De raad keurt de notulen goed.
Artikel 32 en 33 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad.
Art. 32, §1. - De notulen van de gemeenteraad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, alsook het gevolg dat gegeven werd aan die punten waarover de gemeenteraad geen beslissing heeft genomen.
Zij maken eveneens duidelijk melding van alle beslissingen. Behalve bij geheime stemming of bij unanimiteit, vermelden de notulen voor elk raadslid of hij/zij voor of tegen het voorstel heeft gestemd of zich onthield.
§ 2. - Het zittingsverslag wordt vervangen door een audio-opname van de openbare zitting van de gemeenteraad. Deze audio-opname wordt op de webstek van de gemeente gepubliceerd.
§ 3. - Als de gemeenteraad een aangelegenheid overeenkomstig artikel 4, §2 en artikel 5 van dit reglement in besloten vergadering behandelt, vermelden de notulen alleen de beslissingen en wordt er geen audio-opname gemaakt.
Art. 33, § 1. - De notulen van de vergadering van de gemeenteraad worden onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur opgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 277 en 278 van het decreet over het lokaal bestuur.
§ 2. - De notulen van de vorige vergadering zijn, behalve in spoedeisende gevallen, ten minste acht dagen voor de vergadering ter beschikking via het intranet.
§ 3. - Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast.
Als er geen opmerkingen worden gemaakt, worden de notulen als goedgekeurd beschouwd en worden ze door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur ondertekend. In het geval de gemeenteraad bij spoedeisendheid werd samengeroepen, kan de gemeenteraad beslissen om opmerkingen toe te laten op de eerstvolgende vergadering.
§ 4. - Zo dikwijls de gemeenteraad het gewenst acht, worden de notulen geheel of gedeeltelijk tijdens de vergadering opgemaakt en door algemeen directeur en de meerderheid van de aanwezige raadsleden ondertekend.
De notulen van de vergadering lagen acht dagen vóór de vergadering ter beschikking van de gemeenteraad.
Elk raadslid heeft het recht opmerkingen te maken omtrent de redactie van deze notulen.
Er werden geen op- of aanmerkingen geformuleerd.
Enig artikel. De raad keurt de notulen goed van de gemeenteraad van 31 maart 2022.
De raad stelt het mandaat van de vertegenwoordiger vast en keurt de agenda goed.
Brief van Iverlek van 30 maart 2022 met uitnodiging voor de algemene vergadering van 17 juni 2022.
- Titel 3 decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
De extern verzelfstandigde agentschappen
- Artikel 432, alinea 3 van het decreet lokaal bestuur
de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke Algemene Vergadering;
Tervuren is voor één of meerdere activiteiten aangesloten is bij de opdracht houdende vereniging Iverlek. Per aangetekend schrijven van 30 maart 2022 werd opgeroepen om deel te nemen aan de Algemene Vergadering tevens jaarvergadering van Iverlek die op 17 juni 2022 plaatsheeft in “Quartier Papier, Fabrieksstraat 55/59 te 1930 Zaventem. Een dossier met documentatiestukken werd per brief van 30 maart 2022 overgemaakt. Omwille van de aanwezigheid van het coronavirus COVID-19 staat het nog niet vast onder welke vorm deze Algemene vergadering zal kunnen plaatsvinden. Op basis van de huidige federale richtlijnen alsook de politiebesluiten van de gouverneurs en de informatie via het Agentschap Binnenlands Bestuur omtrent het coronavirus COVID-19 (en de mogelijke evolutie in en aanpassing van deze richtlijnen en informatie) en de impact hiervan op deze bijeenkomst kan desgevallend overgegaan worden tot het houden van een digitale Algemene Vergadering indien dit noodzakelijk mocht blijken.
De vertegenwoordigers werden aangeduid op de zitting van 26 februari 2019 voor de duur van de legislatuur 2019-2024:
- afgevaardigde algemene vergadering: Yvette Schepers, raadslid, H¡ppolyte Boulengerlaan 88/102, 3080 Tervuren
- plaatsvervanger van de afgevaardigde voor de algemene vergadering: Omer Graulus, raadslid, Oudergemse weg 79, 3080 Tervuren
Het mandaat van de vertegenwoordiger moet vastgesteld worden voor de algemene vergadering van 17 juni 2022.
Artikel 1. De raad stelt het mandaat van de vertegenwoordiger als volgt vast: goedkeuring van de agendapunten van de algemene vergadering van 17 juni 2022.
Agenda
1. Kennisneming verslagen van Iverlek van de Raad van Bestuur en van de commissaris over het boekjaar 2021.
2. Goedkeuring van de jaarrekening van Iverlek afgesloten op 31 december 2021 (balans, resultatenrekening, winstverdeling, boekhoudkundige besluiten en waarderingsregels).
3. Vaststelling uitkeringen overeenkomstig art. 6:114 en volgend WVV.
4. Kwijting te verlenen afzonderlijk aan de bestuurders, de leden van de regionale bestuur comités en de commissaris van Iverlek met betrekking tot het boekjaar 2021.
5. Desgevallend aanvaarding uitbreiding activiteiten gemeenten voor (neven)activiteiten.
6. Statutaire benoemingen.
7. Statutaire mededelingen
Artikel 2.De vertegenwoordiger die zal deelnemen aan de (fysieke of digitale) Algemene Vergadering tevens jaarvergadering van de opdracht houdende vereniging Iverlek op 17 juni 2022 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden), op te dragen zijn/haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de raad van heden inzake voormeld artikel 1 van onderhavige beslissing.
Artikel 3. Het college wordt gelast met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer met de kennisgeving hiervan aan de opdrachthoudende vereniging Iverlek, ter attentie van het secretariaat (in pdf-versie), uitsluitend op het e-mailadres vennootschapssecretariaat@fluvius.be.
De raad keurt de vastlegging van de onderlinge stemverhouding van de lokale besturen bij de vorming van de nieuwe woonmaatschappij goed.
- Brief van de Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed van 7 februari 2022 aan het college van burgemeester en schepenen om criteria voor te stellen voor de verdeling van de stemrechten over de lokale besturen die deel uitmaken van het werkingsgebied van de nieuwe woonmaatschappij
- E-mail van Elk Zijn Huis van 18 februari 2022
- Vlaamse Codex Wonen van 2021, Boek 4, Titel 3 Woonmaatschappijen
- Decreet van 9 juli 2021 houdende wijzigingen van diverse decreten met betrekking tot wonen, waarbij een regelgevend kader met betrekking tot de woonmaatschappijen wordt gecreëerd.
- Besluit van de Vlaamse regering van 17 december 2021 tot wijziging van verschillende besluiten over wonen
- Besluit van de Vlaamse regering van 4 februari 2022 over de vaststelling van het werkingsgebied Oost-Brabant-West
De Vlaamse regering heeft op 4 februari 2022 beslist dat het werkingsgebied Oost-Brabant-West van de nieuwe woonmaatschappij wordt gevormd door de gemeenten Bertem, Boortmeerbeek, Haacht, Herent, Hoeilaart, Huldenberg, Keerbergen, Kortenberg, Kraainem, Overijse, Tervuren, Wezembeek-Oppem en Zaventem.
Niet enkel de werkingsgebieden, maar ook de verdeling van de stemrechten van de gemeenten die deel uitmaken van het werkingsgebied in de Algemene Vergadering van de woonmaatschappij, dienen bij besluit van de Vlaamse Regering te worden vastgelegd. De Vlaamse Regering is daarbij verplicht om rekening te houden met de volgende 2 criteria:
- de verhouding tussen het aantal sociale huurwoningen per gemeente (onder sociale huurwoning dient conform artikel 1.3, §1, 49° van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 begrepen te worden: een hoofdverblijfplaats die wordt verhuurd of onderverhuurd door een sociaal verhuurkantoor, een sociale huisvestingsmaatschappij, het Vlaams Woningfonds, een OCMW of een gemeente);
- de verhouding tussen het aantal huishoudens per gemeente.
De Vlaamse Regering kan ook rekening houden met andere criteria die vermeld zijn in een advies van de gemeenteraad. Daarom vroeg de minister in zijn brief van 7 februari 2022 aan de lokale besturen een advies. De gemeente is niet verplicht om bijkomende criteria voor te stellen of zelf een gewicht voor te stellen dat aan de 2 verplichte criteria moet worden gegeven. Bij het ontbreken van een advies wordt ervan uitgegaan dat zij akkoord gaat met de keuze van de Vlaamse Regering, die zich in dat geval zal baseren op de 2 criteria met een gewicht van 50% elk.
De gemeenten uit het werkingsgebied kunnen om een aanpassing van de verdeling van de stemrechten verzoeken in het eerste jaar dat volgt op de aanstelling van de nieuwe raad van bestuur na gemeenteraadsverkiezingen. Op dat moment kunnen de gemeenten vragen om een eenvoudige herberekening op basis van de gewijzigde brondata, of kunnen bijkomende of andere criteria voorstellen die bij de onderlinge verdeling van de stemrechten moeten worden gebruikt, waardoor correcties op korte termijn mogelijk zijn.
Na overleg tussen afgevaardigden van de 13 betrokken gemeentebesturen op 21 februari 2022, wordt aan elk van de gemeenteraden voorgesteld om voor de 2 voorgestelde criteria 'aantal sociale huurwoningen' en 'aantal huishoudens' te aanvaarden, maar met een verhouding van resp. 60% en 40% omdat dit dan zowel de inspanningen honoreert die lokale besturen in het verleden al hebben gedaan m.b.t. het voorzien in sociale huurwoningen op hun grondgebied, als de bijkomende sociale huurwoningen die in de toekomst zullen worden gerealiseerd.
De toepassing van de 60-40 verhouding leidt tot de volgende stemverdeling, waarbij Tervuren 12,236% van de stemmen zou krijgen in de algemene vergadering van de nieuwe woonmaatschappij:
Gemeente |
Huishoudens |
% |
SHW |
% |
Weging 40/60 |
Bertem |
4031 |
4,44% |
199 |
6,02% |
5,388 |
Boortmeerbeek |
5168 |
5,69% |
62 |
1,88% |
3,404 |
Haacht |
6224 |
6,85% |
310 |
9,37% |
8,362 |
Herent |
9067 |
9,98% |
386 |
11,67% |
10,994 |
Hoeilaart |
4542 |
5,00% |
219 |
6,62% |
5,972 |
Huldenberg |
3932 |
4,33% |
92 |
2,79% |
3,406 |
Keerbergen |
5367 |
5,91% |
61 |
1,85% |
3,474 |
Kortenberg |
8285 |
9,12% |
256 |
7,74% |
8,292 |
Kraainem |
5411 |
5,96% |
132 |
4,00% |
4,784 |
Overijse |
10104 |
11,12% |
166 |
5,02% |
7,46 |
Tervuren |
8960 |
9,86% |
457 |
13,82% |
12,236 |
Wezembeek-Oppem |
5531 |
6,09% |
406 |
12,28% |
9,804 |
Zaventem |
14219 |
15,65% |
560 |
16,94% |
16,424 |
TOTAAL | 90841 |
100,00% |
3306 |
100,00% |
100 |
Artikel 1. De raad stelt voor om de stemrechten van de lokale besturen die deel uitmaken van het werkingsgebied in de algemene vergadering van de toekomstige woonmaatschappij te verdelen op basis van volgende criteria en met het hieronder bepaalde gewicht:
Criterium |
Bron |
Gewicht |
De verhouding tussen het aantal huishoudens per gemeente |
Statbel.fgov.be (meest recente datareeks) |
40 % |
De verhouding tussen het aantal sociale huurwoningen per gemeente |
VMSW en Wonen-Vlaanderen (meest recente datareeks) |
60 % |
|
Totaal: 100% |
Artikel 2. Deze beslissing wordt aan de provinciegouverneur bezorgd en aan de Vlaamse minister van wonen via het mailadres woonmaatschappij@vmsw.be.
De raad verklaart het verzoekschrift van de heer Laurence Vanhelsuwé, Poddegemstraat 181, 1850 Grimbergen, ontvangen op 3 april 2022, onontvankelijk.
Op 3 april 2022 ontving de voorzitter van de gemeenteraad een verzoekschrift van de heer Laurence Vincent Vanhesluwé (Poddegemstraat 181, 1850 Grimbergen), gericht aan de gemeenteraad, over het Zoniënwoud project Silva Terra.
- Artikel 28 van de Grondwet
Ieder heeft het recht verzoekschriften, door een of meer personen ondertekend, bij de openbare overheden in te dienen.
Artikel 304 §2 van het decreet lokaal bestuur
Overeenkomstig artikel 28 van de Grondwet, heeft iedereen het recht verzoekschriften in te dienen bij de organen van de gemeente en bij de organen van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.
- Artikelen 39 en 40 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad
Deze artikelen omschrijven de precieze voorwaarden voor en regels over het indienen van verzoekschriften aan organen van de gemeente. Een verzoek is een vraag om iets te doen of te laten. Uit de tekst van het verzoekschrift moet de vraag duidelijk zijn. Verzoekschriften die een onderwerp betreffen dat niet tot de bevoegdheid van de gemeente behoort, zijn onontvankelijk.
Een schriftelijke vraag wordt niet als verzoekschrift beschouwd als:
1° de vraag onredelijk is of te vaag geformuleerd;
2° het louter een mening is en geen concreet verzoek;
3° de vraag anoniem, d.w.z. zonder vermelding van naam, voornaam en adres, werd ingediend;
4° het taalgebruik ervan beledigend is.
Het orgaan of de voorzitter van het orgaan maakt deze beoordeling. Hij kan de indiener om een nieuw geformuleerd verzoekschrift vragen dat wel aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden voldoet.
Is het een verzoekschrift voor de gemeenteraad, dan plaatst de voorzitter van de gemeenteraad het verzoekschrift op de agenda van de eerstvolgende gemeenteraad indien het minstens 14 dagen vóór de vergadering werd ontvangen.
De gemeenteraad verstrekt, binnen drie maanden na de indiening van het verzoekschrift, een gemotiveerd antwoord aan de verzoeker
- Het verzoekschrift is tijdig ingediend.
- Artikel 39, §3 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad stelt dat verzoekschriften die een onderwerp betreffen dat niet tot de bevoegdheid van de gemeente behoort, onontvankelijk zijn. Het huishoudelijk reglement stelt niet expliciet wie de ontvankelijkheid beoordeeld; om die reden wordt deze vraag voorgelegd aan de gemeenteraad, tot wie het verzoekschrift is gericht. De verzoeker vraagt aan de gemeenteraad concreet om "een publiek debat te voeren over het politiek neutrale Silva Terra initiatief, gevolgd door een standpuntinname, via hoofdelijke stemming." Nog volgens de verzoeker geeft Silva Terra een naam aan het idee om de R0 doorheen het Zoniënwoud te laten verdwijnen door het ondergronds opnieuw aan te leggen. Hij verwijst ook naar de website van het project, die stelt dat Tim Vandenput, burgemeester in Hoeilaart en volksvertegenwoordiger in de Kamer, de trekker van dit milieuproject is.
