De raad keurt het nieuw huishoudelijk reglement goed.
Het is noodzakelijk om de reglementen op de begraafplaatsen aan te passen omdat de bestaande sterk verouderd zijn en niet aangepast aan de actuele wetgeving.
- Decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging van 16 januari 2004, zoals tot op heden gewijzigd;
- Omzendbrief BA-2006/03 van 10 maart 2004 betreffende de toepassing van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging en de uitvoeringsbesluiten, zoals tot op heden gewijzigd;
- Besluit van de Vlaamse regering van 14 mei 2004 tot organisatie, inrichting en beheer van de begraafplaatsen en crematoria;
Tot nu toe waren de hiernavolgende reglementen van toepassing op de begraafplaatsen:
- Reglement betreffende de begrafenissen, laatste aanpassing goedgekeurd op 30 oktober 2014
- Reglement betreffende de concessies op de gemeentelijke begraafplaatsen, goedgekeurd in de gemeenteraad van 4 november 2004
Het is noodzakelijk om de bestaande reglementen aan te passen om de volgende redenen:
- Het creëren van meer rechtszekerheid voor de burgers.
- Meer garanties bieden op de toepassing van het niet-discriminatieprincipe.
- Het verzamelen van alle modaliteiten betreffende de begravingen in één reglementering, namelijk het gemeentelijk huishoudelijk reglement.
- Het verzamelen van alle modaliteiten met betrekking tot de politionele bevoegdheden op de begraafplaatsen in één reglementering, namelijk het gemeentelijk politiereglement.
- Het verbeteren van de ruimtelijke en de esthetische aspecten op de begraafplaatsen.
Aangezien de dagdagelijkse toepassing op de begraafplaatsen niet altijd even duidelijk was verwoord en de splitsing van de bepalingen omtrent de begravingen over twee reglementen vaak niet helemaal duidelijk was, worden deze reglementen afgeschaft en vervangen door 2 nieuwe reglementen, namelijk:
- Het gemeentelijk huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen: het dagdagelijkse werkinstrument voor de begraafplaatsen
- Het gemeentelijk politiereglement op de begraafplaatsen. Dit reglement bevat alle bepalingen die min of meer kunnen gekoppeld worden aan bepaalde sancties of die te maken hebben met de bevoegdheid van de burgemeester, als hoofd van de administratieve politie.
Hoofdstuk 1: Algemeenheden
Artikel 1.1. In de gemeente Tervuren kan op de hiernavolgende begraafplaatsen begraven worden:
Tervuren: Duisburgsesteenweg
Vossem: Kerkhofstraat
Duisburg: Merenstraat
Moorsel: Moorselstraat
Van zodra het technisch mogelijk is, kunnen de biologisch afbreekbare urnen begraven worden op een plaats aangeduid door de gemeente.
Artikel 1.2. Onder “begraving” wordt verstaan:
• Het begraven van stoffelijke overschotten
• Het bijzetten van asurnen in het columbarium
• Het begraven van asurnen
• De verstrooiing van de as op een strooiweide
• Het begraven van biologisch afbreekbare urnen, van zodra het technisch mogelijk is
Op de begraafplaatsen van Tervuren en Vossem zijn begravingen in kelders mogelijk.
Artikel 1.3. Elk overlijden in de gemeente moet zo snel mogelijk aangegeven worden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand.
Diegene die voor de begraving instaat regelt met het gemeentebestuur de formaliteiten betreffende de begrafenis. Bij ontstentenis daaraan, wordt door het gemeentebestuur het nodige gedaan.
Het gemeentebestuur beslist over de dag en het uur van de begraving.
De begravingen zijn mogelijk op de werkdagen, tussen 09.00 uur en 15.00 uur. Op zaterdagen tussen 09.00 uur en 13.30 uur. Er zijn geen begravingen mogelijk op:
• de wettelijke feestdagen
• de sluitingsdagen van de gemeente
• de dagen, jaarlijks aangeduid door het college van burgemeester en schepenen
Wanneer de afspraak betreffende de begraving niet wordt nagekomen, zal een tarief aangerekend worden, vastgesteld in het gemeentelijk tariefreglement, per uur dat de oorspronkelijk vastgestelde tijd overschreden wordt.
Artikel 1.4. Behoudens de wettelijke bepalingen, voorzien in het decreet en in de lokale reglementering, is de manier van teraardebestelling, zoals vermeld bij de aangifte, definitief.
