-2024. Deze lessen worden gegeven in kleine groepjes van 5 leerlingen. In elke van de 7 deelnemende scholen starten 2 groeiklasjes. In het totaal kunnen dus 70 kinderen deelnemen. Doorheen het traject worden op de verschillende niveaus opleidingen, feedbackmomenten en evaluaties voorzien.
De dienst welzijn wenst de ouders die financieel sterk genoeg zijn de volledige kostprijs van de deelname van hun kind aan de groeiklas zelf te laten dragen (190 euro). Voor de gezinnen die zich een kwetsbare situatie bevinden, zal het OCMW Tervuren de ouderbijdrage gedeeltelijk of volledige ten laste nemen op basis van een financieel onderzoek door de sociale dienst.
Tijdens de zitting van 30 oktober 2023 nam het vast bureau kennis van het voorstel van retributiereglement.
Dit project wordt verwerkt in de meerjarenplanaanpassing voor zowel de kosten als de inkomsten. Dit project zal afgeboekt worden op budgetartikel 2023/GBB/0900-00/6159999/OCMW/MENS/IP-GEEN.
Artikel 1. Onder de hierna opgesomde voorwaarden wordt een retributie gevestigd op de deelname aan het project groeiklassen.
Artikel 2. De retributie is verschuldigd door de ouder of voogd van het kind dat deelneemt aan de groeiklas.
Artikel 3. De tarieven van het project groeiklassen worden als volgt vastgelegd:
Er wordt gewerkt met vier categorieën, waaraan telkens een ander tarief wordt aangerekend. Elk deelnemend kind wordt in een categorie ingedeeld en zal in functie daarvan een bepaald tarief betalen voor zijn deelname. De vzw Solutio Care staat in voor de inning van de retributie, en werkt met een betalingsuitnodiging op basis van het attest dat de dienst welzijn opstelt en waarop de categorie van het deelnemende kind wordt bepaald.
Ook gezinnen die niet in Tervuren wonen, maar wel voldoen aan de voorwaarden, kunnen een verlaagd tarief bekomen. Ook zij dienen via de dienst welzijn een attest te bekomen.
Categorie | Tarief |
Kinderen uit een niet-kansarmgezin | 190 euro |
Kinderen uit een gezin met uitpas kansentarief | 95 euro |
Kinderen van leefloongerechtigden | 0 euro |
Kinderen van ouders met financiële moeilijkheden | 0 euro |
Categorie 1: kinderen uit een niet-kansarmgezin
Ouders betalen het tarief van 190 euro voor deelname aan de groeiklas. De facturatie gebeurt door vzw Solutio Care.
Categorie 2: kinderen uit een gezin met UiTPAS kansentarief
Ouders met het statuut 'verhoogde tegemoetkoming', die zich in een collectieve schuldenregeling bevinden of een laag inkomen hebben, hebben recht op een UiTPAS met kansentarief.
Ouders die reeds een UiTPAS met kansentarief hebben, dienen enkel langs te komen bij de dienst welzijn met deze pas.
Ouders die nog geen UiTPAS hebben, maar wel aan deze voorwaarden voldoen, bezorgen volgende documenten aan de dienst welzijn:
- Statuut verhoogde tegemoetkoming: attest recht op verhoogde verzekeringstegemoetkoming (RVV) van het ziekenfonds
- Collectieve schuldenregeling: bewijs collectieve schuldenregeling
- Laag inkomen: laatste aanslagbiljet belastingen
De facturatie van het verminderd tarief gebeurt door vzw Solutio Care.
Categorie 3: kinderen van leefloongerechtigden
De dienst welzijn kan op basis van de lijst van de kandidaten voor de groeiklassen nakijken of er leefloongerechtigden ingeschreven zijn. Indien de ouder leefloongerechtigd is, zal de deelname van het kind aan de groeiklas volledig ten laste worden genomen door het OCMW.
Leefloongerechtigden die niet in Tervuren gedomicilieerd zijn, kan de dienst welzijn niet detecteren via de lijst van kandidaten. Ouders die zich in deze situatie bevinden, dienen zich steeds met de nodige attesten tot de dienst welzijn te wenden.
Categorie 4: kinderen van ouders in financiële moeilijkheden
Ouders die niet voldoen aan bovenstaande voorwaarden en toch aangeven dat er financiële moeilijkheden zijn of bij vermoedens van financiële moeilijkheden, worden doorverwezen naar de dienst welzijn voor een sociaal en financieel onderzoek.