De basis van de huidige wegencategorisering werd gelegd in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Met de uitrol van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen wordt het RSV opgeheven. De Vlaamse Regering heeft in het Regeerakkoord 2019-2024 beslist om over te gaan naar een nieuwe wegencategorisering. De besluitvorming daarover is nog niet afgerond, dus blijft de wegencategorisering van het RSV van toepassing. Volgens deze huidige wegencategorisering is het Vlaamse Gewest bevoegd voor de hoofdwegen, waartoe de R0 behoort. In de huidige regelgeving is de gemeente dus onbevoegd voor de R0 en dus ook niet voor de ondertunneling of de overkapping ervan. Bovendien leggen ook het verzoekschrift en de website van Silva Terra zelf geen enkele link met de gemeentelijke bevoegdheden. Het verzoekschrift vermeldt ook helemaal niet op basis van welke gemeentelijke bevoegdheid de gemeente Tervuren enige beslissing zou kunnen nemen om deze ondertunneling of overkapping te realiseren. Het belang dat de lokale bevolking zou hebben bij de ondertunneling of overkapping van de R0, onder meer op het vlak van biodiversiteit, mobiliteit, klimaatopwarming... betekent niet dat de R0 een gemeentelijke bevoegdheid zou zijn of worden.
Daarnaast moet de gemeenteraad beoordelen of het verzoek een verzoek een vraag is om iets te doen of te laten, wat een voorwaarde is van het huishoudelijk reglement. De concreet gestelde vraag is om "een publiek debat te voeren over het politiek neutrale Silva Terra initiatief, gevolgd door een standpuntinname, via hoofdelijke stemming." Deze vraag is weliswaar een verzoek aan de gemeenteraad om "iets te doen" maar dit is geen verzoek om iets te doen of te laten zoals bedoeld in de wet en in het huishoudelijk reglement. De vraag om iets te doen of te laten, geformuleerd in een verzoekschrift, moet een initiatief zijn waarvoor de gemeente als openbaar bestuur bevoegd is. Het verzoekschrift moet gericht zijn aan het orgaan dat volgens de hogere en lokale regelgeving bevoegd is voor de beslissing om op dat vlak iets te doen of te laten. Met andere woorden: "het doen" of "het laten" moet betrekking hebben op de gemeente als lokaal bestuur, waarbinnen een aantal organen hun eigen bevoegdheden hebben, en NIET op het orgaan zelf. Het vragen van een publiek debat en van een hoofdelijke stemming beantwoordt dus niet aan de inhoudelijke kenmerken van een verzoekschrift.
Enig artikel. De raad verklaart het verzoekschrift van de heer Laurence Vanhelsuwé, Poddegemstraat 181, 1850 Grimbergen, ontvangen op 3 april 2022, onontvankelijk.
De raad keurt de toetreding tot OFP PROLOCUS goed.
Opzegging van de groepsverzekering voor het aanvullend pensioen voor de contractuele personeelsleden door Belfius Insurance en Ethias in juni 2021
- Wet van 29 juli 1991
Uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen
- Wet van 28 april 2003
Aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid
- Wet van 30 maart 2018
Het gemengd pensioen
- Wet van 18 december 2018
Waarborging van de duurzaamheid en het sociale karakter van de aanvullende pensioenen en tot versterking van het aanvullend karakter ten opzichte van de rustpensioenen
- Artikel 41, 2e lid, 4° van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad is bevoegd voor het toetreden tot rechtspersonen en het beslissen tot oprichting van, deelname aan of vertegenwoordiging in agentschappen, instellingen, verenigingen en ondernemingen.
- Raad van 27 april 2010
Invoering van een aanvullend pensioenstelsel voor contractuele personeelsleden
De 2e pensioenpijler is een aanvullend pensioen dat tot doel heeft om de kloof tussen het contractueel en het statutair pensioen gedeeltelijk te dichten op het ogenblik van de pensionering. De pensioentoelage voor het aanvullend pensioenstelsel voor de contractuele personeelsleden werd door de raad vastgesteld op 2,5%.
Tot 31 december 2021 was het bestuur aangesloten bij de groepsverzekering die na bemiddeling van de VVSG aangeboden werd door Ethias en Belfius Insurance. Deze verzekeraars hebben in juni 2021 de lopende groepsverzekeringsovereenkomst per 1 januari 2022 opgezegd.
Het bestuur heeft voor het voorzien in een 2e pensioenpijler de keuze tussen enerzijds de overheidsopdracht voor een groepsverzekering bij een verzekeraar en anderzijds het aansluiten bij een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening (pensioenfonds). De VVSG heeft een studie laten uitvoeren over de toekomst van de aanvullende pensioenen van de contractuele personeelsleden van de Vlaamse lokale besturen. Na maandenlange intensieve voorbereidingen zijn de VVSG en OFP PROLOCUS erin geslaagd om een volwaardig alternatief aan te bieden voor deze groepsverzekering.
Op 17 december 2021 keurde de algemene vergadering van OFP PROVANT een statutenwijziging goed, waarbij OFP PROVANT werd omgevormd tot OFP PROLOCUS (een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening (IBP) met ondernemingsnummer 0809.537.155), een pensioenfonds waarbij alle lokale besturen van het Vlaamse Gewest kunnen toetreden. Door de toetreding bij een IBP is het bestuur meer betrokken bij het beheer van zijn pensioenfinanciering. In tegenstelling tot een groepsverzekering vaardigt het bestuur een vertegenwoordiger af in de algemene vergadering van OFP PROLOCUS en heeft het bestuur naast controlebevoegdheid ook de mogelijkheid om - indien nodig - punten op de agenda van de algemene vergadering te zetten. Ook streeft, in tegenstelling tot een groepsverzekering, een IBP geen winsten na ten voordele van de organisatie zelf. Een IBP heeft ruime beleggingsmogelijkheden, zodat een ruimer rendement mogelijk is dan in een tak 21 verzekering, zonder dat dit enige garantie inhoudt.
Het bestuur kan toetreden tot OFP PROLOCUS zonder overheidsopdracht vermits aan de voorwaarden van een 'in house' opdracht voldaan zijn:
- ten eerste oefent het bestuur via de algemene vergadering waar ze lid van wordt, toezicht uit op OFP PROLOCUS zoals op haar eigen diensten;
- ten tweede behelst meer dan 80% van de activiteiten van de OFP PROLOCUS de uitvoering van taken die hem zijn toegewezen door de controlerende overheden, namelijk het voorzien in aanvullende pensioenen voor lokale en provinciale besturen;
- ten derde is er geen directe participatie van privékapitaal in de OFP PROLOCUS;
- ten vierde is OFP PROLOCUS zelf onderworpen aan de wetgeving van de overheidsopdrachten.
OFP PROLOCUS zal, in het verlengde van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen, in zijn beleggingsstrategie rekening houden met de ESG-criteria (Environmental, Social and Governance / milieu- en sociale criteria en deugdelijk bestuur).
Het aanbod van OFP PROLOCUS voorziet, net zoals de groepsverzekering die tot eind 2021 werd aangehouden bij Ethias en Belfius Insurance geen werknemersbijdragen vereist, in een overlijdensdekking en een kapitaalsuitkering.
De mogelijkheid van een zogenaamde "steprate" bijdrage bestaat. Het is dus mogelijk om op het gedeelte van het loon dat boven het maximumplafond voor de berekening van het wettelijk pensioen uitkomt, een hogere toezegging te doen om zo het verschil tussen een statutair pensioen en een wettelijk pensioen verder te verkleinen.
Er bestaan 3 soorten pensioenplannen: defined benefit of vaste prestaties, cash balance en defined contribution of vaste bijdragen. De voorgestelde formule is een vastebijdragenplan. In dit plan belooft de werkgever een bepaalde bijdrage, uitgedrukt als een percentage van het aan de RSZ onderworpen brutoloon, te betalen zonder vastgesteld rendement. De behaalde rendementen worden toegekend conform het kaderreglement. Het bestuur moet de vastgestelde bijdrage minimum betalen. Wanneer het wettelijk minimumrendement niet wordt behaald, zal het bestuur bijkomende bijdragen moeten betalen. In elk geval moet voor de aangeslotenen het wettelijk minimum rendement (momenteel 1,75% voor actieve aangeslotenen, 0% voor passief aangeslotenen) behaald worden. Als bijkomende veiligheid de 1e 5 jaar voorziet het bestuur, bovenop de middelen, nodig voor de pensioentoezegging, in een extra prefinanciering van 5% om zo de kans op het betalen van bijkomende bijdragen te verkleinen. Deze prefinanciering blijft ter beschikking van het bestuur ter financiering van latere bijdragen.
De toetreding van ons bestuur tot OFP PROLOCUS lijkt aangewezen. Hiertoe dient een toetredingsdossier bij OFP PROLOCUS ingediend te worden uiterlijk op 30 april 2022:
- keuze van de pensioentoezegging;
- toetredingsdatum tot het OFP;
- of het bestuur een aanvullende toezegging wenst voor een specifieke groep van personeel;
- of het bestuur een inhaaltoezegging wenst;
- of het bestuur deel wenst uit te maken van een MIPS-groep.
Ook dienen een aantal sleuteldocumenten goedgekeurd te worden:
- statuten;
- beheersovereenkomst;
- kaderreglement;
- bijzonder pensioenreglement;
- financieringsplan;
- verklaring inzake beleggingsbeginselen.
Als pensioentoezegging behoudt het bestuur eenzelfde bijdragepercentage als eerder vastgelegd.
Een toetreding tot OFP PROLOCUS is mogelijk per 1 januari van elk kalenderjaar. Voor de besturen die al aangesloten waren bij de groepsverzekering Belfius-Ethias is 1 januari 2022 de juiste datum. Hierdoor ontstaat immers geen 'pensioen-gap' voor de contractuele personeelsleden.
Het bestuur kan met andere rechtspersonen waarmee ze nauwe banden heeft (AGB, OCMW) een MIPS-groep vormen. Binnen een MIPS-groep is interne mobiliteit voor het personeel mogelijk zonder dat dit gevolgen heeft voor de pensioentoezegging van het personeelslid. Binnen een MIPS-groep speelt een onderlinge solidariteit. Ook voor het OFP leveren MIPS-groepen een voordeel op. Zo zorgen ze voor een beteren administratieve beheersbaarheid en een vereenvoudiging van de aangifteverplichtingen. Voorwaarde hiervoor is dat het gaan om juridisch gelinkte besturen binnen dezelfde gebiedsomschrijving die financieel van elkaar afhankelijk zijn. Ook dient het pensioenplan van deze werkgevers in dit geval identiek te zijn. Gemeentebestuur Tervuren kan samen met OCMW Tervuren en AGB Bexit een MIPS-groep vormen. Elke werkgever dient het toetredingsdossier in te dienen bij OFP PROLOCUS.
Om het aanvullend pensioen via OFP PROLOCUS te financieren dient elk bestuur een premie te betalen. Deze premie zal bestaan uit 3 componenten:
- een inningspremie op kwartaalbasis (+ bijdrage van 8,86% op deze inningspremie);
- een bijkomende premie op jaarbasis om het saldo van de geïnde premies en de verschuldigde bijdragen conform het pensioenplan te dekken (+ bijdrage van 8,86% op de bijkomende premie);
- een bijkomende kostenpremie op jaarbasis om de kosten van het pensioenfonds te dekken. Deze kostenpremie wordt voor 2022 forfaitair vastgelegd op 1.000 euro per jaar per werkgever en 10 euro per jaar per aangeslotene. Deze bedragen worden jaarlijks geïndexeerd tot en met 2024.
De door het financieringsplan verschuldigde bijdragen en de kosten voor het functioneren van OFP PROLOCUS zullen worden geïnd door de RSZ in naam en voor rekening van OFP PROLOCUS.
- Marc Charlier wordt afgevaardigd als vertegenwoordiger in de algemene vergadering van OFP PROLOCUS.
Met 25 stemmen voor
- Kristina Eyskens wordt aangeduid als vervanger in de algemene vergadering van OFP PROLOCUS.
Met 24 stemmen voor, 1 stem tegen
De kosten voor het beheer door OFP Prolocus zijn niet opgenomen in het huidig meerjarenplan en zullen bij de volgende aanpassing moeten worden voorzien. Aangezien de tweede pensioenpijler voor de contractanten een wettelijke verplichting is en OFP Prolocus momenteel de enige aanbieder is voor het beheer ervan kunnen we niet anders dan deze meerkosten prioritair op te nemen bij de volgende aanpassing van het MJP.
Gunstig visum VSM/2022/083 van Financieel advies van 26 april 2022
Marc Charlier wordt afgevaardigd als vertegenwoordiger in de algemene vergadering van OFP PROLOCUS.
Met 25 stemmen voor
- Kristina Eyskens wordt aangeduid als vervanger in de algemene vergadering van OFP PROLOCUS.
Met 24 stemmen voor, 1 stem tegen
Artikel 1. De raad neemt kennis van en stemt in met:
- de beheersovereenkomst en financieringsplan via de toetredingsakte van OFP PROLOCUS;
- het kaderreglement en het bijzonder pensioenreglement.
Ook neemt de raad kennis van de verklaring inzake beleggingsbeginselen (SIP) en de statuten. De raad onderschrijft de ESG-criteria die algemeen zijn verwoord in de SIP van OFP PROCOLUS en verzoekt OFP PROCOLUS om bij de verdere uitwerking van het beleggingsbeleid rekening te houden met deze ESG-criteria.
Artikel 2. De raad beslist om vanaf 1 januari 2022 toe te treden tot OFP PROLOCUS (afzonderlijk vermogen VVSG) en richt hiertoe een verzoek tot aanvaarding als lid van de algemene vergadering tot OFP PROLOCUS.
Artikel 3. De raad stemt in met het feit dat de door het financieringsplan verschuldigde bedragen en de kosten voor het functioneren van OFP PROLOCUS zullen worden geïnd door de RSZ in naam van en voor rekening van OFP PROLOCUS.
Artikel 4. De pensioentoezegging bedraagt 2,5% van het pensioengevend loon, zoals eerder door de raad vastgesteld.
Artikel 5. Gemeentebestuur Tervuren vormt samen met OCMW Tervuren en AGB Bexit een zogenaamde MIPS-groep.
Artikel 6. De heer Marc Charlier wordt afgevaardigd als vertegenwoordiger in de algemene vergadering van OFP PROLOCUS. Mevrouw Kristina Eyskens wordt aangeduid als vervanger van voorgaande indien hij niet aanwezig kan zijn.
De raad keurt de verkoop goed.
De verkoopakten voor de privatieve delen kunnen verleden worden.
Artikel 42 tweede lid 11° decreet lokaal bestuur
de raad is bevoegd voor daden van beschikking over onroerende goederen
Voor het gebouw Poort besliste de raad op 24 juni 2021 om een recht van opstal te verlenen aan de ontwikkelaar Panquin Construct. Dit impliceert dat de gemeente bij de verkoopakten zal optreden als grondeigenaar en de ontwikkelaar als eigenaar van de nog op te richten gebouwen.
De te innen verkoopprijs voor het grondaandeel van de autostaanplaats bedraagt 1.186,00 euro.
Enig artikel. De raad keurt de verkoop goed van de hierna vermelde autostaanplaats in de Residentie Poort op te richten op een perceel grond gelegen te Tervuren, aan de Duisburgsesteenweg, thans gekadastreerd sectie D nummers 615HP0000, 615KP0000, 615LP0000, 615MP0000, 612VP0000, 615B2P0000, 615C2P0000, 615F2P0000 en 615G2P0000, met een oppervlakte van 24 are 42 centiare:
aan POWTREE CAPITAL bv, Molenberglaan 32, 3080 Tervuren, de autostaanplaats PP 23 (LOT 62) op niveau -2, voor de totale prijs van 42.000,00 euro, die onderverdeeld is als volgt:
- voor het grondaandeel: 1.186,00 euro
- voor de constructies: 40.814,00 euro
De raad keurt het nieuw huishoudelijk reglement goed.
Het is noodzakelijk om de reglementen op de begraafplaatsen aan te passen omdat de bestaande sterk verouderd zijn en niet aangepast aan de actuele wetgeving.
- Decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging van 16 januari 2004, zoals tot op heden gewijzigd;
- Omzendbrief BA-2006/03 van 10 maart 2004 betreffende de toepassing van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging en de uitvoeringsbesluiten, zoals tot op heden gewijzigd;
- Besluit van de Vlaamse regering van 14 mei 2004 tot organisatie, inrichting en beheer van de begraafplaatsen en crematoria;
Tot nu toe waren de hiernavolgende reglementen van toepassing op de begraafplaatsen:
- Reglement betreffende de begrafenissen, laatste aanpassing goedgekeurd op 30 oktober 2014
- Reglement betreffende de concessies op de gemeentelijke begraafplaatsen, goedgekeurd in de gemeenteraad van 4 november 2004
Het is noodzakelijk om de bestaande reglementen aan te passen om de volgende redenen:
- Het creëren van meer rechtszekerheid voor de burgers.
- Meer garanties bieden op de toepassing van het niet-discriminatieprincipe.
- Het verzamelen van alle modaliteiten betreffende de begravingen in één reglementering, namelijk het gemeentelijk huishoudelijk reglement.
- Het verzamelen van alle modaliteiten met betrekking tot de politionele bevoegdheden op de begraafplaatsen in één reglementering, namelijk het gemeentelijk politiereglement.
- Het verbeteren van de ruimtelijke en de esthetische aspecten op de begraafplaatsen.
Aangezien de dagdagelijkse toepassing op de begraafplaatsen niet altijd even duidelijk was verwoord en de splitsing van de bepalingen omtrent de begravingen over twee reglementen vaak niet helemaal duidelijk was, worden deze reglementen afgeschaft en vervangen door 2 nieuwe reglementen, namelijk:
- Het gemeentelijk huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen: het dagdagelijkse werkinstrument voor de begraafplaatsen
- Het gemeentelijk politiereglement op de begraafplaatsen. Dit reglement bevat alle bepalingen die min of meer kunnen gekoppeld worden aan bepaalde sancties of die te maken hebben met de bevoegdheid van de burgemeester, als hoofd van de administratieve politie.
Hoofdstuk 1: Algemeenheden
Artikel 1.1. In de gemeente Tervuren kan op de hiernavolgende begraafplaatsen begraven worden:
Tervuren: Duisburgsesteenweg
Vossem: Kerkhofstraat
Duisburg: Merenstraat
Moorsel: Moorselstraat
Van zodra het technisch mogelijk is, kunnen de biologisch afbreekbare urnen begraven worden op een plaats aangeduid door de gemeente.
Artikel 1.2. Onder “begraving” wordt verstaan:
• Het begraven van stoffelijke overschotten
• Het bijzetten van asurnen in het columbarium
• Het begraven van asurnen
• De verstrooiing van de as op een strooiweide
• Het begraven van biologisch afbreekbare urnen, van zodra het technisch mogelijk is
Op de begraafplaatsen van Tervuren en Vossem zijn begravingen in kelders mogelijk.
Artikel 1.3. Elk overlijden in de gemeente moet zo snel mogelijk aangegeven worden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand.
Diegene die voor de begraving instaat regelt met het gemeentebestuur de formaliteiten betreffende de begrafenis. Bij ontstentenis daaraan, wordt door het gemeentebestuur het nodige gedaan.
Het gemeentebestuur beslist over de dag en het uur van de begraving.
De begravingen zijn mogelijk op de werkdagen, tussen 09.00 uur en 15.00 uur. Op zaterdagen tussen 09.00 uur en 13.30 uur. Er zijn geen begravingen mogelijk op:
• de wettelijke feestdagen
• de sluitingsdagen van de gemeente
• de dagen, jaarlijks aangeduid door het college van burgemeester en schepenen
Wanneer de afspraak betreffende de begraving niet wordt nagekomen, zal een tarief aangerekend worden, vastgesteld in het gemeentelijk tariefreglement, per uur dat de oorspronkelijk vastgestelde tijd overschreden wordt.
Artikel 1.4. Behoudens de wettelijke bepalingen, voorzien in het decreet en in de lokale reglementering, is de manier van teraardebestelling, zoals vermeld bij de aangifte, definitief.
De volgorde van de begravingen en de bijzettingen wordt bepaald door het gemeentebestuur, meer bepaald door het college van burgemeester en schepenen, op voorstel van de administratie en de technische dienst. Vooraleer een overlijden heeft plaatsgehad, kunnen geen plaatsen worden gereserveerd.
Enkel de daartoe door het gemeentebestuur aangestelde personen zijn gemachtigd begravingen uit te voeren.
De as wordt uitgestrooid door een gemeentelijke aangestelde.
Artikel 1.5. Een stoffelijk overschot wordt begraven in een kist of in een lijkwade.
Een kist moet beantwoorden aan de voorwaarden bepaald in het uitvoeringsbesluit van 21/10/2005. *
Een lijkwade is een lijkomhulsel dat in de plaats van een doodskist wordt gebruikt bij de lijkbezorging. Een lijkwade moet beantwoorden aan de voorwaarden bepaald in het uitvoeringsbesluit van 21/10/2005. *
*Belgisch Staatsblad, publicatie 15/12/2005. Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de voorwaarden waaraan een doodskist of een ander lijkomhulsel moet beantwoorden.
De burgemeester of zijn gemachtigde mag een kisting bijwonen.
Artikel 1.6. De rouwenden kunnen bij het gehele verloop van de begrafenis aanwezig zijn.
Op schriftelijk verzoek, kunnen de overlevende partner en de bloedverwanten eerste graad bij het dichten van de grafput aanwezig zijn. Het verzoek moet ten laatste de werkdag voor de datum van de begraving ingediend worden.
Hoofdstuk 2. Niet-geconcedeerde begravingen
Artikel 2.1. Zonder concessie kunnen op de begraafplaatsen begraven worden:
• personen die op datum van hun overlijden ingeschreven waren in één van de bevolkingsregisters van Tervuren;
• niet identificeerbare stoffelijke overschotten, ontdekt op het grondgebied van Tervuren;
• personen die de gemeente effectief bewonen, doch krachtens wettelijke bepalingen of internationale overeenkomsten vrijgesteld zijn van inschrijving in één van de bevolkingsregisters van Tervuren.
• Niet-inwoners die gedurende een termijn van 20 jaar in één van de bevolkingsregisters van Tervuren zijn ingeschreven.
Artikel 2.2. Een niet-geconcedeerde begraving wordt 10 jaar bewaard.
Het is verboden meer dan 1 stoffelijk overschot in 1 graf te begraven.
Slecht 1 asurn per urnenveld of nis is toegelaten.
Tenzij mits ontgraving, is de omzetting van een niet-geconcedeerde begraving, naar een begraving in een concessie niet toegelaten. De modaliteiten, voorzien in het gemeentelijk politiereglement en in het tariefreglement zijn van toepassing.
Artikel 2.3. Wanneer niet-geconcedeerde begravingen worden ontruimd, zal een afschrift van de beslissing tot ontruiming gedurende 1 jaar bekendgemaakt worden:
• aan het betrokken graf en/of in de nabijheid van het te ontruimen perceel.
• aan de ingang van de begraafplaats.
• door middel van andere gemeentelijke informatiekanalen.
Na de termijn van bekendmaking worden de grafmonumenten eigendom van de gemeente en worden ze ambtshalve verwijderd. Het college van burgemeester en schepenen beslist over de bestemming van deze materialen.
Voor de ruiming van een niet-geconcedeerd perceel wordt een draaiboek opgemaakt.
Indien de nabestaanden het grafmonument willen verwijderen moeten zij de dienst Burgerzaken hiervan op de hoogte brengen met het voorziene document.
Artikel 2.4. De aanvraag tot retroactieve thuisbewaring van een asurn uit een niet-geconcedeerd perceel of nis, bij toepassing van artikel 24 en 24 bis van het decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging moet schriftelijk worden ingediend bij het college van burgemeester en schepenen door de overlevende echtgeno(o)t(e) of samenlevende partner en de bloedverwanten eerste graad.
De aanvraag tot retroactieve thuisbewaring kan ingediend worden tot zolang de procedure van ontruiming van de niet-geconcedeerde graven loopt.
De plaats van bewaring of verstrooiing wordt in de aanvraag aangeduid.
De aanvraag tot retroactieve thuisbewaring kan slechts éénmaal worden ingediend.
De voorwaarden betreffende de ontgraving, opgenomen in artikel 3.1 en volgende van het politiereglement, zijn van toepassing.
Wanneer de thuisbewaring ophoudt, kan de as van de overledene uitgestrooid worden op de strooiweide van de gemeentelijke begraafplaats of begraven of bijgezet worden in een concessie.
Wanneer er een asverstrooiing wordt uitgevoerd, is er geen recht op de plaatsing van een naamplaat op het monument aan de strooiweide. Er is enkel het recht op de plaatsing van een naamplaat op de herinneringsmuur. De bepalingen van artikel 4.7 van dit reglement zijn van toepassing.
Hoofdstuk 3. Concessies
Artikel 3.1. Zolang de omvang van de begraafplaatsen dit mogelijk maakt, worden concessies verleend voor het begraven van stoffelijke overschotten en asurnen en voor het bijzetten van asurnen, volgens de tarieven opgenomen in het gemeentelijk tariefreglement.
Een concessie wordt toegekend voor maximum 2 personen.
Artikel 3.2. De concessie wordt schriftelijk aangevraagd bij het college van burgemeester en schepenen. De begunstigden van de concessie worden in de aanvraag vermeld.
Naar aanleiding van de bijbegraving of bijzetting kan de concessie hernieuwd worden tot de vervaldatum, toegekend aan het perceel.
Artikel 3.3.
Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd om de concessies te verlenen conform de modaliteiten van het huishoudelijk reglement en de vastgestelde tarieven, voorzien in het tariefreglement.
Het college van burgemeester en schepenen wordt eveneens gemachtigd om de concessies te beëindigen bij toepassing van een procedure van verwaarlozing en naar aanleiding van een aanvraag tot voortijdige beëindiging van een concessie.
Artikel 3.4.
Concessies, aangevraagd na 02/05/2022
De concessies, aangevraagd na 2 mei 2022, worden nominatief toegekend voor max. 2 personen, en voor een termijn van 30 jaar per perceel, die aanvangt op de datum van het eerste overlijden.
Het volledige tarief van de concessie wordt, op het ogenblik van de aanvraag tot concessie en volgens de voorwaarden opgenomen in het tariefreglement, onmiddellijk betaald.
Hernieuwing van de concessie, naar aanleiding van de bijbegraving.
Naar aanleiding van de bijbegraving in het geconcedeerd perceel, wordt de concessie op schriftelijk verzoek hernieuwd tot de vervaldatum, toegekend voor dit perceel of nis.
Hernieuwing van de concessie zonder bijbegraving.
Op schriftelijk verzoek en voor het verstrijken van de oorspronkelijk toegekende concessietermijn, kan de concessie hernieuwd worden met een termijn van 15 of 30 jaar, die aanvangt op de vervaldatum, oorspronkelijk toegekend aan het perceel. Het tarief van de hernieuwing van de concessie wordt, op het ogenblik van het indienen van de aanvraag tot hernieuwing en volgens de voorwaarden opgenomen in het tariefreglement, onmiddellijk betaald.
Concessies, aangevraagd voor 02/05/2022
De concessies, aangevraagd voor 2 mei 2022, werden nominatief toegekend voor max. 2 personen, en voor een termijn van 30 jaar per perceel, die aanvangt op de datum van het eerste overlijden.
Het volledige tarief van de concessie werd, op het ogenblik van de aanvraag tot concessie en volgens de voorwaarden opgenomen in het tariefreglement, onmiddellijk betaald.
Hernieuwing van de concessie, naar aanleiding van de bijbegraving.
Naar aanleiding van de bijbegraving in het geconcedeerd perceel, wordt de concessie op schriftelijk verzoek hernieuwd tot de vervaldatum, toegekend voor dit perceel o
Hernieuwing van de concessie zonder bijbegraving.
Op schriftelijk verzoek en voor het verstrijken van de oorspronkelijk toegekende concessietermijn, kan de concessie hernieuwd worden met een termijn van 15 of 30 jaar, die aanvangt op de vervaldatum, oorspronkelijk toegekend aan het perceel. Het tarief van de hernieuwing van de concessie wordt, op het ogenblik van het indienen van de aanvraag tot hernieuwing en volgens de voorwaarden opgenomen in het tariefreglement, onmiddellijk betaald.
Toepassing van artikel 24 en 24 bis van het decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging.
De aanvraag tot retroactieve thuisbewaring van een asurn uit een concessie in het columbarium of het urnenveld, bij toepassing van artikel 24 en 24 bis van het decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging moet schriftelijk worden ingediend bij het college van burgemeester en schepenen door de overlevende echtgeno(o)t(e) of samenlevende partner en de bloedverwanten eerste graad.
De aanvraag tot retroactieve thuisbewaring kan ingediend worden tot zolang de termijn van de concessie loopt of tot zolang de procedure van de hernieuwing van de concessie loopt.
De plaats van bewaring of verstrooiing wordt in de aanvraag aangeduid.
De aanvraag tot retroactieve thuisbewaring kan slechts éénmaal worden ingediend.
De modaliteiten betreffende de ontgraving, opgenomen in artikel 3.1 en volgende van het gemeentelijk politiereglement en het gemeentelijk tariefreglement zijn van toepassing.
De geconcedeerde nis of perceel wordt gedurende een termijn van 2 jaar bewaard.
De bewaringstermijn heeft geen invloed op de oorspronkelijk toegekende concessietermijn.
Wanneer de thuisbewaring na de termijn van 2 jaar ophoudt, kan de as van de overledene uitgestrooid worden op de strooiweide van één van de gemeentelijke begraafplaatsen of begraven of bijgezet worden in een nieuwe concessie.
Wanneer er een asverstrooiing wordt uitgevoerd is er geen recht op de plaatsing van een naamplaat op het monument aan de strooiweide. Er is enkel het recht op de plaatsing van een naamplaat op de herinneringsmuur. De bepalingen van artikel 4.7 van dit reglement zijn van toepassing.
Voortijdige beëindiging van de concessie tijdens de retroactieve thuisbewaring.
Wanneer op het ogenblik van de aanvraag tot retroactieve thuisbewaring, door de nabestaanden reeds gekozen wordt om de asurne niet meer terug te brengen of wanneer door de nabestaanden gekozen wordt voor een asverstrooiing op een andere plaats dan de begraafplaats, dan worden de modaliteiten van artikel 3.8 van het gemeentelijk huishoudelijk reglement toegepast.
Hernieuwing van de concessie tijdens de retroactieve thuisbewaring.
Wanneer de concessie tijdens de periode van bewaring moet hernieuwd worden, zijn de algemene modaliteiten voor een hernieuwing van een concessie van dit artikel van toepassing. Wanneer de concessie, tijdens de periode van de bewaring, niet hernieuwd wordt, is deze vervallen.
Wanneer, na een termijn van twee jaar, de asurn niet wordt teruggebracht naar de begraafplaats, wordt de concessie ambtshalve opgeheven.
De betaalde concessieprijs kan noch geheel, noch gedeeltelijk teruggevorderd worden.
Artikel 3.5. Op de kinderbegraafplaats worden begravingen toegestaan tot de leeftijd van 18 jaar.
Behoudens de reeds toegekende eeuwigdurende concessies, worden op de kinderbegraafplaats de hiernavolgende concessiesystemen toegepast:
Concessies, aangevraagd na 02/05/2022
De concessies, schriftelijk aangevraagd na 2 mei 2022, worden ambtshalve en nominatief toegekend voor een termijn van 30 jaar, die aanvangt op de datum van de begraving.