De volgorde van de begravingen en de bijzettingen wordt bepaald door het gemeentebestuur, meer bepaald door het college van burgemeester en schepenen, op voorstel van de administratie en de technische dienst. Vooraleer een overlijden heeft plaatsgehad, kunnen geen plaatsen worden gereserveerd.
Enkel de daartoe door het gemeentebestuur aangestelde personen zijn gemachtigd begravingen uit te voeren.
De as wordt uitgestrooid door een gemeentelijke aangestelde.
Artikel 1.5. Een stoffelijk overschot wordt begraven in een kist of in een lijkwade.
Een kist moet beantwoorden aan de voorwaarden bepaald in het uitvoeringsbesluit van 21/10/2005. *
Een lijkwade is een lijkomhulsel dat in de plaats van een doodskist wordt gebruikt bij de lijkbezorging. Een lijkwade moet beantwoorden aan de voorwaarden bepaald in het uitvoeringsbesluit van 21/10/2005. *
*Belgisch Staatsblad, publicatie 15/12/2005. Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de voorwaarden waaraan een doodskist of een ander lijkomhulsel moet beantwoorden.
De burgemeester of zijn gemachtigde mag een kisting bijwonen.
Artikel 1.6. De rouwenden kunnen bij het gehele verloop van de begrafenis aanwezig zijn.
Op schriftelijk verzoek, kunnen de overlevende partner en de bloedverwanten eerste graad bij het dichten van de grafput aanwezig zijn. Het verzoek moet ten laatste de werkdag voor de datum van de begraving ingediend worden.
Hoofdstuk 2. Niet-geconcedeerde begravingen
Artikel 2.1. Zonder concessie kunnen op de begraafplaatsen begraven worden:
• personen die op datum van hun overlijden ingeschreven waren in één van de bevolkingsregisters van Tervuren;
• niet identificeerbare stoffelijke overschotten, ontdekt op het grondgebied van Tervuren;
• personen die de gemeente effectief bewonen, doch krachtens wettelijke bepalingen of internationale overeenkomsten vrijgesteld zijn van inschrijving in één van de bevolkingsregisters van Tervuren.
• Niet-inwoners die gedurende een termijn van 20 jaar in één van de bevolkingsregisters van Tervuren zijn ingeschreven.
Artikel 2.2. Een niet-geconcedeerde begraving wordt 10 jaar bewaard.
Het is verboden meer dan 1 stoffelijk overschot in 1 graf te begraven.
Slecht 1 asurn per urnenveld of nis is toegelaten.
Tenzij mits ontgraving, is de omzetting van een niet-geconcedeerde begraving, naar een begraving in een concessie niet toegelaten. De modaliteiten, voorzien in het gemeentelijk politiereglement en in het tariefreglement zijn van toepassing.
Artikel 2.3. Wanneer niet-geconcedeerde begravingen worden ontruimd, zal een afschrift van de beslissing tot ontruiming gedurende 1 jaar bekendgemaakt worden:
• aan het betrokken graf en/of in de nabijheid van het te ontruimen perceel.
• aan de ingang van de begraafplaats.
• door middel van andere gemeentelijke informatiekanalen.
Na de termijn van bekendmaking worden de grafmonumenten eigendom van de gemeente en worden ze ambtshalve verwijderd. Het college van burgemeester en schepenen beslist over de bestemming van deze materialen.
Voor de ruiming van een niet-geconcedeerd perceel wordt een draaiboek opgemaakt.
Indien de nabestaanden het grafmonument willen verwijderen moeten zij de dienst Burgerzaken hiervan op de hoogte brengen met het voorziene document.
Artikel 2.4. De aanvraag tot retroactieve thuisbewaring van een asurn uit een niet-geconcedeerd perceel of nis, bij toepassing van artikel 24 en 24 bis van het decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging moet schriftelijk worden ingediend bij het college van burgemeester en schepenen door de overlevende echtgeno(o)t(e) of samenlevende partner en de bloedverwanten eerste graad.
De aanvraag tot retroactieve thuisbewaring kan ingediend worden tot zolang de procedure van ontruiming van de niet-geconcedeerde graven loopt.
De plaats van bewaring of verstrooiing wordt in de aanvraag aangeduid.