Indien de maatschappelijk werker oordeelt dat het gezin zich daadwerkelijk in financiële moeilijkheden bevindt, wordt er een attest opgesteld. De deelname van het kind aan de groeiklas zal dan volledig ten laste worden genomen door het OCMW.
Artikel 4. Na de start van de groeiklas is er geen (gedeeltelijke) terugbetaling mogelijk bij annulering van de deelname.
Artikel 5. De ouders van de deelnemers (categorie 1 of 2) ontvangen een fiscaal attest in het kader van de deelname aan de groeiklas.
Artikel 6. De betalingsopvolging gebeurt door de vzw Solutio Care.
De raad keurt de implementatie van de REMI-tool goed.
Evaluatie door de dienst welzijn van de deelname aan het proefproject referentiebudgetten voor een menswaardig inkomen (REMI)
In de eerste fase van dit proefproject werd er een representatieve steekproef samengesteld. De financiële situatie van een aantal dossiers werd in kaart gebracht via het huidig minimumbudget enerzijds en via de REMI-tool anderzijds. De evaluatie werd besproken tijdens de teamvergadering van de dienst welzijn op 3 oktober en 17 oktober 2023.
- Organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn
- Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
- Koninklijk besluit van 22 januari 2023 houdende een toelage voor het gebruik van de REMI-tool om aanvullende financiële steun te verlenen aan OCMW-begunstigden
- Omzendbrief van 10 maart 2023 betreffende het koninklijk besluit van 22 januari 2023 houdende een toelage voor het gebruik van de REMI-tool om aanvullende financiële steun te verlenen aan OCMW-begunstigden
- Besluit van het vast bureau van 20 maart 2023 tot goedkeuring van de deelname van de dienst welzijn aan het proefproject REMI (referentiebudgetten voor maatschappelijke integratie) van de POD maatschappelijke integratie
- Besluit van het vast bureau van 24 juli 2023 tot goedkeuring van het afsprakenkader in functie van het gebruik van de REMI-tool door de dienst welzijn
- Kennisname door het vast bureau op 13 november 2023 van de evaluatie van de REMI-tool en het voorstel om de REMI-tool te implementeren in de steunnormen
In oktober werd het gebruik van de REMI-tool grondig geëvalueerd. In navolging van deze evaluatie wordt het initiële afsprakenkader bijgestuurd. Het minimumbudget opgenomen in de steunnormen van de dienst welzijn dient als instrument om te bepalen wie recht heeft op een aanvullende financiële steun en is op die manier gelijkwaardig aan de REMI-tool. Ook het minimumbudget geeft namelijk een gestructureerd overzicht van de noodzakelijke uitgaven en de gerealiseerde inkomsten, waardoor een traject op maat mogelijk wordt.
De dienst welzijn stelt voor om over te stappen naar de REMI-tool, omwille van volgende vaststellingen en redenen:
- De tool is gebaseerd op een grootschalig wetenschappelijk onderzoek;
- Het gestructureerd overzicht vormt de basis van een traject op maat;
- De tool omvat alle uitgaven die noodzakelijk zijn voor een menswaardig bestaan;
- REMI zorgt voor meer gelijkvormigheid tussen OCMW’s;
- REMI is een educatief instrument. De vergelijking van de reële uitgaven met de referentiebudgetten geeft een goed inzicht in het gezinsbudget;
- REMI kan geïntegreerd worden in het softwarepakket dat de dienst welzijn gebruikt. Een digitaal dossier bijhouden van de cliënten vermindert de werklast.
- Wanneer REMI door een voldoende groot aantal OCMW’s systematisch wordt gebruikt als diagnose-instrument voor financiële behoeftigheid, kan ook de bovenlokale overheid de data gebruiken om zicht te krijgen op de grootte en de samenstelling van de groep burgers die steun vraagt aan het OCMW en op wie hiervan in armoede verkeert (omdat het noodzakelijk gezinsbudget een negatief saldo vertoont);
- Wanneer REMI daarnaast door een voldoende groot aantal OCMW’s systematisch, en meer gestandaardiseerd zou worden gebruikt voor het toekennen van aanvullende financiële steun, zal het gebruik van het instrument ook kunnen zorgen voor een grotere stroomlijning van het bijstandsbeleid tussen de OCMW’s;
- Tot slot kunnen de verzamelde REMI-data ook nuttig worden gebruikt door (boven)lokale bestuurders om de betaalbaarheid van publieke producten en diensten te bestuderen en waar nodig te verbeteren.
