De raad keurt het nieuw politiereglement goed.
Het is noodzakelijk om de reglementen op de begraafplaatsen aan te passen omdat de bestaande sterk verouderd zijn en niet aangepast aan de actuele wetgeving.
- Decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging van 16 januari 2004, zoals tot op heden gewijzigd;
- Omzendbrief BA-2006/03 van 10 maart 2004 betreffende de toepassing van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging en de uitvoeringsbesluiten, zoals tot op heden gewijzigd;
- Besluit van de Vlaamse regering van 14 mei 2004 tot organisatie, inrichting en beheer van de begraafplaatsen en crematoria;
Tot nu toe waren de hiernavolgende reglementen van toepassing op de begraafplaatsen:
- Reglement betreffende de begrafenissen, laatste aanpassing op 30 oktober 2014
- Reglement betreffende de concessies op de gemeentelijke begraafplaatsen, goedgekeurd in de gemeenteraad van 04 november 2004
Het is noodzakelijk om de bestaande reglementen op de begraafplaatsen aan te passen om de volgende redenen:
- Het creëren van meer rechtszekerheid voor de burgers.
- Meer garanties bieden op de toepassing van het niet-discriminatieprincipe.
- Het verzamelen van alle modaliteiten betreffende de begravingen in één reglementering, namelijk het gemeentelijk huishoudelijk reglement.
- Het verzamelen van alle modaliteiten met betrekking tot de politionele bevoegdheden op de begraafplaatsen in één reglementering, namelijk het gemeentelijk politiereglement.
- Het verbeteren van de ruimtelijke en de esthetische aspecten op de begraafplaatsen.
Aangezien de dagdagelijkse toepassing op de begraafplaatsen niet altijd even duidelijk was verwoord en de splitsing van de bepalingen omtrent de begravingen over twee reglementen vaak niet helemaal duidelijk was, worden deze reglementen afgeschaft en vervangen door 2 nieuwe reglementen, namelijk:
- Het gemeentelijk huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen: het dagdagelijkse werkinstrument voor de begraafplaatsen.
- Het gemeentelijk politiereglement op de begraafplaatsen. Dit reglement bevat alle bepalingen die min of meer kunnen gekoppeld worden aan bepaalde sancties of die te maken hebben met de bevoegdheid van de burgemeester, als hoofd van de administratieve politie.
Er zijn ook sancties voor minderjarigen voorzien en dus is dit reglement ook op de jeugdraad van 16 februari 2022 besproken. De jeugdraad had geen opmerkingen op het reglement en gaf dus een positief advies. Ze vragen wel een goede opvolging en begeleiding van minderjarige jongeren bij het toekennen van sancties zoals voorzien in het andere reglement voor de toekenning van de GAS-boetes.
De gemeenteraad beslist om een materiële rechtzetting aan te brengen en het bedrag in artikel 2 voor de begraving van twee urnen aan te passen als volgt:
Concessie voor de begraving van urnen op het urnenveld |
Tarief |
Voor de begraving van een urne |
600 euro |
Voor de begraving van twee urnen |
8700 euro |
Amendement : Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen
Artikel 1.1. Elk overlijden in de gemeente moet zo vlug mogelijk aangegeven worden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand. Dit geldt eveneens in geval van ontdekking van een menselijk lijk op het grondgebied van de gemeente.
Het overlijden wordt door de ambtenaar van de burgerlijke stand vastgesteld op basis van een getuigschrift afgeleverd door de behandelende geneesheer of een geneesheer hiertoe aangesteld door de ambtenaar van de burgerlijke stand.
Artikel 1.2. Tot vormneming, balseming of kisting mag niet overgegaan worden zolang het overlijden niet werd vastgesteld door de behandelende geneesheer of de geneesheer hiertoe aangesteld, ofwel, wanneer het overlijden te wijten is aan een gewelddadige of verdachte oorzaak, na vrijgave van het lijk door de procureur des Konings.