Op schriftelijk verzoek en voor het verstrijken van de oorspronkelijk toegekende concessietermijn, kan de concessie ambtshalve hernieuwd worden met een termijn 15 of 30 jaar, die aanvangt op de vervaldatum, oorspronkelijk toegekend aan het perceel.
Op schriftelijk verzoek en voor de vervaldatum, toegekend aan het perceel na de eerste hernieuwing, kan de concessie een tweede maal hernieuwd worden met een termijn van 15 of 30 jaar, die aanvangt op tweede vervaldatum. Het tarief betreffende de tweede hernieuwing van de concessie wordt, overeenkomstig de modaliteiten voorzien in het tariefreglement, onmiddellijk betaald.
Concessies, aangevraagd tijdens de periode van 02/05/2022 tot en met 31/12/2022.
De vervallen concessies van de kinderbegraafplaats, waarvoor, in de periode van 02/05/2022 tot en met 31/12/2022 de hernieuwing werd aangevraagd, zijn ambtshalve toegekend voor een termijn van 30 jaar, die aanvangt op de datum van het schriftelijk verzoek.
Op schriftelijk verzoek en voor de vervaldatum, toegekend aan het perceel, na de toekenning van de concessie, kan de concessie een tweede maal hernieuwd worden met een termijn van 15 of 30 jaar, die aanvangt op de eerste vervaldatum. Het tarief betreffende de hernieuwing van de concessie, wordt, overeenkomstig de modaliteiten voorzien in het tariefreglement, onmiddellijk betaald.
Artikel 3.6. Behoudens de reeds toegekende eeuwigdurende concessies, wordt, voor de begravingen van oud-strijders het hiernavolgende concessiesysteem toegepast:
Concessies, aangevraagd na 02/05/2022
De concessies, bedoeld voor de begraving van een oud-strijder op het erepark, aangevraagd na 2 mei 2022, worden ambtshalve en nominatief toegekend voor een termijn van 50 jaar per perceel, die aanvangt op de datum van de begraving.
De concessies kunnen ambtshalve hernieuwd worden met een termijn van 50 jaar, die aanvangt op de vervaldatum, toegekend aan het perceel.
De concessie van de oud-strijder wordt ambtshalve toegekend, indien er een strijders- of vuurkaart kan voorgelegd worden.
Indien de oud-strijders elders op de begraafplaats worden begraven, worden de bepalingen van artikel 3.4 van dit reglement toegepast.
Concessies, toegekend voor 02/05/2022
De begravingen van de oud-strijders op het erepark, uitgevoerd voor 2 mei 2022, worden ambtshalve hervormd tot concessies met een termijn van 50 jaar, die aanvangen op de datum van het overlijden.
De concessies kunnen ambtshalve hernieuwd worden met een termijn van 50 jaar, die aanvangt op de vervaldatum, toegekend aan het perceel.
Artikel 3.7. De voorafgaande schikkingen omtrent de duur en de hernieuwing van de concessies doen geen afbreuk aan het recht op kosteloze hernieuwing van de reeds eerder toegekende eeuwigdurende concessies, zoals voorzien in de wet van 21 juli 1971.
Artikel 3.8. Eenieder kan een aanvraag tot voortijdige beëindiging van een concessie schriftelijk indienen bij het college van burgemeester en schepenen.
De aanvraag tot voortijdige beëindiging van de concessie wordt gedurende een termijn van 6 maanden aangeplakt aan de ingang van de begraafplaats en aan het desbetreffende perceel.
Bezwaren tegen een aanvraag tot voortijdige beëindiging moeten schriftelijk worden ingediend bij het college van burgemeester en schepenen.
Bij een voortijdige beëindiging van de concessie kan het betaalde concessietarief noch geheel, noch gedeeltelijk teruggevorderd worden.
Artikel 3.9. In geval van terugneming van een perceel wegens openbaar belang of dienstnoodwendigheden, kunnen de concessiehouders geen aanspraak maken op enige vergoeding.
Zij hebben slechts het recht op het kosteloos bekomen van een perceel of een nis van dezelfde afmetingen op een ander deel van de begraafplaats of een andere gemeentelijke begraafplaats, tot het einde van de reeds toegekende concessietermijn.
Hoofdstuk 4 Percelen – Afmetingen Grafmonumenten – Graftekens – Gedenkplaten – Beplantingen - Onderhoud
Artikel 4.1. Eenieder heeft het recht om een grafmonument te plaatsen.
Op het perceel waarin een stoffelijk overschot of een asurne begraven is of bijgezet is in een concessie, moet uiterlijk binnen de 6 maanden aanwezig zijn :
- een grafzerk waarop de naam, voornaam en de datum of het jaartal van overlijden van de aldaar begraven perso(o)n(en) aangebracht worden.
Op een geconcedeerde nis van het columbarium moet uiterlijk binnen de 6 maanden een naamplaat/afdekplaat worden aangebracht.
Op een geconcedeerd perceel van het urnenveld moet uiterlijk binnen de 6 maanden een afdekplaat geplaatst worden.
Indien binnen de voorziene termijn de plaatsing van de afzoming of de grafzerk niet is uitgevoerd, of indien tijdens de verdere duur van de concessie niet langer aan die voorwaarden voldaan is, kan zulks aanleiding geven tot het treffen van maatregelen die zijn voorzien in het decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging bij verwaarlozing van graven.
Artikel 4.2. Een perceel voor de begravingen van stoffelijke overschotten of urnen moet de hiernavolgende afmetingen hebben:
Stoffelijk overschot of urne |
Lengte |
Breedte |
- 18 jaar |
220 cm |
99 cm |
+ 18 jaar |
220 cm |
99 cm |
De percelen voor de begravingen in een urnenkelder moeten de hiernavolgende afmetingen hebben:
Lengte |
Breedte |
|
Concessies |
60 cm |
60 cm |
Niet-geconcedeerde |
60 cm |
40 cm |
Artikel 4.3. De grafmonumenten moeten aan de hiernavolgende afmetingen voldoen:
De afmetingen van de percelen mogen niet vergroot worden.
Monument
|
|
Kinderbegraafplaats |
Niet-geconcedeerd |
Concessie met kelder |
Grondconcessies |
Lengte |
100 cm |
180 cm |
250 cm |
220 cm |
|
Breedte |
60 cm |
80 cm |
99 cm |
99 cm |
|
Hoogte |
120 cm |
10 cm |
10 cm |
10 cm |
Monument op sokkel Afmetingen
|
|
Kinderbegraafplaats |
Niet-geconcedeerd |
Concessie met kelder |
Grondconcessies |
Breedte |
80 cm |
109 cm |
n.v.t. |
109 cm |
|
Diepte |
40 cm |
60 cm |
n.v.t. |
60 cm |
|
Hoogte |
10 cm |
10 cm |
n.v.t. |
10 cm |
Monument op sokkel Afmetingen
|
|
Kinderbegraafplaats |
Niet-geconcedeerd |
Concessie met kelder |
Grondconcessies |
Breedte |
60 cm |
90 cm |
n.v.t. |
90 cm |
|
Diepte |
25 cm |
25 cm |
n.v.t. |
25 cm |
|
Max hoogte |
80 cm |
90 cm |
n.v.t. |
90 cm |
Voor de plaatsing van het grafmonument moet de aanvraag schriftelijk worden ingediend.
Artikel 4.4. Grafmonumenten van oud-strijders op het erepark, overleden na 2 mei 2022.
De grafmonumenten van de oud-strijders, begraven op het erepark na 2 mei 2022, worden geplaatst en onderhouden door het gemeentebestuur.
Op de grafmonumenten van de oud-strijders, elders begraven na 2 mei 2022, zijn de artikels 4.1 tot 4.3 van toepassing. Het onderhoud van de grafmonumenten van de oud-strijders, elders begraven na 2 mei 2022, berust op de belanghebbenden.
Grafmonumenten van oud-strijders op het erepark, overleden voor 2 mei 2022.
De grafmonumenten van de oud-strijders, begraven op het erepark, voor 2 mei 2022, worden onderhouden door het gemeentebestuur.
Het onderhoud van de grafmonumenten van de oud-strijders, elders begraven voor 2 mei 2022, berust op de belanghebbenden.
Artikel 4.5. De naamplaten van de afdekplaten van het columbarium kunnen worden geleverd volgens het model, vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen. Deze worden door de gemeentelijke diensten geplaatst.
De kosten van de naamplaat en de kosten van de plaatsing worden betaald, overeenkomstig het retributiereglement.
Indien de naamplaat niet door het gemeentebestuur wordt geleverd moet deze voldoen aan de hiernavolgende voorwaarden:
Naamplaat afdekplaat columbarium |
Breedte |
Hoogte |
22 cm |
5 cm |
Artikel 4.6. De grafmonumenten op het urnenveld moeten de hiernavolgende afmetingen hebben:
Lengte |
Breedte |
Hoogte |
|
Concessies |
60 cm |
60 cm |
40 cm |
Niet-geconcedeerde (enkel in Tervuren) |
60 cm |
40 cm |
40 cm |
Artikel 4.7. Graf- en opschriften moeten op de grafmonumenten aangebracht zijn, alvorens deze op de begraafplaats mogen geplaatst worden.
Artikel 4.8. Naamplaatjes
Naamplaatjes op het herdenkingsmonument aan de strooiweide.
De naamplaatjes op het herdenkingsmonument aan de strooiweide kunnen worden geleverd volgens het model, vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen.
De naamplaatjes worden gedurende een termijn van 10 jaar bewaard.
Bij toepassing van artikel 24 en 24bis van het decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging kan, na verstrooiing van de as, geen naamplaat geplaatst worden.
Het tarief van de levering en de plaatsing van het naamplaatje op het herdenkingsmonument aan de strooiweide wordt, overeenkomstig de modaliteiten voorzien in het tariefreglement, onmiddellijk betaald.
Naamplaatjes op de sterretjesweide.
De naamplaatjes op de sterretjesweide kunnen worden geleverd volgens het model, vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen.
De naamplaatjes worden gedurende een termijn van 20 jaar bewaard.
Op het monument van de sterretjesweide kunnen er enkel naamplaatjes geplaatst worden voor de kinderen, waarvan de ouders of één van hen:
Naamplaatjes op de herdenkingsmuur.
De naamplaatjes op de herdenkingsmuur kunnen worden geleverd volgens het model, vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen.
Deze herdenkingsmuur bevat enkel de naamplaatsjes van de personen waarvan hun graf ontruimd is of waarvan de 10 jaar aan de strooiweide verlopen is.
De naamplaatjes worden gedurende een termijn van 20 jaar bewaard.
Het tarief van de levering en de plaatsing van het naamplaatje van de herdenkingsmuur wordt, overeenkomstig de modaliteiten voorzien in het tariefreglement, onmiddellijk betaald.
Artikel 4.9. De aanplantingen op de grafmonumenten en eventuele andere voorwerpen geplaatst door de nabestaanden moeten derwijze geplaatst en onderhouden worden dat zij zich niet uitbreiden buiten de afmetingen toegewezen aan het graf, noch het zicht op de identificatiegegevens op het grafteken belemmeren. De hoogte moet beperkt worden tot 1.20 m.
Het is niet toegelaten op de afdekplaat van het urnenveld enige constructie te plaatsen:
Artikel 4.10. De graven mogen niet afgedekt worden met materialen die door hun aard of wijze van aanbrengen gemakkelijk op de wegenis of de naburige graven kunnen verschuiven (grint, kiezel, steenslag en andere) of het onderhoud ervan bemoeilijken.
Kniel- of bidbanken aan de graven zijn niet toegelaten. Deze zullen onmiddellijk verwijderd worden zonder voorafgaande melding.
Artikel 4.11. Kronen uit natuurlijke bloemen moeten weggenomen worden, zodra zij niet meer fris zijn. Indien ze niet worden weggenomen, worden ze ambtshalve verwijderd.
Artikel 4.12. De bloemen en planten op de graven aangebracht, moeten steeds in goede staat onderhouden worden. Wanneer ze afgestorven zijn, moeten ze verwijderd worden. Bij gebreke hiervan zullen de opruiming en het verwijderen van de potten geschieden door de zorgen van het gemeentebestuur.
Artikel 4.13. De verwijdering en de herplaatsing van de afdekplaat van het columbarium, naar aanleiding van een aanvraag tot retroactieve thuisbewaring, bij toepassing van artikel 24 en 24 bis, van het decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging wordt door de gemeente geregeld.
De verwijdering en de herplaatsing van het monument van het urnenveld, ingevolge voormelde toepassing, gebeurt in opdracht en op kosten van de aanvrager van de thuisbewaring.
Voor de verwijdering en de herplaatsing wordt een afspraak gemaakt met het gemeentebestuur.
De aanvrager van de retroactieve thuisbewaring is verantwoordelijk voor eventuele schade.
Artikel 4.14. Wanneer een begraving om gelijk welke reden ten einde loopt, worden de niet-weggenomen graftekens en de nog bestaande constructies eigendom van de gemeente. Het college van burgemeester en schepenen bepaalt de bestemming van de grafmonumenten.
Artikel 4.15. Met betrekking tot de plaatsing van de grafmonumenten moeten de voorbereidende werken volledig buiten de muren van de begraafplaatsen uitgevoerd worden. Na de plaatsing van de grafmonumenten mogen geen materialen achtergelaten worden.
Hoofdstuk 5 Erepark en graven van lokaal historisch belang.
Artikel 5.1. Op het erepark van de begraafplaats Tervuren zijn de burgemeesters en de ere-burgemeesters begraven.
Concessies, aangevraagd tijdens de periode van 02/05/2022 en 31/12/2022.
De vervallen concessies op het erepark, waarvoor in de periode van 02/05/2022 tot en met 31/12/2022 de hernieuwing werd aangevraagd, zijn ambtshalve toegekend voor een termijn van 30 jaar, die aanvangt op de datum van het schriftelijk verzoek.
Hernieuwing van de concessie
Op schriftelijk verzoek en voor het verstrijken van de toegekende concessietermijn, kan de concessie ambtshalve hernieuwd worden met een termijn van 15 of 30 jaar, die aanvangt op de datum van de aanvraag tot hernieuwing.
Op het erepark van Tervuren worden vanaf 02/05/2022 geen nieuwe begravingen meer toegelaten.
Artikel 5.2. Het college van burgemeester en schepenen bepaalt autonoom welke graven van historisch belang zijn.
Het zal zich ter zake laten adviseren door een werkgroep, samengesteld uit de burgemeester, de schepen van cultuur, en een afvaardiging van de diensten cultuur, de administratie van de begraafplaatsen en de technische dienst.
Op de lijst zullen enkel die grafmonumenten opgenomen worden die met betrekking tot de persoon een binding hebben met de gemeente Tervuren of die met betrekking tot de vorm een kunsthistorisch belang hebben.
Deze grafmonumenten worden gedurende 50 jaar bewaard. De termijn is verlengbaar.
Het onderhoud is ten laste van het gemeentebestuur.
Artikel 5.3. Eenieder kan een aanvraag indienen om het peterschap over een bepaald grafmonument te verwerven.
Door de toekenning van het peterschap verbindt de aanvrager er zich toe om, gedurende een welbepaalde periode, een welbepaald grafmonument te behouden. De aanvrager mag onderhouds- en restauratiewerken uitvoeren, zonder de oorspronkelijke staat van het grafmonument te wijzigen.
Het gemeentebestuur blijft eigenaar van het grafmonument. In het betrokken perceel worden geen nieuwe begravingen toegestaan.