Op basis van de evaluatie in oktober 2023 stelt de dienst welzijn voor de REMI-tool te implementeren in de steunnormen. Het afsprakenkader en het gebruik van de REMI-tool zal in de beginperiode minstens jaarlijks geëvalueerd worden.
Het bijzonder comité voor de sociale dienst gaf een positief advies op 7 november 2023 om het minimumbudget in de steunnormen te verlaten met ingang van 1 december 2023. Het vast bureau nam kennis van dit voorstel op 13 november 2023.
Op basis van de huidige dossiers aanvullende steun kan de implementatie van de REMI tool maandelijks een meerkost betekenen van 2.640 euro. In het afsprakenkader staat dat de grootte van de steun maximaal het negatief saldo kan zijn. Na een sociaal en financieel onderzoek zal er een voorstel tot steun zijn waarbij we rekening houden met verschillende factoren om de grootte van de steun te bepalen. Het is moeilijk te voorspellen wat dit betekent voor de toekomst. Alles hangt af van het aantal aanvragen en de uitkomst (positief - negatief) in REMI.
Na aanpassing van de meerjarenplanning is het bedrag voor 2023 voor deze steunen naar 75.324 euro teruggebracht. Op dit moment, met nog 2 maanden te gaan, is de stand een 47.000 euro.
De subsidie voor de steunen die op basis van de REMI- tool ons zullen worden toegekend, bedraagt 16.847,03 euro.
In de volgende meerjarenplanaanpassing moeten de bijhorende inkomsten en uitgaven dan ook voorzien worden op het beleidsitem 0900-00 voor sociale bijstand.
Enig artikel. De raad keurt de implementatie van de REMI-tool in de steunnormen voor de dienst welzijn goed met ingang van 1 december 2023.
De raad keurt de aangepaste versie van de schriftelijke overeenkomst goed.
Op 15 februari 2019 keurde de Vlaamse regering een nieuw woonzorgdecreet goed. Dit decreet regelt de aanmelding, erkenning en subsidiëring van voorzieningen in de georganiseerde woonzorg (thuiszorg en ouderenzorg).
- Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
- Het decreet woonzorg van 15 februari 2019
- Het besluit van de Vlaamse Regering betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers van 28 juni 2019, en meer bepaald artikel 4 van bijlage 8 – Centra voor kortverblijf:
'De gebruikers van een centrum type 1 en hun mantelzorgers hebben dezelfde rechten en plichten als de gebruikers van een woonzorgcentrum, met uitzondering van aangelegenheden, vermeld in artikel 5, 6°, en artikel 8 van bijlage 11, of van een centrum voor herstelverblijf waarin het centrum is gevestigd. Daarbij leven de centra voor herstelverblijf die kortverblijf type 1 aanbieden, de regels na over de overhandiging van een interne afsprakennota, het sluiten van een schriftelijke opnameovereenkomst, vermeld in artikel 12 tot en met 16 en artikel 19 van bijlage 11.
In afwijking van het eerste lid gelden specifiek voor een verblijf in een centrum type 1 al de volgende voorwaarden:
1° de schriftelijke opnameovereenkomst, tussen de gebruiker en het centrum, is van bepaalde duur
2° de termijn om de schriftelijke opnameovereenkomst op te zeggen bedraagt voor de gebruiker maximaal zeven dagen en voor de voorziening minstens veertien dagen
- Het besluit van de Vlaamse Regering betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers van 28 juni 2019, en meer bepaald artikel 12 van bijlage 11 - Woonzorgcentra:
'De opname wordt geconcretiseerd in een schriftelijke opnameovereenkomst die de belanghebbende partijen ondertekenen en die minstens de volgende bepalingen bevat
1° de volgende administratieve gegevens:
a) de identificatiegegevens van de contracterende partijen
b) het erkenningsnummer van het woonzorgcentrum
c) de voorziene opnamedatum
d) de woongelegenheid in een één- of tweepersoonskamer die aan de bewoner bij de opname wordt toegewezen
2° de opname en ontslagprocedure die de volgende elementen bevat:
a) de opnameprocedure en de opnamevoorwaarden
b) de regeling voor het verbreken van de overeenkomst vóór de vastgelegde opnamedatum. Het is niet toegestaan een reservatievergoeding aan te rekenen
c) de omstandigheden die aanleiding kunnen geven tot ontslag uit het woonzorgcentrum, de ontslagprocedure en de opzeggingstermijn