De burgemeester kan beslissen dat hij of zijn gemachtigde de kisting zal bijwonen en toezicht zal houden op de voorschriften inzake doodskisten.
Artikel 1.3. Diegene die voor de begraving instaat, regelt met het gemeentebestuur de formaliteiten betreffende de begrafenis. Bij ontstentenis daaraan, wordt door het gemeentebestuur het nodige gedaan.
De begraving kan plaatshebben na het afleveren van de toelating tot begraven.
Artikel 1.4. Het gemeentebestuur duidt een locatie aan voor de bewaring van stoffelijke overschotten. Deze locatie is bestemd om de stoffelijke overschotten op te nemen :
a) ter identificatie van onbekende personen;
b) waarop een lijkschouwing moet worden verricht ingevolge een rechterlijke beslissing;
c) waarvan het vervoer naar het lijkenhuis noodzakelijk is voor de vrijwaring van de openbare gezondheid;
d) die niet op de plaats van het overlijden bewaard kunnen worden;
e) waarvan het vervoer naar het lijkenhuis aangevraagd werd door de familie van de overledene, of bij ontstentenis, door enige belanghebbende.
De lijken mogen slechts naar deze locatie gebracht worden na officiële vaststelling van het overlijden.
In de gevallen vermeld onder c. is de overbrenging naar de locatie verplicht.
In de gevallen onder e. mogen de lijken slechts naar het lijkenhuis gebracht worden mits een voorafgaandelijke machtiging (van de burgemeester), afgeleverd na de officiële vaststelling van het overlijden.
Hoofdstuk 2: Lijkbezorging
Artikel 2.1. Het lijkenvervoer wordt waargenomen door private ondernemingen onder toezicht van het gemeentebestuur.
Het vervoer van stoffelijke overschotten, gekist of in een lijkwade, gebeurt in een lijkwagen of op de meest passende wijze. Het vervoer dient steeds in de kortst mogelijke afstand te gebeuren.
Het vervoer van stoffelijke overschotten naar een andere gemeente is verboden, behoudens machtiging van de burgemeester of zijn gemachtigde.
Het stoffelijk overschot van een buiten de gemeente overleden persoon mag er niet in bewaring gegeven of teruggebracht worden zonder machtiging van de burgemeester.
Artikel 2.2. De lijkkisten en de lijkwaden dienen in volle grond begraven te worden op een diepte van ten minste 65 cm.
In de bestaande grafkelders dient een bijzetting te gebeuren op een diepte van ten minste 65 cm.
Behoudens in geval van bijzetting in een grafkelder waar een hermetisch omhulsel verplicht is gedurende de periode van de bijzetting, is het verboden gebruik te maken van lijkkisten, foedralen, lijkwaden en producten die de natuurlijke en normale ontbindingen van de stoffelijke overschotten verhinderen.
Artikel 2.3. De asurnen dienen begraven te worden in volle grond op een diepte van ten minste 65 cm of te worden bijgezet in een columbarium dat ter beschikking gesteld wordt door het gemeentebestuur.
Artikel 2.4. Asverstrooiingen gebeuren op een hiertoe voorbehouden asverstrooiingsweide door een gemeentelijke aangestelde.
Hoofdstuk 3: Ontgravingen
Artikel 3.1. Ontgravingen zijn enkel mogelijk:
a) op bevel van de gerechtelijke overheid;
b) bij terugneming van het geconcedeerd perceel of de nis wegens openbaar belang of dienstnoodwendigheden;
c) bij wijziging van de bestemming van de begraafplaats;
d) op verzoek van de echtgenoot, echtgenote of samenwonende partner en de bloedverwanten eerste graad van de overledene(n), en mits voorafgaande machtiging van de burgemeester. Het verlenen van toestemming tot opgraving door de burgemeester kan enkel om ernstige redenen.