De aanvraag tot retroactieve thuisbewaring kan slechts éénmaal worden ingediend.
De voorwaarden betreffende de ontgraving, opgenomen in artikel 3.1 en volgende van het politiereglement, zijn van toepassing.
Wanneer de thuisbewaring ophoudt, kan de as van de overledene uitgestrooid worden op de strooiweide van de gemeentelijke begraafplaats of begraven of bijgezet worden in een concessie.
Wanneer er een asverstrooiing wordt uitgevoerd, is er geen recht op de plaatsing van een naamplaat op het monument aan de strooiweide. Er is enkel het recht op de plaatsing van een naamplaat op de herinneringsmuur. De bepalingen van artikel 4.7 van dit reglement zijn van toepassing.
Hoofdstuk 3. Concessies
Artikel 3.1. Zolang de omvang van de begraafplaatsen dit mogelijk maakt, worden concessies verleend voor het begraven van stoffelijke overschotten en asurnen en voor het bijzetten van asurnen, volgens de tarieven opgenomen in het gemeentelijk tariefreglement.
Een concessie wordt toegekend voor maximum 2 personen.
Artikel 3.2. De concessie wordt schriftelijk aangevraagd bij het college van burgemeester en schepenen. De begunstigden van de concessie worden in de aanvraag vermeld.
Naar aanleiding van de bijbegraving of bijzetting kan de concessie hernieuwd worden tot de vervaldatum, toegekend aan het perceel.
Artikel 3.3.
Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd om de concessies te verlenen conform de modaliteiten van het huishoudelijk reglement en de vastgestelde tarieven, voorzien in het tariefreglement.
Het college van burgemeester en schepenen wordt eveneens gemachtigd om de concessies te beëindigen bij toepassing van een procedure van verwaarlozing en naar aanleiding van een aanvraag tot voortijdige beëindiging van een concessie.
Artikel 3.4.
Concessies, aangevraagd na 02/05/2022
De concessies, aangevraagd na 2 mei 2022, worden nominatief toegekend voor max. 2 personen, en voor een termijn van 30 jaar per perceel, die aanvangt op de datum van het eerste overlijden.
Het volledige tarief van de concessie wordt, op het ogenblik van de aanvraag tot concessie en volgens de voorwaarden opgenomen in het tariefreglement, onmiddellijk betaald.
Hernieuwing van de concessie, naar aanleiding van de bijbegraving.
Naar aanleiding van de bijbegraving in het geconcedeerd perceel, wordt de concessie op schriftelijk verzoek hernieuwd tot de vervaldatum, toegekend voor dit perceel of nis.
Hernieuwing van de concessie zonder bijbegraving.
Op schriftelijk verzoek en voor het verstrijken van de oorspronkelijk toegekende concessietermijn, kan de concessie hernieuwd worden met een termijn van 15 of 30 jaar, die aanvangt op de vervaldatum, oorspronkelijk toegekend aan het perceel. Het tarief van de hernieuwing van de concessie wordt, op het ogenblik van het indienen van de aanvraag tot hernieuwing en volgens de voorwaarden opgenomen in het tariefreglement, onmiddellijk betaald.
Concessies, aangevraagd voor 02/05/2022
De concessies, aangevraagd voor 2 mei 2022, werden nominatief toegekend voor max. 2 personen, en voor een termijn van 30 jaar per perceel, die aanvangt op de datum van het eerste overlijden.
Het volledige tarief van de concessie werd, op het ogenblik van de aanvraag tot concessie en volgens de voorwaarden opgenomen in het tariefreglement, onmiddellijk betaald.
Hernieuwing van de concessie, naar aanleiding van de bijbegraving.
Naar aanleiding van de bijbegraving in het geconcedeerd perceel, wordt de concessie op schriftelijk verzoek hernieuwd tot de vervaldatum, toegekend voor dit perceel o
Hernieuwing van de concessie zonder bijbegraving.
Op schriftelijk verzoek en voor het verstrijken van de oorspronkelijk toegekende concessietermijn, kan de concessie hernieuwd worden met een termijn van 15 of 30 jaar, die aanvangt op de vervaldatum, oorspronkelijk toegekend aan het perceel. Het tarief van de hernieuwing van de concessie wordt, op het ogenblik van het indienen van de aanvraag tot hernieuwing en volgens de voorwaarden opgenomen in het tariefreglement, onmiddellijk betaald.