Het peterschap kan enkel aangevraagd worden voor grafmonumenten van een geconcedeerd perceel, opgenomen in een procedure van ontruiming en voor grafmonumenten van een geconcedeerd perceel, opgenomen in een procedure van hernieuwing van concessies waarvan de concessie niet hernieuwd wordt.
De aanvraag tot peterschap wordt schriftelijk ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, en moet gemotiveerd worden.
Het college van burgemeester en schepenen kent het peterschap toe, na advies van de werkgroep, samengesteld uit de burgemeester, de schepen van cultuur en een afvaardiging van de diensten cultuur, de administratie van de begraafplaatsen en de technische dienst.
Voor het peterschap wordt een overeenkomst gesloten. Hierin worden de richtlijnen van de restauratie en het onderhoud van het grafmonument opgenomen, alsook de termijn van het peterschap.
De aanvrager is aansprakelijk voor eventuele schade aan het grafmonument die, als gevolg van werken, in zijn of haar opdracht zijn uitgevoerd.
De verwerving van het peterschap is gratis. De aanvrager kan geen aanspraak maken op vergoedingen of compensaties.
Het peterschap kan bekend gemaakt worden aan het grafmonument, op de in de overeenkomst vastgestelde plaats, door middel van een plaatje.
Hoofdstuk 6 Sluiting van een begraafplaats.
Artikel 6. In geval van sluiting en/of wijziging van de bestemming van de begraafplaats kunnen de concessiehouders geen aanspraak maken op enige vergoeding. Zij hebben slechts recht op het bekomen van een perceel of nis van dezelfde afmetingen op een andere gemeentelijke begraafplaats, tot het einde van de concessietermijn. De eventuele kosten voor het overbrengen van de stoffelijke overschotten zijn ten laste van het gemeentebestuur. De kosten voor het overbrengen van de graftekens zijn ten laste van diegenen die de overbrenging hebben aangevraagd.
Het recht op het kosteloos bekomen van een nieuw perceel of nis is afhankelijk van het indienen van een aanvraag door enige belanghebbende.
Artikel 7. Het reglement betreffende de begrafenissen van 30 oktober 2014 en het reglement betreffende de concessies op de gemeentelijke begraafplaatsen van 4 november 2004 worden opgeheven op 2 mei 2022.
Artikel 8. Dit huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen treedt in werking op 2 mei 2022.
De raad keurt het nieuw politiereglement goed.
Het is noodzakelijk om de reglementen op de begraafplaatsen aan te passen omdat de bestaande sterk verouderd zijn en niet aangepast aan de actuele wetgeving.
- Decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging van 16 januari 2004, zoals tot op heden gewijzigd;
- Omzendbrief BA-2006/03 van 10 maart 2004 betreffende de toepassing van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging en de uitvoeringsbesluiten, zoals tot op heden gewijzigd;
- Besluit van de Vlaamse regering van 14 mei 2004 tot organisatie, inrichting en beheer van de begraafplaatsen en crematoria;
Tot nu toe waren de hiernavolgende reglementen van toepassing op de begraafplaatsen:
- Reglement betreffende de begrafenissen, laatste aanpassing op 30 oktober 2014
- Reglement betreffende de concessies op de gemeentelijke begraafplaatsen, goedgekeurd in de gemeenteraad van 04 november 2004
Het is noodzakelijk om de bestaande reglementen op de begraafplaatsen aan te passen om de volgende redenen:
- Het creëren van meer rechtszekerheid voor de burgers.
- Meer garanties bieden op de toepassing van het niet-discriminatieprincipe.
- Het verzamelen van alle modaliteiten betreffende de begravingen in één reglementering, namelijk het gemeentelijk huishoudelijk reglement.
- Het verzamelen van alle modaliteiten met betrekking tot de politionele bevoegdheden op de begraafplaatsen in één reglementering, namelijk het gemeentelijk politiereglement.
- Het verbeteren van de ruimtelijke en de esthetische aspecten op de begraafplaatsen.
Aangezien de dagdagelijkse toepassing op de begraafplaatsen niet altijd even duidelijk was verwoord en de splitsing van de bepalingen omtrent de begravingen over twee reglementen vaak niet helemaal duidelijk was, worden deze reglementen afgeschaft en vervangen door 2 nieuwe reglementen, namelijk:
- Het gemeentelijk huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen: het dagdagelijkse werkinstrument voor de begraafplaatsen.
- Het gemeentelijk politiereglement op de begraafplaatsen. Dit reglement bevat alle bepalingen die min of meer kunnen gekoppeld worden aan bepaalde sancties of die te maken hebben met de bevoegdheid van de burgemeester, als hoofd van de administratieve politie.
Er zijn ook sancties voor minderjarigen voorzien en dus is dit reglement ook op de jeugdraad van 16 februari 2022 besproken. De jeugdraad had geen opmerkingen op het reglement en gaf dus een positief advies. Ze vragen wel een goede opvolging en begeleiding van minderjarige jongeren bij het toekennen van sancties zoals voorzien in het andere reglement voor de toekenning van de GAS-boetes.
De gemeenteraad beslist om een materiële rechtzetting aan te brengen en het bedrag in artikel 2 voor de begraving van twee urnen aan te passen als volgt:
Concessie voor de begraving van urnen op het urnenveld |
Tarief |
Voor de begraving van een urne |
600 euro |
Voor de begraving van twee urnen |
8700 euro |
Amendement : Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen
Artikel 1.1. Elk overlijden in de gemeente moet zo vlug mogelijk aangegeven worden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand. Dit geldt eveneens in geval van ontdekking van een menselijk lijk op het grondgebied van de gemeente.
Het overlijden wordt door de ambtenaar van de burgerlijke stand vastgesteld op basis van een getuigschrift afgeleverd door de behandelende geneesheer of een geneesheer hiertoe aangesteld door de ambtenaar van de burgerlijke stand.
Artikel 1.2. Tot vormneming, balseming of kisting mag niet overgegaan worden zolang het overlijden niet werd vastgesteld door de behandelende geneesheer of de geneesheer hiertoe aangesteld, ofwel, wanneer het overlijden te wijten is aan een gewelddadige of verdachte oorzaak, na vrijgave van het lijk door de procureur des Konings.
De burgemeester kan beslissen dat hij of zijn gemachtigde de kisting zal bijwonen en toezicht zal houden op de voorschriften inzake doodskisten.
Artikel 1.3. Diegene die voor de begraving instaat, regelt met het gemeentebestuur de formaliteiten betreffende de begrafenis. Bij ontstentenis daaraan, wordt door het gemeentebestuur het nodige gedaan.
De begraving kan plaatshebben na het afleveren van de toelating tot begraven.
Artikel 1.4. Het gemeentebestuur duidt een locatie aan voor de bewaring van stoffelijke overschotten. Deze locatie is bestemd om de stoffelijke overschotten op te nemen :
a) ter identificatie van onbekende personen;
b) waarop een lijkschouwing moet worden verricht ingevolge een rechterlijke beslissing;
c) waarvan het vervoer naar het lijkenhuis noodzakelijk is voor de vrijwaring van de openbare gezondheid;
d) die niet op de plaats van het overlijden bewaard kunnen worden;
e) waarvan het vervoer naar het lijkenhuis aangevraagd werd door de familie van de overledene, of bij ontstentenis, door enige belanghebbende.
De lijken mogen slechts naar deze locatie gebracht worden na officiële vaststelling van het overlijden.
In de gevallen vermeld onder c. is de overbrenging naar de locatie verplicht.
In de gevallen onder e. mogen de lijken slechts naar het lijkenhuis gebracht worden mits een voorafgaandelijke machtiging (van de burgemeester), afgeleverd na de officiële vaststelling van het overlijden.
Hoofdstuk 2: Lijkbezorging
Artikel 2.1. Het lijkenvervoer wordt waargenomen door private ondernemingen onder toezicht van het gemeentebestuur.
Het vervoer van stoffelijke overschotten, gekist of in een lijkwade, gebeurt in een lijkwagen of op de meest passende wijze. Het vervoer dient steeds in de kortst mogelijke afstand te gebeuren.
Het vervoer van stoffelijke overschotten naar een andere gemeente is verboden, behoudens machtiging van de burgemeester of zijn gemachtigde.
Het stoffelijk overschot van een buiten de gemeente overleden persoon mag er niet in bewaring gegeven of teruggebracht worden zonder machtiging van de burgemeester.
Artikel 2.2. De lijkkisten en de lijkwaden dienen in volle grond begraven te worden op een diepte van ten minste 65 cm.
In de bestaande grafkelders dient een bijzetting te gebeuren op een diepte van ten minste 65 cm.
Behoudens in geval van bijzetting in een grafkelder waar een hermetisch omhulsel verplicht is gedurende de periode van de bijzetting, is het verboden gebruik te maken van lijkkisten, foedralen, lijkwaden en producten die de natuurlijke en normale ontbindingen van de stoffelijke overschotten verhinderen.
Artikel 2.3. De asurnen dienen begraven te worden in volle grond op een diepte van ten minste 65 cm of te worden bijgezet in een columbarium dat ter beschikking gesteld wordt door het gemeentebestuur.
Artikel 2.4. Asverstrooiingen gebeuren op een hiertoe voorbehouden asverstrooiingsweide door een gemeentelijke aangestelde.
Hoofdstuk 3: Ontgravingen
Artikel 3.1. Ontgravingen zijn enkel mogelijk:
a) op bevel van de gerechtelijke overheid;
b) bij terugneming van het geconcedeerd perceel of de nis wegens openbaar belang of dienstnoodwendigheden;
c) bij wijziging van de bestemming van de begraafplaats;
d) op verzoek van de echtgenoot, echtgenote of samenwonende partner en de bloedverwanten eerste graad van de overledene(n), en mits voorafgaande machtiging van de burgemeester. Het verlenen van toestemming tot opgraving door de burgemeester kan enkel om ernstige redenen.
In geval van herbegraving moet vooraf een toelating tot herbegraving worden bekomen op een gemeentelijke begraafplaats of een begraafplaats buiten de gemeente. Het stoffelijk overschot moet onmiddellijk naar de nieuwe bestemming worden vervoerd en begraven, mits inachtneming van alle voorschriften ter zake.
In geval van crematie wordt de as behandeld overeenkomstig artikels 19 en 24 van het decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging van 16.01.2004.
Artikel 3.2. Ontgravingen kunnen enkel uitgevoerd worden door aannemers met een erkenning in categorie G5.
Dag en uur van de ontgraving worden door de burgemeester bepaald.
De begraafplaats dient op dat tijdstip voor het publiek gesloten te worden.
Bij de ontgraving zullen enkel de door de burgemeester gerechtigde personen toegelaten worden.
De kosten voor ontgraving worden geregeld in het tariefreglement.
Artikel 3.3. Indien de staat van de kist of de urne het vereist, schrijft de burgemeester of zijn gemachtigde voor dat ze vernieuwd wordt of dat elke andere maatregel genomen wordt die van aard is de welvoeglijkheid of de openbare gezondheid te beschermen.
Indien wordt vastgesteld dat kledingstukken of andere omhulsels het verteringsproces ernstig vertragen, moet de ondoordringbaarheid voor lucht van deze omhulsels bij herbekisting worden opgeheven. Zo mogelijk wordt het storende omhulsel verwijderd.
Tijdens een eventueel transport van de onverteerde resten wordt gebruikgemaakt van een al dan niet herbruikbare lucht- en vloeistofdichte kist.
Hoofdstuk 4: Graftekens, onderhouds- en beplantingswerken
Artikel 4.1. Op de gemeentelijke begraafplaatsen gebeurt de plaatsing, de wegneming of de verbouwing van graftekens en de uitvoering van beplantingen onder toezicht van de burgemeester of zijn gemachtigde en dit binnen de uren en termijnen die opgelegd worden.
Artikel 4.2. Er mogen enkel werken worden verricht tijdens de openingsuren van de begraafplaatsen. Op zondagen en wettelijke feestdagen, en op de dagen door het college van burgemeester en schepenen vastgesteld, mogen geen werken worden uitgevoerd.
Alle werken die als voorbereiding elders mogelijk zijn, mogen niet op de begraafplaats geschieden. De materialen moeten derhalve zoveel als mogelijk geprefabriceerd ter plaatse worden gebracht om de werken om de begraafplaats tot het volstrekt minimum te beperken.
De werken moeten binnen de kortst mogelijke termijn worden voltooid. Indien de werken niet werden beëindigd op sluitingsuur, dan moeten materieel en voertuigen van de begraafplaats worden verwijderd.
Artikel 4.3. Op zondagen en wettelijke feestdagen en vanaf de voorlaatste werkdag van oktober tot en met 2 november is het verboden, behoudens toestemming van de burgemeester of zijn gemachtigde, op de gemeentelijke begraafplaatsen graftekens te plaatsen, bouw- en beplantings- of aanaardingswerk aan de graven uit te voeren, of de graftekens op te kuisen.
Artikel 4.4. De graftekens en de aanplantingen moeten voldoen aan de bepalingen van het huishoudelijk reglement betreffende de begraafplaatsen. Op geconcedeerde percelen moet gedurende de hele duur van de concessie een grafteken behouden blijven.
De opschriften en de grafschriften moeten steeds leesbaar zijn en zullen van die aard zijn om de welvoeglijkheid, de orde en de aan de doden verschuldigde eerbied te vrijwaren.
Gedenktekens die niet overeenstemmen met de bepalingen van de gemeentelijke reglementering dienen terug verwijderd te worden door diegenen in wiens opdracht ze geplaatst werden. De concessiehouder of zijn nabestaanden, indien gekend, zullen hiervoor schriftelijk in gebreke worden gesteld. Daarenboven zal, gedurende 6 maanden, een bericht worden uitgehangen aan het grafteken en aan de ingang van de begraafplaats.
Bij gebrek aan herstel binnen een periode van 6 maanden na de ingebrekestelling en na de aanplakking van het bericht zal de verwijdering door het gemeentebestuur gebeuren.
Artikel 4.5. Het onderhoud van de percelen, en alles wat zich erop bevindt, op de gemeentelijke begraafplaatsen rust op de belanghebbenden.
Verwaarlozing wordt vastgesteld in een akte van de burgemeester. Die akte blijft een jaar bij het graf en aan de ingang van de begraafplaats aangeplakt. In de mate van het mogelijke zullen de familieleden worden verwittigd.
Na het verstrijken van deze termijn en bij niet herstelling worden de concessies beëindigd door het college van burgemeester en schepenen. Van ambtswege wordt overgegaan tot afbraak of tot het wegnemen van de materialen.
In geval van dringende noodzakelijkheid kan de burgemeester ambtshalve verwaarloosde gedenktekens doen wegnemen zonder verhaal of aanspraak op vergoeding. De dringende noodzaak zal worden vastgesteld in een akte, opgemaakt door de burgemeester, die wordt aangeplakt aan het graf en aan de ingang van de begraafplaats, en zal verstuurd worden aan de concessiehouder of zijn of haar gekende nabestaande of belanghebbende.
Artikel 4.6. Het gemeentebestuur staat niet in voor de bewaking van de op de graven geplaatste voorwerpen.
Artikel 4.7. Het is verboden om op de begraafplaatsen bleekwaters te gebruiken.
Artikel 4.8. Het is verboden om in de groenvoorzieningen putten te maken. Bloempotten worden in de voorziene staanders gezet.
Hoofdstuk 5: Ordemaatregelen
Artikel 5.1. De begraafplaatsen zijn toegankelijk voor het publiek :
Van 01/10 tot 31/03: vanaf 07u tot 18u
Van 01/04 tot 30/09: vanaf 07u tot 21u
Voor dienstnoodwendigheden kunnen de begraafplaatsen, tijdens deze openingsuren, op bevel van de burgemeester tijdelijk voor het publiek gesloten worden.
