De raad definieert het begrip dagelijks bestuur.
De gemeenteraad moet vaststellen wat in de nieuwe legislatuur moet worden verstaan onder het begrip 'dagelijks bestuur'
- Artikel 90, 1° van het KB Plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren
Bepaling van het grensbedrag tot waar de aanbestedende overheid gebruik kan maken van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking
- Artikel 41, 2e lid, 8° van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad is bevoegd om vast te stellen wat onder het begrip 'dagelijks bestuur' moet worden verstaan.
- Artikel 41, 2e lid, 10° van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad is bevoegd voor het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten, tenzij de opdracht past binnen het begrip 'dagelijks bestuur', waarvoor het college van burgemeester en schepenen bevoegd is.
- Artikel 56, §3, 4° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het voeren van de plaatsingsprocedure, de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten.
- Artikel 56, §3, 5° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van de overheidsopdracht in het kader van dagelijks bestuur.
- Beslissing van de gemeenteraad van 26 februari 2019
Omschrijving van het begrip 'dagelijks bestuur' inzake de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden voor overheidsopdrachten
In principe is de gemeenteraad bevoegd voor het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden van àlle overheidsopdrachten. Deze bevoegdheden kunnen als volgt (geheel of gedeeltelijk) worden gedelegeerd naar het college van burgemeester en schepenen:
a) de opdracht past binnen het begrip 'dagelijks bestuur', vast te stellen door de gemeenteraad;
b) de raad heeft de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden voor die overheidsopdracht nominatief aan het college van burgemeester en schepenen toevertrouwd.
Dit raadsbesluit heeft betrekking op punt a, nl. het vaststellen van het begrip 'dagelijks bestuur'. De definitie bepaalt welke overheidsopdrachten voortaan door hetzij de gemeenteraad, hetzij het schepencollege zullen worden geïnitieerd, nl. het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden. Alle daaropvolgende stappen in de overheidsopdrachtenprocedure, nl. het voeren van de plaatsingsprocedure, de gunning en de uitvoering van overheidsopdracht, zijn bevoegdheden die wettelijk zijn toegewezen aan het schepencollege.
Volgens de huidige definitie van het begrip 'dagelijks bestuur' behoren overheidsopdrachten waarvan de raming kleiner is dan het grensbedrag voor onderhandelingsprocedures zonder voorafgaande bekendmaking (in 2025 is dit 143.000 euro, exclusief btw) en ongeacht of ze betrekking hebben op het exploitatie- of het investeringsbudget, tot de bevoegdheid van het schepencollege. Alle overheidsopdrachten met een raming hoger dan dat grensbedrag blijven dus tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoren.
De huidige definitie van het begrip 'dagelijks bestuur' omvat eveneens de geringe opdrachtwijzigingen die de algemene aard van de opdracht niet veranderen en waarvan het totale bedrag kleiner is dan de drempels voor de Europese bekendmaking én kleiner dan 10% van de waarde van de oorspronkelijke opdracht bij leveringen en diensten en 15% bij werken. Doel hiervan was om kleine, niet-wezenlijke wijzigingen steeds te kunnen laten goedkeuren met een collegebesluit. Dit in tegenstelling tot de grotere of wezenlijke wijzigingen die de bevoegdheid van de raad bleven.
De wetgever wijst echter de bevoegdheid voor de uitvoering van een overheidsopdracht toe aan het college, zonder hierbij een begrenzing in te voeren inzake de waarde van de beoogde wijziging of het voorwerp van de wijziging. Bijgevolg is het niet nodig om dit op te nemen in de omschrijving van het begrip 'dagelijks bestuur'. Wijzigingen aan een opdracht in uitvoering zijn immers steeds de bevoegdheid van het college. Daarom wordt de beperking tot 10% of 15% geschrapt uit de definitie. Wijzigingen aan een overheidsopdracht zijn in elk geval beperkt tot het voorziene krediet in het meerjarenplan.
De begrenzing van de bevoegdheid van het schepencollege voor de overheidsopdrachten tot het grensbedrag voor onderhandelingsprocedures blijft in dit voorstel behouden.
Enig artikel. De raad definieert het begrip 'dagelijks bestuur', in het kader van artikel 56, §3, 5° van het decreet lokaal bestuur, als volgt:
- Overheidsopdrachten waarvan de raming kleiner is dan het grensbedrag, bepaald bij KB voor onderhandelingsprocedures zonder voorafgaande bekendmaking (in 2025 is dit € 143.000, exclusief btw) en ongeacht of ze betrekking hebben op het exploitatie- of het investeringsbudget.
- Alle overheidsopdrachten die kaderen in het beheer van de leningenportefeuille.