Toepassing van artikel 24 en 24 bis van het decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging.
De aanvraag tot retroactieve thuisbewaring van een asurn uit een concessie in het columbarium of het urnenveld, bij toepassing van artikel 24 en 24 bis van het decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging moet schriftelijk worden ingediend bij het college van burgemeester en schepenen door de overlevende echtgeno(o)t(e) of samenlevende partner en de bloedverwanten eerste graad.
De aanvraag tot retroactieve thuisbewaring kan ingediend worden tot zolang de termijn van de concessie loopt of tot zolang de procedure van de hernieuwing van de concessie loopt.
De plaats van bewaring of verstrooiing wordt in de aanvraag aangeduid.
De aanvraag tot retroactieve thuisbewaring kan slechts éénmaal worden ingediend.
De modaliteiten betreffende de ontgraving, opgenomen in artikel 3.1 en volgende van het gemeentelijk politiereglement en het gemeentelijk tariefreglement zijn van toepassing.
De geconcedeerde nis of perceel wordt gedurende een termijn van 2 jaar bewaard.
De bewaringstermijn heeft geen invloed op de oorspronkelijk toegekende concessietermijn.
Wanneer de thuisbewaring na de termijn van 2 jaar ophoudt, kan de as van de overledene uitgestrooid worden op de strooiweide van één van de gemeentelijke begraafplaatsen of begraven of bijgezet worden in een nieuwe concessie.
Wanneer er een asverstrooiing wordt uitgevoerd is er geen recht op de plaatsing van een naamplaat op het monument aan de strooiweide. Er is enkel het recht op de plaatsing van een naamplaat op de herinneringsmuur. De bepalingen van artikel 4.7 van dit reglement zijn van toepassing.
Voortijdige beëindiging van de concessie tijdens de retroactieve thuisbewaring.
Wanneer op het ogenblik van de aanvraag tot retroactieve thuisbewaring, door de nabestaanden reeds gekozen wordt om de asurne niet meer terug te brengen of wanneer door de nabestaanden gekozen wordt voor een asverstrooiing op een andere plaats dan de begraafplaats, dan worden de modaliteiten van artikel 3.8 van het gemeentelijk huishoudelijk reglement toegepast.
Hernieuwing van de concessie tijdens de retroactieve thuisbewaring.
Wanneer de concessie tijdens de periode van bewaring moet hernieuwd worden, zijn de algemene modaliteiten voor een hernieuwing van een concessie van dit artikel van toepassing. Wanneer de concessie, tijdens de periode van de bewaring, niet hernieuwd wordt, is deze vervallen.
Wanneer, na een termijn van twee jaar, de asurn niet wordt teruggebracht naar de begraafplaats, wordt de concessie ambtshalve opgeheven.
De betaalde concessieprijs kan noch geheel, noch gedeeltelijk teruggevorderd worden.
Artikel 3.5. Op de kinderbegraafplaats worden begravingen toegestaan tot de leeftijd van 18 jaar.
Behoudens de reeds toegekende eeuwigdurende concessies, worden op de kinderbegraafplaats de hiernavolgende concessiesystemen toegepast:
Concessies, aangevraagd na 02/05/2022
De concessies, schriftelijk aangevraagd na 2 mei 2022, worden ambtshalve en nominatief toegekend voor een termijn van 30 jaar, die aanvangt op de datum van de begraving.
Op schriftelijk verzoek en voor het verstrijken van de oorspronkelijk toegekende concessietermijn, kan de concessie ambtshalve hernieuwd worden met een termijn 15 of 30 jaar, die aanvangt op de vervaldatum, oorspronkelijk toegekend aan het perceel.
Op schriftelijk verzoek en voor de vervaldatum, toegekend aan het perceel na de eerste hernieuwing, kan de concessie een tweede maal hernieuwd worden met een termijn van 15 of 30 jaar, die aanvangt op tweede vervaldatum. Het tarief betreffende de tweede hernieuwing van de concessie wordt, overeenkomstig de modaliteiten voorzien in het tariefreglement, onmiddellijk betaald.
Concessies, aangevraagd tijdens de periode van 02/05/2022 tot en met 31/12/2022.