De begraafplaatsen mogen enkel betreden worden door voetgangers, vervoermiddelen van gehandicapte personen, lijkwagens of daarmee gelijkgestelde wagens ter gelegenheid van begrafenissen, en andere voertuigen mits machtiging van de burgemeester of zijn aangestelde. Dieren aan de leiband zijn toegelaten
Artikel 5.2. Op de begraafplaatsen is het verboden gelijk welke daad te stellen, een houding aan te nemen of een manifestatie op touw te zetten die de welvoeglijkheid, de orde en de eerbied voor de doden stoort of kan storen.
Artikel 5.3. Op de begraafplaatsen is het aanbrengen van elke aanplakking, reclame, opschriften en voorwerpen die niet voorzien zijn in het decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging verboden.
Artikel 5.4. Het is verboden op de begraafplaatsen te leuren, gelijk welke voorwerpen uit te stallen of te verkopen of zijn diensten aan te bieden tegen betaling.
Artikel 5.5. Het is verboden papier, verpakkingsmiddelen en soortgelijk of ander afval op de begraafplaatsen achter te laten, behoudens in de ter beschikking staande containers.
Hoofdstuk 6: Sancties
Artikel 6. Voor zover wetten, decreten, besluiten, algemene of provinciale reglementen of verordeningen in geen andere straffen voorzien kan elke inbreuk op de bepalingen van dit reglement gestraft worden met een administratieve sanctie of maatregel volgens de wet van 24 juni 2013 over de gemeentelijke administratieve sancties en volgens de algemene politieverordening met gemeentelijke administratieve sancties van 27 maart 2018, zoals gewijzigd tot op heden.
Artikel 7. Dit politiereglement op de begraafplaatsen treedt in werking op 2 mei 2022.
De raad keurt het nieuwe retributiereglement goed.
Het gemeentelijk huishoudelijk reglement en het gemeentelijk politiereglement zijn in de gemeenteraadszitting van 28 april 2022 goedgekeurd.
Het is noodzakelijk om het retributiereglement op de concessies in overeenstemming te brengen met de nieuwe reglementen.
- Artikel 173 van de Grondwet
Behalve voor de provincies, de polders en wateringen en de gevallen uitdrukkelijk uitgezonderd door de wet, het decreet en de regelen bedoeld in artikel 134, kan van de burgers geen retributie worden gevorderd dan alleen als belasting ten behoeve van de Staat, de gemeenschap, het gewest, de agglomeratie, de federatie van gemeenten of de gemeente.
- Decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging van 16 januari 2004, zoals tot op heden gewijzigd
- Omzendbrief BA-2006/03 van 10 maart 2004 betreffende de toepassing van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging en de uitvoeringsbesluiten, zoals tot op heden gewijzigd
- Besluit van de Vlaamse regering van 14 mei 2004 tot organisatie, inrichting en beheer van de begraafplaatsen en crematoria
- Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen
- Het gemeenteraadsbesluit van 27 september 2016 betreffende het retributiereglement voor de concessies op de begraafplaatsen
- Artikel 41, tweede lid, 14° van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
De raad is bevoegd voor het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen.
- Omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit
- Het gemeentelijk huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, goedgekeurd in de gemeenteraad van 28 april 2022
- Het gemeentelijk politiereglement betreffende de begraafplaatsen, goedgekeurd in de gemeenteraad van 28 april 2022
Het retributiereglement betreffende de concessies op de gemeentelijke begraafplaatsen van 19 december 2013 wordt afgeschaft.
In het nieuwe retributiereglement wordt de rechtszekerheid voor de burgers en de toepassing van het niet discriminatieprincipe vooropgesteld. Administratieve duidelijkheid is noodzakelijk.
In hoofdstuk 3 van het gemeentelijk huishoudelijk reglement zijn de bepalingen omtrent de toekenning en de hernieuwing van de concessies opgenomen. Er is eveneens een retroactieve rechtzetting voorzien om de in het verleden misgroeide toestanden op de kinderbegraafplaats recht te zetten.
In artikel 3.3 van het gemeentelijk huishoudelijk reglement wordt de bevoegdheid betreffende de toekenning van concessies overgedragen aan het college van burgemeester en schepenen.
Om ruimtelijke problemen te voorkomen en de begraving van niet-inwoners in een concessie te ontraden zijn er tarieven voorzien voor inwoners van Tervuren en voor niet-inwoners van de gemeente.
De tarifering bevat een onderscheid:
- In leeftijd: meer dan 18 jaar en minder dan 18 jaar, met uitzondering van de kinderbegraafplaats.
- Naargelang de locatie: volle grond, urnenveld en columbarium.
- Naargelang het soort aanvraag: aanvraag concessie, aanvraag hernieuwing van de concessie (verlenging)
- Het soort begraving: de concessies op de kinderbegraafplaats en de concessies van de oud-strijders worden ambtshalve (gratis) toegekend.
Behoudens de eeuwigdurende concessies en de concessies op de kinderbegraafplaats en het erepark, worden de concessies, vanaf de eerste begraving, verleend voor maximum 2 personen. De concessies worden nominatief opgegeven en het volledige tarief van de concessie wordt op het ogenblik van de aanvraag onmiddellijk betaald. Naar aanleiding van een bijbegraving wordt de concessie ambtshalve hernieuwd. De hernieuwing zonder bijbegraving kan schriftelijk aangevraagd worden voor een termijn van 15 of 30 jaar.
Er wordt een tarifering gekoppeld aan de naamplaatjes op de herdenkingszuil, op de herdenkingsmuur, op het urnenveld en het columbarium.
Dit reglement genereert ontvangsten die zullen geboekt worden op 2022/GBB/0020-00/7331100/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN.
Artikel 1. Vanaf 2 mei 2022 tot en met 31 december 2026 worden de hiernavolgende tarieven op de concessies van de begraafplaatsen goedgekeurd:
Artikel 2.
Concessie voor de begraving van personen of urnen Alle personen, met uitzondering van de kinderbegraafplaats |
Tarief |
Voor het begraven van een persoon of een urne |
700 euro |
Voor het begraven van twee personen of urnen |
1100 euro |
Voor het begraven van een persoon of een urne in een kelder |
1700 euro |
Voor het begraven van twee personen of urnen in een kelder |
2500 euro |
Concessie voor de begraving van urnen op het urnenveld |
Tarief |
Voor de begraving van een urne |
600 euro |
Voor de begraving van twee urnen |
800 euro |
Concessies voor de bijzetting van urnen in het columbarium |
Tarief |
Voor de bijzetting van een urne |
800 euro |
Voor de bijzetting van twee urnen |
900 euro |
De verschuldigde tarieven dienen, per persoon, bij het indienen van de aanvraag tot het bekomen van een concessie onmiddellijk te worden voldaan.
Artikel 3.
Hernieuwing van de concessie voor de begraving van personen of urnen, met uitzondering van de kinderbegraafplaats |
Termijn |
Tarief |
Voor het begraven van een persoon of een urne |
30 jaar |
700 euro |
Voor het begraven van een persoon of een urne |
15 jaar |
350 euro |
Voor het begraven van twee personen of urnen |
30 jaar |
1100 euro |
Voor het begraven van twee personen of urnen |
15 jaar |
550 euro |
Voor het begraven van een persoon of een urne in een kelder |
30 jaar |
1700 euro |
Voor het begraven van een persoon of een urne in een kelder |
15 jaar |
850 euro |
Voor het begraven van twee personen of urnen in een kelder |
30 jaar |
2500 euro |
Voor het begraven van twee personen of urnen in een kelder |
15 jaar |
1250 euro |
Eerste hernieuwing van de concessie voor de begraving van persoon (minder dan 18 jaar) op de kinderbegraafplaats |
Termijn |
Tarief |
een persoon of een urne |
30 jaar |
0 euro |
Tweede en volgende hernieuwingen van de concessie voor de begraving van persoon (minder dan 18 jaar) op de kinderbegraafplaats |
Termijn |
Tarief |
een persoon of een urne |
30 jaar |
700 euro |
een persoon of een urne |
15 jaar |
350 euro |
De verschuldigde tarieven dienen bij het indienen van de aanvraag tot het hernieuwen van een concessie onmiddellijk te worden voldaan.
Artikel 4.
Aankoop en plaatsing van |
Tarief |
een naamplaat op de herdenkingszuil van de strooiweide |
75 euro |
een naamplaat op de herdenkingsmuur |
75 euro |
een naamplaat op de sterretjesweide |
gratis |
Een naamplaat op het monument van de natuurbegraafplaats |
75 euro |
Op de urnenvelden: Lessenaardedeksel met naamplaat |
255 euro |
In het columbarium: Deksel voor de nis met naamplaat |
145 euro |
De verschuldigde tarieven dienen bij het indienen van de aanvraag tot plaatsing onmiddellijk te worden voldaan.
Artikel 5. Bij toepassing van artikel 1.3 van het huishoudelijk reglement wordt een bedrag van 150 euro per uur aangerekend, bij het overschrijden van de afspraak van begraving.
Artikel 6. Het retributiereglement betreffende de concessies op de gemeentelijke begraafplaatsen, goedgekeurd in de gemeenteraad van 19 december 2013 wordt opgeheven op 2 mei 2022.
Artikel 7. Dit retributiereglement van de concessies op de gemeentelijke begraafplaatsen treedt in werking op 2 mei 2022.
De raad keurt het nieuwe belastingreglement goed.
Niet-inwoners van de gemeente Tervuren kunnen enkel, mits voorwaarden, op één van de gemeentelijke begraafplaatsen begraven worden.
- Artikel 170 §4 van de Grondwet
Een belasting kan door de gemeente enkel worden ingevoerd door een beslissing van de raad
- Decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging van 16 januari 2004, zoals tot op heden gewijzigd
- Omzendbrief BA-2006/03 van 10 maart 2004 betreffende de toepassing van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging en de uitvoeringsbesluiten, zoals tot op heden gewijzigd
- Besluit van de Vlaamse regering van 14 mei 2004 tot organisatie, inrichting en beheer van de begraafplaatsen en crematoria
- Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen
- Artikel 41, tweede lid, 14° van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
De raad is bevoegd voor het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen.
- Omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit
- Het belastingreglement op het begraven, bijzetten of verstrooien van overleden personen die geen inwoner zijn, in niet-geconcedeerde lijkbezorging, goedgekeurd op de gemeenteraad van 17 december 2019
- Het gemeentelijk huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, goedgekeurd in de gemeenteraad van 28 april 2022
- Het gemeentelijk politiereglement betreffende de begraafplaatsen, goedgekeurd in de gemeenteraad van 28 april 2022
Om ruimtelijke problemen tegen te gaan, is het noodzakelijk om maatregelen te nemen om de begravingen van niet-inwoners te beperken. Anderzijds moet worden rekening gehouden met de wettelijke verplichtingen betreffende de vrijwaring van de openbare gezondheid en de hygiëne en met niet-inwoners die gedurende een langere periode in de gemeente Tervuren woonden en die, omwille van bepaalde omstandigheden, het grondgebied van de gemeente hebben verlaten.
De hiernavolgende personen worden met een inwoners van de gemeente gelijkgesteld :
- personen die op datum van hun overlijden ingeschreven waren in één van de bevolkingsregisters van Tervuren;
- niet identificeerbare stoffelijke overschotten, ontdekt op het grondgebied van Tervuren;
- personen die de gemeente effectief bewonen, doch krachtens wettelijke bepalingen of internationale overeenkomsten vrijgesteld zijn van inschrijving in één van de bevolkingsregisters van Tervuren.
- Niet-inwoners die gedurende een termijn van 20 jaar in één van de bevolkingsregisters van Tervuren zijn ingeschreven.
Voormelde personen komen in aanmerking voor de vrijstelling van de belasting.
Dit reglement genereert ontvangsten en die zullen geboekt worden op 2022/GBB/0020-00/7331100/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN.
Artikel 1. Vanaf 2 mei 2022 en voor de aanslagjaren tot en met 2026 wordt een belasting geheven op het begraven van een stoffelijk overschot of de urne, het verstrooien van de as op de strooiweide of het bijzetten van de urne in het columbarium, van personen die op het ogenblik van hun overlijden niet ingeschreven waren in het bevolkings-, vreemdelingen- of het wachtregister van de gemeente Tervuren.
Artikel 2. Voor het begraven van een stoffelijk overschot of een urne en het bijzetten van de urne in het columbarium, van personen die op het ogenblik van hun overlijden niet ingeschreven waren in het bevolkings-, vreemdelingen- of het wachtregister van de gemeente Tervuren bedraagt de belasting 1100 euro.
Voor het verstrooien van de as op de strooiweide van personen die op het ogenblik van hun overlijden niet ingeschreven waren in het bevolkings- , vreemdelingen- of het wachtregister van de gemeente Tervuren bedraagt de belasting 250 euro.
Artikel 3. Van deze belasting zijn vrijgesteld de lijk- en asbezorging van personen die vroeger in één van de bevolkingsregisters van Tervuren waren ingeschreven gedurende minstens 20 jaar en de lijk- en asbezorging van niet identificeerbare personen gevonden op het grondgebied van Tervuren.
Artikel 4. De belasting is verschuldigd door de persoon die de lijk- of asbezorging aanvraagt.
Artikel 5. De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 6. Het belastingreglement op het begraven, bijzetten of verstrooien van overleden personen die geen inwoner zijn, in niet-geconcedeerde lijkbezorging, goedgekeurd op de gemeenteraad van 17 december 2019, wordt opgeheven op 2 mei 2022.
Artikel 7. Dit belastingreglement treedt in werking op 2 mei 2022.
De raad keurt het nieuwe belastingreglement goed.
Vernieuwing van alle reglementen voor de begraafplaatsen.
Bij toepassing van artikel 3.1 van het gemeentelijk politiereglement kan, mits voorwaarden, de opgraving van een stoffelijk overschot of de opgraving van een asurne worden aangevraagd.
Voor deze toepassing wordt een belastingreglement opgemaakt.
- Artikel 170 §4 van de Grondwet
Een belasting kan door de gemeente enkel worden ingevoerd door een beslissing van de raad
- Decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging van 16 januari 2004, zoals tot op heden gewijzigd
- Omzendbrief BA-2006/03 van 10 maart 2004 betreffende de toepassing van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging en de uitvoeringsbesluiten, zoals tot op heden gewijzigd
- Besluit van de Vlaamse regering van 14 mei 2004 tot organisatie, inrichting en beheer van de begraafplaatsen en crematoria
- Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen
- Artikel 41, tweede lid, 14° van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
De raad is bevoegd voor het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen.
- Omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit
- Het gemeenteraadsbesluit van 17 december 2019 betreffende de belasting op de ontgraving van een lichaam en op de verplaatsing van een asurne op de begraafplaats
- Het gemeentelijk huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, goedgekeurd in de gemeenteraad van 28 april 2022
- Het gemeentelijk politiereglement betreffende de begraafplaatsen, goedgekeurd in de gemeenteraad van 28 april 2022
- Het belastingreglement op de ontgraving van een lichaam en op de verplaatsing van een asurne op de begraafplaats goedgekeurd op de gemeenteraad van 17 december 2019.
- Het gemeentelijk huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, goedgekeurd in de gemeenteraad van 28 april 2022
- Het gemeentelijk politiereglement betreffende de begraafplaatsen, goedgekeurd in de gemeenteraad van 28 april 2022
Het gemeentebestuur wenst, vooral omwille van ruimtelijke aspecten en de problemen ter zake, de particuliere aanvragen tot ontgravingen enerzijds niet uit te sluiten, maar anderzijds toch te beperken. Daarbij wordt ook rekening gehouden met hygiënische aspecten.