In geval van herbegraving moet vooraf een toelating tot herbegraving worden bekomen op een gemeentelijke begraafplaats of een begraafplaats buiten de gemeente. Het stoffelijk overschot moet onmiddellijk naar de nieuwe bestemming worden vervoerd en begraven, mits inachtneming van alle voorschriften ter zake.
In geval van crematie wordt de as behandeld overeenkomstig artikels 19 en 24 van het decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging van 16.01.2004.
Artikel 3.2. Ontgravingen kunnen enkel uitgevoerd worden door aannemers met een erkenning in categorie G5.
Dag en uur van de ontgraving worden door de burgemeester bepaald.
De begraafplaats dient op dat tijdstip voor het publiek gesloten te worden.
Bij de ontgraving zullen enkel de door de burgemeester gerechtigde personen toegelaten worden.
De kosten voor ontgraving worden geregeld in het tariefreglement.
Artikel 3.3. Indien de staat van de kist of de urne het vereist, schrijft de burgemeester of zijn gemachtigde voor dat ze vernieuwd wordt of dat elke andere maatregel genomen wordt die van aard is de welvoeglijkheid of de openbare gezondheid te beschermen.
Indien wordt vastgesteld dat kledingstukken of andere omhulsels het verteringsproces ernstig vertragen, moet de ondoordringbaarheid voor lucht van deze omhulsels bij herbekisting worden opgeheven. Zo mogelijk wordt het storende omhulsel verwijderd.
Tijdens een eventueel transport van de onverteerde resten wordt gebruikgemaakt van een al dan niet herbruikbare lucht- en vloeistofdichte kist.
Hoofdstuk 4: Graftekens, onderhouds- en beplantingswerken
Artikel 4.1. Op de gemeentelijke begraafplaatsen gebeurt de plaatsing, de wegneming of de verbouwing van graftekens en de uitvoering van beplantingen onder toezicht van de burgemeester of zijn gemachtigde en dit binnen de uren en termijnen die opgelegd worden.
Artikel 4.2. Er mogen enkel werken worden verricht tijdens de openingsuren van de begraafplaatsen. Op zondagen en wettelijke feestdagen, en op de dagen door het college van burgemeester en schepenen vastgesteld, mogen geen werken worden uitgevoerd.
Alle werken die als voorbereiding elders mogelijk zijn, mogen niet op de begraafplaats geschieden. De materialen moeten derhalve zoveel als mogelijk geprefabriceerd ter plaatse worden gebracht om de werken om de begraafplaats tot het volstrekt minimum te beperken.
De werken moeten binnen de kortst mogelijke termijn worden voltooid. Indien de werken niet werden beëindigd op sluitingsuur, dan moeten materieel en voertuigen van de begraafplaats worden verwijderd.
Artikel 4.3. Op zondagen en wettelijke feestdagen en vanaf de voorlaatste werkdag van oktober tot en met 2 november is het verboden, behoudens toestemming van de burgemeester of zijn gemachtigde, op de gemeentelijke begraafplaatsen graftekens te plaatsen, bouw- en beplantings- of aanaardingswerk aan de graven uit te voeren, of de graftekens op te kuisen.
Artikel 4.4. De graftekens en de aanplantingen moeten voldoen aan de bepalingen van het huishoudelijk reglement betreffende de begraafplaatsen. Op geconcedeerde percelen moet gedurende de hele duur van de concessie een grafteken behouden blijven.
De opschriften en de grafschriften moeten steeds leesbaar zijn en zullen van die aard zijn om de welvoeglijkheid, de orde en de aan de doden verschuldigde eerbied te vrijwaren.
Gedenktekens die niet overeenstemmen met de bepalingen van de gemeentelijke reglementering dienen terug verwijderd te worden door diegenen in wiens opdracht ze geplaatst werden. De concessiehouder of zijn nabestaanden, indien gekend, zullen hiervoor schriftelijk in gebreke worden gesteld. Daarenboven zal, gedurende 6 maanden, een bericht worden uitgehangen aan het grafteken en aan de ingang van de begraafplaats.