De vervallen concessies van de kinderbegraafplaats, waarvoor, in de periode van 02/05/2022 tot en met 31/12/2022 de hernieuwing werd aangevraagd, zijn ambtshalve toegekend voor een termijn van 30 jaar, die aanvangt op de datum van het schriftelijk verzoek.
Op schriftelijk verzoek en voor de vervaldatum, toegekend aan het perceel, na de toekenning van de concessie, kan de concessie een tweede maal hernieuwd worden met een termijn van 15 of 30 jaar, die aanvangt op de eerste vervaldatum. Het tarief betreffende de hernieuwing van de concessie, wordt, overeenkomstig de modaliteiten voorzien in het tariefreglement, onmiddellijk betaald.
Artikel 3.6. Behoudens de reeds toegekende eeuwigdurende concessies, wordt, voor de begravingen van oud-strijders het hiernavolgende concessiesysteem toegepast:
Concessies, aangevraagd na 02/05/2022
De concessies, bedoeld voor de begraving van een oud-strijder op het erepark, aangevraagd na 2 mei 2022, worden ambtshalve en nominatief toegekend voor een termijn van 50 jaar per perceel, die aanvangt op de datum van de begraving.
De concessies kunnen ambtshalve hernieuwd worden met een termijn van 50 jaar, die aanvangt op de vervaldatum, toegekend aan het perceel.
De concessie van de oud-strijder wordt ambtshalve toegekend, indien er een strijders- of vuurkaart kan voorgelegd worden.
Indien de oud-strijders elders op de begraafplaats worden begraven, worden de bepalingen van artikel 3.4 van dit reglement toegepast.
Concessies, toegekend voor 02/05/2022
De begravingen van de oud-strijders op het erepark, uitgevoerd voor 2 mei 2022, worden ambtshalve hervormd tot concessies met een termijn van 50 jaar, die aanvangen op de datum van het overlijden.
De concessies kunnen ambtshalve hernieuwd worden met een termijn van 50 jaar, die aanvangt op de vervaldatum, toegekend aan het perceel.
Artikel 3.7. De voorafgaande schikkingen omtrent de duur en de hernieuwing van de concessies doen geen afbreuk aan het recht op kosteloze hernieuwing van de reeds eerder toegekende eeuwigdurende concessies, zoals voorzien in de wet van 21 juli 1971.
Artikel 3.8. Eenieder kan een aanvraag tot voortijdige beëindiging van een concessie schriftelijk indienen bij het college van burgemeester en schepenen.
De aanvraag tot voortijdige beëindiging van de concessie wordt gedurende een termijn van 6 maanden aangeplakt aan de ingang van de begraafplaats en aan het desbetreffende perceel.
Bezwaren tegen een aanvraag tot voortijdige beëindiging moeten schriftelijk worden ingediend bij het college van burgemeester en schepenen.
Bij een voortijdige beëindiging van de concessie kan het betaalde concessietarief noch geheel, noch gedeeltelijk teruggevorderd worden.
Artikel 3.9. In geval van terugneming van een perceel wegens openbaar belang of dienstnoodwendigheden, kunnen de concessiehouders geen aanspraak maken op enige vergoeding.
Zij hebben slechts het recht op het kosteloos bekomen van een perceel of een nis van dezelfde afmetingen op een ander deel van de begraafplaats of een andere gemeentelijke begraafplaats, tot het einde van de reeds toegekende concessietermijn.
Hoofdstuk 4 Percelen – Afmetingen Grafmonumenten – Graftekens – Gedenkplaten – Beplantingen - Onderhoud
Artikel 4.1. Eenieder heeft het recht om een grafmonument te plaatsen.
Op het perceel waarin een stoffelijk overschot of een asurne begraven is of bijgezet is in een concessie, moet uiterlijk binnen de 6 maanden aanwezig zijn :
- een grafzerk waarop de naam, voornaam en de datum of het jaartal van overlijden van de aldaar begraven perso(o)n(en) aangebracht worden.
Op een geconcedeerde nis van het columbarium moet uiterlijk binnen de 6 maanden een naamplaat/afdekplaat worden aangebracht.
Op een geconcedeerd perceel van het urnenveld moet uiterlijk binnen de 6 maanden een afdekplaat geplaatst worden.
Indien binnen de voorziene termijn de plaatsing van de afzoming of de grafzerk niet is uitgevoerd, of indien tijdens de verdere duur van de concessie niet langer aan die voorwaarden voldaan is, kan zulks aanleiding geven tot het treffen van maatregelen die zijn voorzien in het decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging bij verwaarlozing van graven.