d) de wijze waarop de bewoner de overeenkomst kan beëindigen, en de toepasselijke opzeggingstermijn, in voorkomend geval, de regeling voor de verbrekingsvergoeding
e) de specifieke regelingen bij tijdelijke afwezigheid of overlijden van de bewoner
3° de dagprijs en de facturatie die de volgende elementen worden bevatten:
a) het bedrag en de samenstelling van de dagprijs die van toepassing op de vastgelegde opnamedatum
b) de bedragen, de reden en de periode van toegestane kortingen op de dagprijs
c) de diensten en leveringen die aanleiding geven tot de aanrekening van een extra vergoeding
d) de regeling voor voorschotten ten gunste van derden
e) een eventuele voorschotregeling voor de dagprijs
f) de tarieven voor terugbetaling voor de niet-gebruikte leveringen en diensten
g) in voorkomend geval, het bedrag van de waarborgsom en de mogelijke aanwending ervan of de regeling inzake borgstelling
h) de percentages van de interesten en de procedure bij laattijdige betaling van de factuur
i) de percentages van de interesten, de procedure en de ontvankelijkheidsvereisten bij niet-betaling van de factuur
4° de regelingen voor de aansprakelijkheid en de verzekeringen
5° de vermelding dat de beheersinstantie geen goederen, noch gelden van de bewoner in beheer neemt, met uitzondering van het beheer van het zakgeld en de verrekening van kosten die rechtstreeks met het verblijf in het woonzorgcentrum te maken hebben
6° de wijze waarop de overeenkomst kan worden gewijzigd
7° de regeling voor het verwijderen van de persoonlijke goederen van de bewoner bij de beëindiging van de overeenkomst
8° een verklaring in eer en geweten van de bewoner of zijn vertegenwoordiger dat ze correcte informatie verschaffen aan het woonzorgcentrum. Bij fouten of onregelmatigheden ten gevolge van opzettelijk verzwijgen of opzettelijk onjuist mededelen van informatie, zal de bewoner of zijn vertegenwoordiger aansprakelijk gesteld worden.'
- Het besluit van de OCMW-raad van 16 december 2021 tot goedkeuring van de aanpassingen aan de schriftelijke overeenkomst van het woonzorgcentrum Zoniën
Het decreet van 15 februari 2019 bepaalt nieuwe voorwaarden waaraan de schriftelijke opnameovereenkomst en de interne afsprakennota in woonzorgcentra, centra voor kortverblijf, dagverzorgingscentra en groepen van assistentiewoningen moeten voldoen. Al deze documenten bestaan reeds binnen de dienst zorg, maar moeten hier en daar worden aangepast. Binnen de dienst zijn we eerst van start gegaan met de aanpassing van de opnamedocumenten voor het woonzorgcentrum.
Volgens het nieuwe decreet en het bijhorende besluit van de Vlaamse regering, moet de schriftelijke opnameovereenkomst van het centrum voor kort verblijf alle rechten en plichten tussen bewoners en de voorziening vastleggen. De procedures voor opname, ontslag en facturatie moeten zorgvuldig worden beschreven. Het onderscheid tussen de interne afsprakennota en de schriftelijke overeenkomst wordt scherper gesteld.
Volgende aanpassingen zijn verwerkt in het voorstel tot aanpassing van de schriftelijke overeenkomst:
- aanvulling van de motieven op basis van de welke men niet discrimineert bij opname
- aanvulling in verband met het verwerken van persoonlijke gegevens van bewoners
- aanpassing aan het nieuw jargon en opfrissing van het taalgebruik
- verduidelijking van diensten inbegrepen in de dagprijs en supplementen
- verschuiving van artikelen die tot nu toe in de interne afsprakennota waren opgenomen (vb. opzegging)
- verduidelijking van de procedure in geval van laattijdige betaling, met inbegrip van de aanmaningskosten die kunnen worden aangerekend
- aanpassing van het bedrag van de vermindering van de dagprijs bij afwezigheid
Het vast bureau nam op 6 november 2023 kennis van het voorstel tot aanpassing van de schriftelijke overeenkomst. Deze nieuwe overeenkomst zal na goedkeuring door de raad in gebruik genomen worden op 1 december 2023.
Enig artikel. De raad keurt de aanpassing van de schriftelijke opnameovereenkomst van het centrum voor kortverblijf van het woonzorgcentrum Zoniën goed.
Namens OCMW-raad,
Dirk Stoffelen
algemeen directeur
Hugo Vankelecom
voorzitter