Bij gebrek aan herstel binnen een periode van 6 maanden na de ingebrekestelling en na de aanplakking van het bericht zal de verwijdering door het gemeentebestuur gebeuren.
Artikel 4.5. Het onderhoud van de percelen, en alles wat zich erop bevindt, op de gemeentelijke begraafplaatsen rust op de belanghebbenden.
Verwaarlozing wordt vastgesteld in een akte van de burgemeester. Die akte blijft een jaar bij het graf en aan de ingang van de begraafplaats aangeplakt. In de mate van het mogelijke zullen de familieleden worden verwittigd.
Na het verstrijken van deze termijn en bij niet herstelling worden de concessies beëindigd door het college van burgemeester en schepenen. Van ambtswege wordt overgegaan tot afbraak of tot het wegnemen van de materialen.
In geval van dringende noodzakelijkheid kan de burgemeester ambtshalve verwaarloosde gedenktekens doen wegnemen zonder verhaal of aanspraak op vergoeding. De dringende noodzaak zal worden vastgesteld in een akte, opgemaakt door de burgemeester, die wordt aangeplakt aan het graf en aan de ingang van de begraafplaats, en zal verstuurd worden aan de concessiehouder of zijn of haar gekende nabestaande of belanghebbende.
Artikel 4.6. Het gemeentebestuur staat niet in voor de bewaking van de op de graven geplaatste voorwerpen.
Artikel 4.7. Het is verboden om op de begraafplaatsen bleekwaters te gebruiken.
Artikel 4.8. Het is verboden om in de groenvoorzieningen putten te maken. Bloempotten worden in de voorziene staanders gezet.
Hoofdstuk 5: Ordemaatregelen
Artikel 5.1. De begraafplaatsen zijn toegankelijk voor het publiek :
Van 01/10 tot 31/03: vanaf 07u tot 18u
Van 01/04 tot 30/09: vanaf 07u tot 21u
Voor dienstnoodwendigheden kunnen de begraafplaatsen, tijdens deze openingsuren, op bevel van de burgemeester tijdelijk voor het publiek gesloten worden.
De begraafplaatsen mogen enkel betreden worden door voetgangers, vervoermiddelen van gehandicapte personen, lijkwagens of daarmee gelijkgestelde wagens ter gelegenheid van begrafenissen, en andere voertuigen mits machtiging van de burgemeester of zijn aangestelde. Dieren aan de leiband zijn toegelaten
Artikel 5.2. Op de begraafplaatsen is het verboden gelijk welke daad te stellen, een houding aan te nemen of een manifestatie op touw te zetten die de welvoeglijkheid, de orde en de eerbied voor de doden stoort of kan storen.
Artikel 5.3. Op de begraafplaatsen is het aanbrengen van elke aanplakking, reclame, opschriften en voorwerpen die niet voorzien zijn in het decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging verboden.
Artikel 5.4. Het is verboden op de begraafplaatsen te leuren, gelijk welke voorwerpen uit te stallen of te verkopen of zijn diensten aan te bieden tegen betaling.
Artikel 5.5. Het is verboden papier, verpakkingsmiddelen en soortgelijk of ander afval op de begraafplaatsen achter te laten, behoudens in de ter beschikking staande containers.
Hoofdstuk 6: Sancties
Artikel 6. Voor zover wetten, decreten, besluiten, algemene of provinciale reglementen of verordeningen in geen andere straffen voorzien kan elke inbreuk op de bepalingen van dit reglement gestraft worden met een administratieve sanctie of maatregel volgens de wet van 24 juni 2013 over de gemeentelijke administratieve sancties en volgens de algemene politieverordening met gemeentelijke administratieve sancties van 27 maart 2018, zoals gewijzigd tot op heden.
Artikel 7. Dit politiereglement op de begraafplaatsen treedt in werking op 2 mei 2022.