Artikel 4.2. Een perceel voor de begravingen van stoffelijke overschotten of urnen moet de hiernavolgende afmetingen hebben:
Stoffelijk overschot of urne |
Lengte |
Breedte |
- 18 jaar |
220 cm |
99 cm |
+ 18 jaar |
220 cm |
99 cm |
De percelen voor de begravingen in een urnenkelder moeten de hiernavolgende afmetingen hebben:
Lengte |
Breedte |
|
Concessies |
60 cm |
60 cm |
Niet-geconcedeerde |
60 cm |
40 cm |
Artikel 4.3. De grafmonumenten moeten aan de hiernavolgende afmetingen voldoen:
De afmetingen van de percelen mogen niet vergroot worden.
Monument
|
|
Kinderbegraafplaats |
Niet-geconcedeerd |
Concessie met kelder |
Grondconcessies |
Lengte |
100 cm |
180 cm |
250 cm |
220 cm |
|
Breedte |
60 cm |
80 cm |
99 cm |
99 cm |
|
Hoogte |
120 cm |
10 cm |
10 cm |
10 cm |
Monument op sokkel Afmetingen
|
|
Kinderbegraafplaats |
Niet-geconcedeerd |
Concessie met kelder |
Grondconcessies |
Breedte |
80 cm |
109 cm |
n.v.t. |
109 cm |
|
Diepte |
40 cm |
60 cm |
n.v.t. |
60 cm |
|
Hoogte |
10 cm |
10 cm |
n.v.t. |
10 cm |
Monument op sokkel Afmetingen
|
|
Kinderbegraafplaats |
Niet-geconcedeerd |
Concessie met kelder |
Grondconcessies |
Breedte |
60 cm |
90 cm |
n.v.t. |
90 cm |
|
Diepte |
25 cm |
25 cm |
n.v.t. |
25 cm |
|
Max hoogte |
80 cm |
90 cm |
n.v.t. |
90 cm |
Voor de plaatsing van het grafmonument moet de aanvraag schriftelijk worden ingediend.
Artikel 4.4. Grafmonumenten van oud-strijders op het erepark, overleden na 2 mei 2022.
De grafmonumenten van de oud-strijders, begraven op het erepark na 2 mei 2022, worden geplaatst en onderhouden door het gemeentebestuur.
Op de grafmonumenten van de oud-strijders, elders begraven na 2 mei 2022, zijn de artikels 4.1 tot 4.3 van toepassing. Het onderhoud van de grafmonumenten van de oud-strijders, elders begraven na 2 mei 2022, berust op de belanghebbenden.
Grafmonumenten van oud-strijders op het erepark, overleden voor 2 mei 2022.
De grafmonumenten van de oud-strijders, begraven op het erepark, voor 2 mei 2022, worden onderhouden door het gemeentebestuur.
Het onderhoud van de grafmonumenten van de oud-strijders, elders begraven voor 2 mei 2022, berust op de belanghebbenden.
Artikel 4.5. De naamplaten van de afdekplaten van het columbarium kunnen worden geleverd volgens het model, vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen. Deze worden door de gemeentelijke diensten geplaatst.
De kosten van de naamplaat en de kosten van de plaatsing worden betaald, overeenkomstig het retributiereglement.
Indien de naamplaat niet door het gemeentebestuur wordt geleverd moet deze voldoen aan de hiernavolgende voorwaarden:
Naamplaat afdekplaat columbarium |
Breedte |
Hoogte |
22 cm |
5 cm |
Artikel 4.6. De grafmonumenten op het urnenveld moeten de hiernavolgende afmetingen hebben:
Lengte |
Breedte |
Hoogte |
|
Concessies |
60 cm |
60 cm |
40 cm |
Niet-geconcedeerde (enkel in Tervuren) |
60 cm |
40 cm |
40 cm |
Artikel 4.7. Graf- en opschriften moeten op de grafmonumenten aangebracht zijn, alvorens deze op de begraafplaats mogen geplaatst worden.
Artikel 4.8. Naamplaatjes
Naamplaatjes op het herdenkingsmonument aan de strooiweide.
De naamplaatjes op het herdenkingsmonument aan de strooiweide kunnen worden geleverd volgens het model, vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen.