De hygiënische aspecten, alsook de kostprijs van werkuren, technische benodigdheden enz. zijn verschillend voor de opgraving van een stoffelijk overschot en de opgraving van een asurne. Dit brengt met zich mee dat de belasting voor de opgraving van een stoffelijk overschot hoger is dan die voor de opgraving van een asurne.
Het verschillende belastingtarief beïnvloedt de verschillende wijzen van begraving niet, omdat de filosofische of godsdienstige overtuigingen van de overledene worden vastgesteld op het ogenblik van het overlijden en niet op het ogenblik van de ontgraving. Bijgevolg wordt het niet discriminatieprincipe niet aangetast.
De tarieven in dit belastingreglement hebben enkel betrekking op facultatieve, bijkomende dienstverleningen. Het gaat over particuliere aanvragen tot ontgraving. De vormvoorwaarden voor het indienen van de aanvraag staan in het gemeentelijk politiereglement, goedgekeurd in de gemeenteraad.
De burgemeester moet de toestemming tot ontgraving geven. Daarnaast zijn er een aantal situaties waarbij er, omwille van wettelijke bepalingen, vrijstellingen in het belastingreglement moeten voorzien worden. Het gaat over de ontgravingen op bevel van een rechter en over ontgravingen als gevolg van een autonome beslissing van de gemeente zelf: beslissingen tot verplaatsing en beslissing tot sluiting van een begraafplaats.
Dit reglement genereert ontvangsten die zullen geboekt worden op 2022/GBB/0020-00/7331100/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN.
Artikel 1. Vanaf 2 mei 2022 tot en met 31 december 2026 wordt een belasting geheven op de opgraving van een stoffelijk overschot en de opgraving van een asurne, bij toepassing van artikel 3.1 van het gemeentelijk politiereglement op de begraafplaatsen, goedgekeurd in de gemeenteraad van 28 april 2022.
Artikel 2. De belasting wordt vastgesteld op:
- 500 euro voor de opgraving van een stoffelijk overschot
- 100 euro voor de opgraving van een asurne
Artikel 3. Er is geen belasting verschuldigd voor opgravingen:
- Op bevel van de gerechtelijke overheid
- Bij terugneming van het geconcedeerd perceel of de nis wegens openbaar belang of dienstnoodwendigheden
- Bij wijziging van de bestemming van de begraafplaats
Artikel 4. De belasting voor de opgraving dient bij het indienen van de aanvraag onmiddellijk betaald te worden.
Artikel 5. De belasting is verschuldigd door de persoon die de aanvraag tot ontgraving indient.
Artikel 6. De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 7. Het gemeenteraadsbesluit van 17 december 2019 betreffende de belasting op de ontgraving van een lichaam en op de verplaatsing van een asurne op de begraafplaats wordt opgeheven op 2 mei 2022.
Artikel 8. Dit besluit treedt in werking op 2 mei 2022.
De raad keurt het projectvoorstel en de samenwerkingsovereenkomst goed.
De voorbesprekingen met de gemeenten Huldenberg, Bertem, Overijse, Hoeilaart en Tervuren om door samenwerkingsverbanden winsten te boeken bij het behalen van de klimaatdoelstellingen tot reductie van de CO2-uitstoot met 40 procent tegen 2030.
- Artikels 40 en 41 van het decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 over de bevoegdheden van de gemeenteraad.
- Het raadsbesluit van 30 september 2021 tot ondertekening van het Europees Burgemeestersconvenant.
- Het collegebesluit van 21 maart 2022 over de principiële deelname aan de Klimaatalliantie.
In het kader van de Klimaatalliantie zal intergemeentelijk worden samengewerkt rond het project renovatie (ontzorging door renovatiebegeleiding) en het project hernieuwbare energie (zonnepanelen op grote schaal installeren). IGO div en 3Wplus Energie vzw werkten hiervoor een projectvoorstel en een samenwerkingsovereenkomst 'Klimaatalliantie Druivenstreek' uit. Deze sluiten aan bij de doelstellingen van het Europees Burgemeestersconvenant.
De uitgave van 42.436 euro is voorzien op het budgetartikel 2022/ACT-98/0350-00/6131999/GEMEENTE/RUIMTE/IO-GEEN en volgende jaren.
Enig artikel. De raad keurt het projectvoorstel en de samenwerkingsovereenkomst tussen IGO div, 3Wplus Energie vzw en de gemeenten Huldenberg, Bertem, Tervuren, Overijse en Hoeilaart inzake de Klimaatalliantie goed.
De raad keurt de aanpassingen aan het retributiereglement goed.
Het debat over het aantal te vermelden voertuigen op de bewonerskaart.
- Het ministerieel besluit van 7 januari 2007 betreffende de gemeentelijke parkeerkaart.
- Het raadsbesluit van 8 september 2015 houdende goedkeuring van de overeenkomst met Vinci Park Services Belgium nv voor de exploitatie van het parkeren op straat in het centrum van Tervuren.
- Artikel 40 §3 en artikel 41, 2e lid, 14° van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. De bevoegdheid tot het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen, kan niet worden gedelegeerd aan het college van burgemeester en schepenen.
- Het raadsbesluit van 24 februari 2022 houdende goedkeuring van de wijziging van het retributiereglement voor het parkeren op straat in het centrum van Tervuren.
Het huidige parkeerbeleid dat werd uitgerold vanaf 1 januari 2016, werd grondig geëvalueerd. Hieruit volgden enkele belangrijke knelpunten:
- het grote onevenwicht tussen het aantal uitgereikte bewonerskaarten en het aantal beschikbare plaatsen op straat. Uit eigen parkeeronderzoek, waarbij zowel het parkeeraanbod op straat als de parkeervraag op verschillende momenten in de week in kaart werden gebracht, blijkt dat er bijna dubbel zoveel bewonerskaarten voor de betalende en blauwe zone worden uitgereikt dan er beschikbare parkeerplaatsen zijn op straat. In 2020 werden er 1548 eerste bewonerskaarten en 69 tweede bewonerskaarten uitgereikt. In de betalende zone zijn er 190 parkeerplaatsen beschikbaar, in de blauwe zone 570. In totaal werden er dus 1617 bewonerskaarten uitgereikt ten opzichte van 760 beschikbare parkeerplaatsen op straat. De publieke ruimte is beperkt. Het is daarom noodzakelijk om de bestaande parkeerplaatsen op straat zo efficiënt mogelijk te benutten. Het Vademecum Duurzaam Parkeerbeleid, een uitgave van de Vlaamse overheid, vermeldt in dat kader: “Via prijszetting van bewonerskaarten of de beperking van de uitgifte ervan, kan men bewoners ertoe aanzetten inpandige parkeerruimte te gebruiken, een garage te huren of af te zien van het bezit van een tweede of derde wagen”. Om deze redenen wordt de eerste bewonerskaart betalend, hebben bewoners die beschikken over een garage of een oprit nog slechts recht op één bewonerskaart, en worden hogere tarieven gerekend voor lange voertuigen.
De beperking tot één bewonerskaart voor bewoners van een woning met garage of oprit wordt gehanteerd voor eengezinswoningen. Voor meergezinswoningen geldt de regeling voor alle gebouwen waarvoor de vergunning is verleend sinds 4/04/2020, exact twee jaar voor de oorspronkelijke inwerkingtreding van deze maatregel. Twee jaar is de tijd dat een vergunning geldig is en waarbinnen de werken dienen opgestart te worden. De gemeente beschikt niet over de gegevens om vast te stellen of een inwoner van een eerder vergunde woning effectief huurder of eigenaar is van een garage die onderdeel is van het gebouw. Het is zeer waarschijnlijk dat inwoners van een appartement geen vruchtgebruikers zijn van de bijhorende garages, voor zover deze werden opgelegd in de vergunning de afgelopen decennia. Daarom wordt deze maatregel ingevoerd voor meergezinswoningen vergund vanaf 4/04/2020.
- het gratis parkeren op de Markt op zon- en feestdagen. Op zon- en feestdagen zijn de meeste horecazaken open. Door de parkeervraag van de parkbezoeker is de parkeerdruk op weekend- en feestdagen vaak heel hoog in de zone Park maar ook op de Markt. De parkeerzone Markt sluit aan op de betaalzone Park en de betalende ondergrondse parking. Om die reden is het logisch dat in deze parkeerzone dezelfde regeling wordt toegepast. Door het betalend parkeren ook op zon- en feestdagen in te voeren op de Markt, blijft een hoge rotatie en dus bereikbaarheid gegarandeerd voor de handels- en horecazaken.
- de vraag naar een aangepaste regeling voor werknemers en voor aannemers. Voor een aantal bedrijven en organisaties gevestigd binnen de blauwe of betalende zone geeft het huidige parkeerbeleid aanleiding tot ergernis. Tijdens de werkuren is het aanbod van publieke parkeerplaatsen in de blauwe zone ruim voldoende ten opzichte van de vraag. De huidige regeling laat echter niet toe dat werknemers langdurig op straat parkeren. Voor deze doelgroep wordt een bijkomende mogelijkheid gecreëerd door de invoering van een werknemerskaart. Op vraag van bedrijven die geregeld werken komen uitvoeren of plaatsbezoeken afleggen in de betalende of de blauwe zone (Wit-Gele Kruis, Fluvius, ANB, loodgieter, elektricien,…) wordt een aannemerskaart ingevoerd. Met deze kaart kunnen ze voor een bepaalde periode overdag parkeren op straat. Tijdens de raadszitting werd naar een oplossing gevraagd voor het gebruik van de bewonerskaart voor meerdere wagens van hetzelfde gezin, o.m. in het kader van het opladen van elektrische voertuigen. Om deze reden wordt een nieuw artikel 19 ingevoegd.
Een aantal mogelijke vragen en bedenkingen over de conformiteit van dit reglement aan de beginselen van behoorlijk bestuur en aan de wet op de motiveringsplicht worden beantwoord in de bijgevoegde nota 'Aanpassing van het retributiereglement voor het parkeren op straat – begeleidende nota beginselen van behoorlijk bestuur'.
Enig artikel. De raad keurt onderstaand aangepast retributiereglement goed voor het parkeren op straat in het centrum van Tervuren:
"Artikel 1. Voor de toepassing van dit retributiereglement wordt verstaan onder:
- parkeerplaats: ruimte op de openbare weg die bestemd is om een motorvoertuig, reclamevoertuig of aanhangwagen te parkeren.
- parkeerkaart: individuele toelating uitgereikt aan bijzondere doelgroepen van gebruikers van parkeerplaatsen, aangeduid door de gemeenteraad.
- het gebruik van een parkeerplaats: de feitelijke bezetting van een parkeerplaats door een motorvoertuig, reclamevoertuig of aanhangwagen langer dan de tijd die nodig is voor het laten instappen of uitstappen van mensen of het laden en lossen van zaken in de zin van artikel 2.23 van het KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg. Het gebruik van een parkeerplaats door een motorvoertuig, reclamevoertuig of aanhangwagen in één van de in artikel 2 bedoelde zones is onderworpen aan de gebruiksvoorwaarden bepaald door dit retributiereglement.
- parkeerticket: het bewijs van de parkeertijd die overeenstemt met het betaalde retributiebedrag. Hieronder wordt verstaan: hetzij het papieren parkeerticket, afgeleverd door de parkeerautomaat, hetzij het digitale parkeerticket, digitaal afgeleverd door een digitaal betaalsysteem dat wordt vermeld op de parkeerautomaat.
- parkeerbiljet: document dat onder de ruitenwisser van een geparkeerd voertuig wordt aangebracht door een personeelslid van de door het gemeentebestuur aangestelde concessionaris belast met de exploitatie van het parkeerbeheer op het ogenblik dat het personeelslid vaststelt dat de retributie verschuldigd is. Indien het niet mogelijk blijkt het biljet onder de ruitenwisser achter te laten, wordt het onmiddellijk per post toegezonden aan de houder van de nummerplaat van het geparkeerde voertuig.
Artikel 2. Er wordt een retributie geheven ten voordele van de gemeente Tervuren:
1. op het gebruik van parkeerplaatsen waar de beperking van de parkeertijd geregeld is overeenkomstig artikel 27.1-27.3 van het KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, hierna genoemd de Wegcode:
a) in zones met beperkte parkeertijd (blauwe zones) en op de openbare weg met blauwe zone reglementering
b) in zones met betalend parkeren
2. op het gebruik van parkeerplaatsen voorbehouden aan de houders van een gemeentelijke parkeerkaart, zoals geregeld in artikel 27ter van de Wegcode.
Artikel 3. De retributie geldt per geparkeerd voertuig en is verschuldigd door de houder van de nummerplaat.
PARKEREN MET BEPERKTE PARKEERTIJD
Artikel 4. De retributie "blauwe zone" is van toepassing in zones met beperkte parkeertijd (blauwe zones) en op de openbare weg met blauwe zone reglementering zoals bepaald in artikel 27.1 en 27.2 van de Wegcode en zoals vastgelegd in de aanvullende reglementen op de politie van het wegverkeer. Meer bepaald ressorteren volgende straten onder het regime van de "blauwe zone":
- Bergestraat (van de Hoornzeelstraat tot aan de Olmenstraat)
- Broekstraat (volledig)
- Brusselsesteenweg (vanaf Wijngaardstraat tot aan Tervurenlaan)
- de Robianostraat (volledig)
- Duisburgsesteenweg (vanaf Kasteelstraat tot aan Hertenbergstraat)
- Gaystraat (volledig)
- Gemeentestraat (volledig)
- Hippolyte Boulengerlaan (vanaf Brusselsesteenweg tot aan Jef Coosemansstraat)
- Hofkensstraat (volledig)
- Hoornzeelstraat (vanaf Wandelaarsstraat tot aan Bergestraat)
- Jef Coosemansstraat (volledig)
- Kapellestraat (volledig)
- Karblokstraat (volledig)
- Lempereurplein (volledig)
- Lindeboomstraat (vanaf Paardenmarktstraat tot aan Olmenstraat)
- Louis Buelenslaan (volledig)
- Nieuwstraat (volledig)
- Olmenstraat (volledig)
- Oppemstraat (vanaf Brusselsesteenweg tot aan Tervurenlaan)
- Oud-Gasthuisstraat (volledig)
- Paardenmarktstraat (volledig)
- Pastoor Vandersandestraat (volledig)
- Peercouriniestraat (volledig)
- Peperstraat (volledig)
- Puttestraat (volledig)
- Rozendalstraat (volledig)
- Sint-Janstraat (volledig)
- Tabaksbergstraat (volledig)
- Vander Achterstraat (volledig)
- Vestenstraat (volledig)
- Wandelaarstraat (volledig)
- Wijngaardstraat (volledig)
Artikel 5. Het gebruik van een parkeerplaats, zoals omschreven in artikel 4, is gratis voor de duur van twee uur of zoals aangebracht op de signalisatie, op voorwaarde dat de bestuurder de richtlijnen inzake het gebruik van de parkeerschijf naleeft, zoals bepaald in artikel 27.1 van de Wegcode.
Artikel 6.
§1. De retributie "blauwe zone" is verschuldigd van zodra de gratis parkeerduur is overschreden of wanneer de bestuurder de richtlijnen inzake het gebruik van de parkeerschijf niet heeft nageleefd. Deze retributie bedraagt € 25 en laat toe om gedurende maximum negen opeenvolgende uren te parkeren in de zone met beperkte parkeertijd of op de openbare weg met een blauwe zone reglementering, maximaal geldig tot het einde van de kalenderdag.