De naamplaatjes worden gedurende een termijn van 10 jaar bewaard.
Bij toepassing van artikel 24 en 24bis van het decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging kan, na verstrooiing van de as, geen naamplaat geplaatst worden.
Het tarief van de levering en de plaatsing van het naamplaatje op het herdenkingsmonument aan de strooiweide wordt, overeenkomstig de modaliteiten voorzien in het tariefreglement, onmiddellijk betaald.
Naamplaatjes op de sterretjesweide.
De naamplaatjes op de sterretjesweide kunnen worden geleverd volgens het model, vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen.
De naamplaatjes worden gedurende een termijn van 20 jaar bewaard.
Op het monument van de sterretjesweide kunnen er enkel naamplaatjes geplaatst worden voor de kinderen, waarvan de ouders of één van hen:
Naamplaatjes op de herdenkingsmuur.
De naamplaatjes op de herdenkingsmuur kunnen worden geleverd volgens het model, vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen.
Deze herdenkingsmuur bevat enkel de naamplaatsjes van de personen waarvan hun graf ontruimd is of waarvan de 10 jaar aan de strooiweide verlopen is.
De naamplaatjes worden gedurende een termijn van 20 jaar bewaard.
Het tarief van de levering en de plaatsing van het naamplaatje van de herdenkingsmuur wordt, overeenkomstig de modaliteiten voorzien in het tariefreglement, onmiddellijk betaald.
Artikel 4.9. De aanplantingen op de grafmonumenten en eventuele andere voorwerpen geplaatst door de nabestaanden moeten derwijze geplaatst en onderhouden worden dat zij zich niet uitbreiden buiten de afmetingen toegewezen aan het graf, noch het zicht op de identificatiegegevens op het grafteken belemmeren. De hoogte moet beperkt worden tot 1.20 m.
Het is niet toegelaten op de afdekplaat van het urnenveld enige constructie te plaatsen:
Artikel 4.10. De graven mogen niet afgedekt worden met materialen die door hun aard of wijze van aanbrengen gemakkelijk op de wegenis of de naburige graven kunnen verschuiven (grint, kiezel, steenslag en andere) of het onderhoud ervan bemoeilijken.
Kniel- of bidbanken aan de graven zijn niet toegelaten. Deze zullen onmiddellijk verwijderd worden zonder voorafgaande melding.
Artikel 4.11. Kronen uit natuurlijke bloemen moeten weggenomen worden, zodra zij niet meer fris zijn. Indien ze niet worden weggenomen, worden ze ambtshalve verwijderd.
Artikel 4.12. De bloemen en planten op de graven aangebracht, moeten steeds in goede staat onderhouden worden. Wanneer ze afgestorven zijn, moeten ze verwijderd worden. Bij gebreke hiervan zullen de opruiming en het verwijderen van de potten geschieden door de zorgen van het gemeentebestuur.
Artikel 4.13. De verwijdering en de herplaatsing van de afdekplaat van het columbarium, naar aanleiding van een aanvraag tot retroactieve thuisbewaring, bij toepassing van artikel 24 en 24 bis, van het decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging wordt door de gemeente geregeld.
De verwijdering en de herplaatsing van het monument van het urnenveld, ingevolge voormelde toepassing, gebeurt in opdracht en op kosten van de aanvrager van de thuisbewaring.
Voor de verwijdering en de herplaatsing wordt een afspraak gemaakt met het gemeentebestuur.
De aanvrager van de retroactieve thuisbewaring is verantwoordelijk voor eventuele schade.
Artikel 4.14. Wanneer een begraving om gelijk welke reden ten einde loopt, worden de niet-weggenomen graftekens en de nog bestaande constructies eigendom van de gemeente. Het college van burgemeester en schepenen bepaalt de bestemming van de grafmonumenten.
Artikel 4.15. Met betrekking tot de plaatsing van de grafmonumenten moeten de voorbereidende werken volledig buiten de muren van de begraafplaatsen uitgevoerd worden. Na de plaatsing van de grafmonumenten mogen geen materialen achtergelaten worden.
Hoofdstuk 5 Erepark en graven van lokaal historisch belang.
Artikel 5.1. Op het erepark van de begraafplaats Tervuren zijn de burgemeesters en de ere-burgemeesters begraven.
Concessies, aangevraagd tijdens de periode van 02/05/2022 en 31/12/2022.
De vervallen concessies op het erepark, waarvoor in de periode van 02/05/2022 tot en met 31/12/2022 de hernieuwing werd aangevraagd, zijn ambtshalve toegekend voor een termijn van 30 jaar, die aanvangt op de datum van het schriftelijk verzoek.
Hernieuwing van de concessie
Op schriftelijk verzoek en voor het verstrijken van de toegekende concessietermijn, kan de concessie ambtshalve hernieuwd worden met een termijn van 15 of 30 jaar, die aanvangt op de datum van de aanvraag tot hernieuwing.
Op het erepark van Tervuren worden vanaf 02/05/2022 geen nieuwe begravingen meer toegelaten.
Artikel 5.2. Het college van burgemeester en schepenen bepaalt autonoom welke graven van historisch belang zijn.
Het zal zich ter zake laten adviseren door een werkgroep, samengesteld uit de burgemeester, de schepen van cultuur, en een afvaardiging van de diensten cultuur, de administratie van de begraafplaatsen en de technische dienst.
Op de lijst zullen enkel die grafmonumenten opgenomen worden die met betrekking tot de persoon een binding hebben met de gemeente Tervuren of die met betrekking tot de vorm een kunsthistorisch belang hebben.
Deze grafmonumenten worden gedurende 50 jaar bewaard. De termijn is verlengbaar.
Het onderhoud is ten laste van het gemeentebestuur.
Artikel 5.3. Eenieder kan een aanvraag indienen om het peterschap over een bepaald grafmonument te verwerven.
Door de toekenning van het peterschap verbindt de aanvrager er zich toe om, gedurende een welbepaalde periode, een welbepaald grafmonument te behouden. De aanvrager mag onderhouds- en restauratiewerken uitvoeren, zonder de oorspronkelijke staat van het grafmonument te wijzigen.
Het gemeentebestuur blijft eigenaar van het grafmonument. In het betrokken perceel worden geen nieuwe begravingen toegestaan.
Het peterschap kan enkel aangevraagd worden voor grafmonumenten van een geconcedeerd perceel, opgenomen in een procedure van ontruiming en voor grafmonumenten van een geconcedeerd perceel, opgenomen in een procedure van hernieuwing van concessies waarvan de concessie niet hernieuwd wordt.
De aanvraag tot peterschap wordt schriftelijk ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, en moet gemotiveerd worden.
Het college van burgemeester en schepenen kent het peterschap toe, na advies van de werkgroep, samengesteld uit de burgemeester, de schepen van cultuur en een afvaardiging van de diensten cultuur, de administratie van de begraafplaatsen en de technische dienst.
Voor het peterschap wordt een overeenkomst gesloten. Hierin worden de richtlijnen van de restauratie en het onderhoud van het grafmonument opgenomen, alsook de termijn van het peterschap.
De aanvrager is aansprakelijk voor eventuele schade aan het grafmonument die, als gevolg van werken, in zijn of haar opdracht zijn uitgevoerd.
De verwerving van het peterschap is gratis. De aanvrager kan geen aanspraak maken op vergoedingen of compensaties.
Het peterschap kan bekend gemaakt worden aan het grafmonument, op de in de overeenkomst vastgestelde plaats, door middel van een plaatje.
Hoofdstuk 6 Sluiting van een begraafplaats.
Artikel 6. In geval van sluiting en/of wijziging van de bestemming van de begraafplaats kunnen de concessiehouders geen aanspraak maken op enige vergoeding. Zij hebben slechts recht op het bekomen van een perceel of nis van dezelfde afmetingen op een andere gemeentelijke begraafplaats, tot het einde van de concessietermijn. De eventuele kosten voor het overbrengen van de stoffelijke overschotten zijn ten laste van het gemeentebestuur. De kosten voor het overbrengen van de graftekens zijn ten laste van diegenen die de overbrenging hebben aangevraagd.
Het recht op het kosteloos bekomen van een nieuw perceel of nis is afhankelijk van het indienen van een aanvraag door enige belanghebbende.
Artikel 7. Het reglement betreffende de begrafenissen van 30 oktober 2014 en het reglement betreffende de concessies op de gemeentelijke begraafplaatsen van 4 november 2004 worden opgeheven op 2 mei 2022.
Artikel 8. Dit huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen treedt in werking op 2 mei 2022.