§2. De retributie "blauwe zone" wordt betaald binnen de vijf dagen na ontvangst van het parkeerbiljet. De betaling gebeurt per overschrijving op de bankrekening van de concessionaris die met de exploitatie van het parkeerbeheer is belast overeenkomstig de op het parkeerbiljet opgenomen richtlijnen.
Artikel 7. De retributie "blauwe zone" is verschuldigd alle dagen van 9u tot 18u, behoudens op zon- en feestdagen, of zoals aangebracht op de signalisatie.
BETALEND PARKEREN
Artikel 8. In de zones met een regime van betalend parkeren geschiedt het gebruik van de parkeerplaatsen op de wijze en onder de voorwaarden zoals op de parkeerautomaten vermeld.
Artikel 9. De zone betalend parkeren wordt opgedeeld in de volgende zones:
§1. De betalende zone Markt, meer bepaald de parkeerplaatsen:
- in het noordelijke en oostelijke deel van het plein (Markt)
- op de hoek van de School van Tervurendreef en de Klarastraat
- aan beide zijden van de Kerkstraat tussen Brusselsesteenweg en Kerkstraat nr. 11.
§2. De betalende zone Handelscentrum die zich afbakent over de volgende straten:
- Brusselsesteenweg (vanaf Leuvensesteenweg tot aan Wijngaardstraat)
- Hoornzeelstraat (vanaf Peperstraat tot aan Wandelaarstraat)
- Kasteelstraat (volledig)
- Kerkstraat (volledig)
- Klarastraat (volledig, met uitzondering van de parkeerplaatsen op de hoek van de School van Tervurendreef en de Klarastraat)
- Leuvensesteenweg (vanaf Brusselsesteenweg tot aan Broekstraat)
- Melijndreef.
§3. De betalende zone Park die zich afbakent over de volgende straten:
- Kastanjedreef (vanaf Paleizenlaan tot aan Keizerinnedreef langs één zijde van de straat)
- Warande (gedeelte gesitueerd ter hoogte van en aan de zijde van het Hoefijzercomplex van de site Panquin)
- parking Keizerinnedreef.
Artikel 10.
§1. De retributie is van toepassing volgens de voorwaarden zoals op de parkeerautomaten vermeld.
§2. Deze retributie bedraagt:
1° in de zone Markt
Het regime betalend parkeren is van toepassing alle dagen van 9u tot 18u. De eerste 30 minuten van de parkeertijd geldt gratis parkeren. Na afloop van deze gratis parkeertijd geldt een tarief van € 1 per schijf van 30 minuten, ook betaalbaar aan € 0,10 per schijf van drie minuten. De maximale parkeerduur bedraagt twee uur.
2° in de zone Handelscentrum
Het regime betalend parkeren is van toepassing alle dagen van 9u tot 18u, behoudens op zon- en feestdagen. De eerste 30 minuten van de parkeertijd geldt gratis parkeren. Na afloop van deze gratis parkeertijd geldt een tarief van € 1 per schijf van 30 minuten, ook betaalbaar aan € 0,10 per schijf van drie minuten. De maximale parkeerduur bedraagt twee uur.
3° in de zone Park
Het regime betalend parkeren is van toepassing alle dagen van 9u tot 18u, met inbegrip van zon- en feestdagen. De eerste 30 minuten van de parkeertijd geldt gratis parkeren. Na afloop van deze gratis parkeertijd geldt een tarief van € 0,60 per schijf van 30 minuten, ook betaalbaar aan € 0,10 per schijf van vijf minuten.
Ingeval van een langere parkeerduur zijn volgende voordeeltarieven van toepassing (idem als de tarieven in de ondergrondse parking):
- een dagtarief van € 4,50 geldig van maandag tot en met zaterdag van 9u tot 18u
- een dagtarief van € 2,20 geldig op zon- en feestdagen van 9u tot 18u.
§3. De retributies worden vooraf betaald:
1° aan de parkeerautomaten volgens de op de automaten vermelde modaliteiten
2° op elke andere wijze die door de concessionaris belast met het parkeerbeheer wordt toegelaten en kenbaar gemaakt.
Artikel 11.
§1. De retributie "forfaitaire parkeerretributie" is verschuldigd:
1° na het verstrijken van de parkeerduur zoals aangegeven op het parkeerticket
2° wanneer geen papieren parkeerticket zichtbaar achter de voorruit of, als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig kan worden aangetroffen EN bij afwezigheid van een geldig digitaal parkeerticket voor het geparkeerde voertuig.
3° wanneer het parkeerticket van het geparkeerde voertuig niet voldoet aan het voor de betrokken zone geldende tarief.
Deze retributie bedraagt € 25 en laat toe om gedurende 1 dag (en maximaal geldig tot het einde van de kalenderdag) te parkeren in de betalende zone.
§2. De 'forfaitaire parkeerretributie' dient betaald te worden binnen de vijf dagen na ontvangst van het parkeerbiljet. De betaling gebeurt per overschrijving op de bankrekening van de concessionaris die met de exploitatie van het parkeerbeheer is belast overeenkomstig de op het parkeerbiljet opgenomen richtlijnen.
Artikel 12. De beperkingen van de parkeertijd gelden niet voor de voertuigen die gebruikt worden door personen met een handicap. Op voorwaarde dat de speciale kaart zoals bepaald in artikel 27.4.3. van de Wegcode zichtbaar is aangebracht op de binnenkant van de voorruit of, als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig, kan het voertuig kosteloos en zonder tijdsbeperking worden geparkeerd:
- in de blauwe zone of de straten waarin het regime "blauwe zone" geldt
- in de zone betalend parkeren
- op de parkeerplaatsen voorbehouden aan personen met een handicap zoals beschreven in artikel 27bis van de Wegcode.
PARKEERKAARTEN
Artikel 13. De gemeente Tervuren preciseert de regels voor de uitreiking en het gebruik van de parkeerkaarten met inachtneming van het KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg en van het ministerieel besluit van 9 januari 2007 betreffende de gemeentelijke parkeerkaart. Binnen dit kader kan zij aanvullende categorieën begunstigden bepalen. Er kan enkel een parkeerkaart uitgereikt worden voor buitenlandse nummerplaten, indien voldaan is aan de bepalingen van het KB van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen. De bewijsstukken moeten aangereikt worden door de aanvrager.
Artikel 14.
§1. Het afleveren van gemeentelijke parkeerkaarten zal gebeuren door de concessionaris die door de gemeente belast is met de exploitatie van het parkeerbeheer.
§2. Het afleveren van gemeentelijke parkeerkaarten gebeurt aan een tarief van € 50 per jaar per kaart, behoudens in de specifieke gevallen hierna bepaald. De retributie wordt vooraf betaald en het bedrag is ondeelbaar.
§3. Voor het afleveren van een gemeentelijke parkeerkaart ter vervanging van een verloren, gestolen of beschadigde parkeerkaart wordt een retributie van € 20 aangerekend. Een duplicaat kan enkel worden afgeleverd na aangifte verlies of diefstal bij politie. Een bewijs van deze aangifte wordt voorgelegd aan de concessionaris zoals vermeld in artikel 14 §1.
Artikel 15.
§1. Inwoners van de straten die ressorteren onder de betalende of de blauwe zone kunnen, overeenkomstig de bepalingen van het aanvullend reglement op de politie van het wegverkeer inzake het bewonersparkeren, aanspraak maken op een gemeentelijke parkeerkaart voor bewoners of 'bewonerskaart'. Dienaangaande is de definitie van "bewonerskaart" van artikel 2.52 van de Wegcode van toepassing: een gemeentelijke parkeerkaart specifiek bestemd voor personen die hun hoofdverblijfplaats of domicilie hebben in de op de kaart vermelde gemeente, zone of straat. Wat het begrip "hoofdverblijfplaats" betreft, wordt verwezen naar de ministeriële omzendbrief van 18 december 1991 en het arrest nr. 26.007 van de Raad van State. Enkel bewoners met een hoofdverblijfplaats in de straten die ressorteren onder de betalende of de blauwe zone komen in aanmerking voor de uitreiking van een bewonerskaart.
§2. Er kunnen maximaal twee bewonerskaarten worden uitgereikt per wooneenheid.
Voor de eerste bewonerskaart wordt een retributie van € 50 aangerekend, voor de tweede bewonerskaart een retributie van € 150 per jaar.
Aan de bewoners van een woning met parkeerplaats op eigen perceel (garage of oprit) kan slechts één bewonerskaart worden uitgereikt; voor deze bewonerskaart wordt een retributie van € 150 per jaar aangerekend.
§3. Bewoners van een meergezinswoning met een toegang tot parkeerplaatsen voor meerdere wagens, en met minstens één parkeerplaats per appartement, waarvan de meergezinswoning definitief werd vergund voor of op 4 april 2020 hebben recht op een eerste en een tweede bewonerskaart, aan respectievelijk € 50 en € 150 euro per jaar.
Bewoners van meergezinswoningen, met een toegang tot parkeerplaatsen voor meerdere wagens, en met minstens één parkeerplaats per appartement, waarvan de meergezinswoning definitief werd vergund na 4 april 2020 hebben recht op één bewonerskaart aan € 150 per jaar.
§4. De tarieven vermeld in §2. en §3. gelden voor voertuigen beperkt tot een lengte van 4,90 meter. De aanvrager dient de afmetingen van het voertuig aan te tonen aan de hand van een bewijsstuk van het betreffende voertuig. Voor voertuigen langer dan 4,90 meter bedraagt de retributie het dubbele van de bedragen vermeld in §2. en §3.
§5. Voor begunstigden van een verhoogde tegemoetkoming in de terugbetaling van gezondheidszorg worden de tarieven vermeld in §2., §3. en §4. gehalveerd.
Het recht op een verhoogde tegemoetkoming dient te worden bewezen aan de hand van een attest van het ziekenfonds.
§6. Op voorwaarde dat de geldige bewonerskaart zichtbaar wordt aangebracht op de binnenkant van de voorruit of, als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig, kan het voertuig kosteloos en zonder tijdsbeperking worden geparkeerd:
- in de blauwe zone of de straten waarin het regime blauwe zone van toepassing is
- in de betalende zone Park
- in de betalende zone Markt van 17u tot 9u van maandag tot en met zondag
- in de betalende zone Handelscentrum op zon- en feestdagen en van 17u tot 9u van maandag tot en met zaterdag
§7. Bij het gebruik van een vervangvoertuig dient de houder van de overeenkomstige bewonerskaart volgende stappen te ondernemen:
- meedelen van het bewonerskaartnummer aan de concessionaris belast met de exploitatie van het parkeerbeheer
- overmaken van een officieel document van de garage of verzekeringsmaatschappij waaruit blijkt dat de houder beschikt over het vervangvoertuig, alsook de tijdsperiode waarin de houder over dit vervangvoertuig beschikt.
Indien cumulatief aan deze voorwaarden is voldaan, geniet de houder van de bewonerskaart voor dit vervangvoertuig van dezelfde voorwaarden als vermeld in de voorgaande paragraaf.
§8. De concessionaris belast met de exploitatie van het parkeerbeheer beschikt over het recht om een alternatief en gebruiksvriendelijker systeem van bewonerskaarten te implementeren, mits dezelfde voorwaarden en voordelen gelden voor de houders van de bewonerskaarten.
Artikel 16. Een zorgverstrekker of organisatie voor zorgverstrekking komt in aanmerking voor het aanvragen van een parkeerkaart voor de categorie "zorgverstrekker" indien het een door het RIZIV of de Vlaamse Gemeenschap erkende zorgverstrekker of organisatie betreft. Er kan maximaal 1 parkeerkaart per voertuig aangevraagd worden. Deze parkeerkaarten zijn 1 jaar geldig en dienen desgevallend jaarlijks vernieuwd te worden. Deze parkeerkaart is geldig in zowel de betalende zone als de blauwe zone. De parkeerkaart laat een maximale parkeertijd toe van 2 uur in de betalende zone en van 4 uur in de blauwe zone. Het begintijdstip van het parkeren wordt aangeduid via de parkeerschijf die zichtbaar naast de parkeerkaart wordt gelegd op de binnenkant van de voorruit of, als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig.
Artikel 17. Werknemers van bedrijven of van organisaties gevestigd in de blauwe of betalende zone komen in aanmerking voor het aanvragen van een 'werknemerskaart'. De werknemerskaart geeft het recht om in de blauwe zone te parkeren. Een werknemerskaart die geldig is van maandag tot en met vrijdag van 9u tot 18u kost € 430 per jaar. Een werknemerskaart die alle dagen en onbeperkt geldig is, kost € 650 per jaar. De werknemerskaart is geldig voor 1 jaar.
De aanvrager van een werknemerskaart moet een bewijs voorleggen dat hij of zij tewerkgesteld is bij een bedrijf of organisatie gelegen in de betalende of blauwe zone. De werknemerskaart moet zichtbaar achter de voorruit of, als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig geplaatst worden.
Artikel 18. Voor de uitvoering van werken in de betalende of de blauwe zone kunnen aannemers een 'aannemerskaart' kopen. Met een aannemerskaart kan van maandag tot en met zaterdag van 9u tot 18u geparkeerd worden in de betalende en de blauwe zone. De kaart kan aangekocht worden voor een periode van 3, 6 of 12 maanden en kost € 35 per maand.
De aanvrager van een aannemerskaart moet het bewijs van officiële aannemer aan de hand van BTW-nummer en het inschrijvingsbewijs van de betreffende wagen voorleggen.
De aannemerskaart moet zichtbaar achter de voorruit of, als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig geplaatst worden.
Artikel 19. Op de bewonerskaart kunnen 2 voertuigen vermeld worden. Op de werknemerskaart kunnen 4 voertuigen vermeld worden. Op de aannemerskaart kan 1 voertuig vermeld worden.
Artikel 20. Gemeentelijke dienstvoertuigen, herkenbaar door het gemeentelijk logo op de deur aan de bestuurderszijde, en brandweer- en politievoertuigen, kunnen kosteloos en onbeperkt in de tijd parkeren in zowel de betalende als de blauwe zone.
Artikel 21. Een elektrisch voertuig dat op een voorbehouden parkeerplaats voor elektrische voertuigen parkeert, dient:
- de parkeerretributie te betalen indien de parkeerplaats zich bevindt in de betalende zone
- een parkeerschijf te plaatsen indien de parkeerplaats zich bevindt in de blauwe zone.
Artikel 22. Ingeval van niet-betaling van de retributie 'blauwe zone' en de 'forfaitaire parkeerretributie' binnen de vooropgestelde termijn van vijf dagen, wordt een aanmaningsprocedure opgestart. Vanaf de tweede aanmaning wordt per aanmaning een bijkomende administratieve vergoeding aangerekend van € 10. Na de tweede aanmaning beschikt de concessionaris over het recht om de retributie in te vorderen via gerechtelijke weg, evenwel slechts na een laatste aanmaning te hebben verstuurd per aangetekend schrijven.
Artikel 23. Gelijklopend met de duur van overheidsmaatregelen voor de remediëring van een pandemie of andere crisissituaties waarbij bewoners die beschikken over een bewonerskaart verplicht thuiswerken én (niet-)essentiële winkels verplicht moeten sluiten, wordt volgende maatregel ingevoerd:
- houders van een bewonerskaart kunnen gratis parkeren in de zone Handelscentrum.
Artikel 24. Het besluit van de gemeenteraad van 24 februari 2022 over het retributiereglement op het parkeren op straat wordt opgeheven op 1 mei 2022.
Artikel 25. Dit retributiereglement treedt in werking vanaf 1 mei 2022.
De voorzitter sluit de zitting op 29/04/2022 om 08:45.
Namens Gemeenteraad,
Dirk Stoffelen
algemeen directeur
Hugo Vankelecom
voorzitter