Terug
Gepubliceerd op 31/05/2024

Besluit  Gemeenteraad

do 25/04/2024 - 20:00

Mondelinge vraag over de verkiezingen volgens provinciale kieskringen (raadslid Liesenborghs)

Aanwezig: Hugo Vankelecom, voorzitter
Marc Charlier, burgemeester
Bram Peters, Kristina Eyskens, Werner Aerts, Sofie Lombaert, Lut Kint, schepenen
Mario Van Rossum, Mark Van Roy, Christine Tinlot, Willy Roeykens, Robert Steuts, Geoffroy de Schaetzen, Bram Bartholomees, Omer Graulus, Sebastiaan Coudré, Thomas Geyns, Elmo Peeters, Serge Liesenborghs, Yvette Schepers, Geoffroy de Visscher, Nadine Gabet, Ineke Casier, Geert Goossens, Kelly Merckx, raadsleden
Dirk Stoffelen, algemeen directeur
Verontschuldigd: Jan Trappeniers, vijfde schepen
Dirk De Vos, raadslid

De vraag en het antwoord wordt aan de raad toegelicht en wordt in het audioverslag weergegeven.

Aanleiding

Vraag via mail van 23 april 2024 van raadslid Liesenborghs om een mondelinge vraag te agenderen op de gemeenteraad van 25 april 2024. 

Regelgeving

Huishoudelijk reglement van de gemeenteraad
Art. 12. - De gemeenteraadsleden hebben het recht aan het college van burgemeester en schepenen vragen te stellen.
Het gemeenteraadslid dient de vraag in via brief of e-mail en richt de vraag aan de algemeen directeur of aan het algemeen secretariaat. Hij/zij krijgt binnen de twintig dagen na ontvangst een schriftelijk antwoord.
Het gemeenteraadslid kan in zijn schrijven expliciet verzoeken om de vraag als punt aan de agenda van de gemeenteraad toe te voegen. In dat geval wordt ze mondeling behandeld ter zitting, op voorwaarde dat de vraag ingediend is uiterlijk twee dagen voor de gemeenteraadszitting.
Een gemeenteraadslid kan voor de start van de zitting verzoeken om een ingediende vraag toch als extra agendapunt toe te voegen. Dit kan indien het niet mogelijk was om de vraag binnen de hierboven vermelde termijn in te dienen en de behandeling ervan niet tot de volgende gemeenteraad kan uitgesteld worden. Deze agendering volgt dan de procedure zoals voorzien in artikel 15 §2.

Feiten, context en argumentatie

De organisatie van de federale en regionale verkiezingen in overeenstemming met de huidige provinciale kieskringen (Kieswetboek, 12/4/1894 : Art. 87) is in overtreding met de grondwettelijke beginselen van de volksvertegenwoordiging. Ik citeer hierbij de volgende teksten :

Grondwet :
Art. 33 : Alle machten gaan uit van de Natie.
Art. 42 : De leden van beide Kamers vertegenwoordigen de Natie en niet enkel degenen die hen hebben verkozen.
Art. 61: De leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers worden rechtstreeks gekozen door de burgers die volle achttien jaar oud zijn en die niet verkeren in een der gevallen van uitsluiting bij de wet bepaald.

Hieruit vloeit voort dat de bevolking (de “Natie”), als geheel, haar vertegenwoordiging moet kunnen kiezen, volgens één enkele kieskring, federaal of regionaal naargelang het machtsniveau.
De burgemeester heeft o.a. als opdracht om de grondwet te doen respecteren (Decreet Lokaal Bestuur, Artikel 63), zelfs als er tegenstrijdige wetten bestaan, vanwege de hiërarchie der normen.
Een aantal jaar geleden hebben een aantal gemeenten van Vlaams Brabant beslist om de verkiezingen niet te organiseren, wegens niet conform met de wet, toen was het omdat de kieskring BHV niet gesplitst was.

Zou het niet aangewezen zijn om dezelfde houding aan te nemen om druk uit te oefenen op de toezichthoudende macht van de gemeente?
Vindt u het geen democratische verdienste dat alle Tervurenaars voor alle kandidaten van het land of van het gewest zouden kunnen stemmen?
Wat is het standpunt van het college hieromtrent :

- Ten gronde, over de voordelen voor de Tervurenaars van één enkele kieskring, federaal en regionaal?         
- Meer specifiek, over het middel om de verkiezingen niet te organiseren zolang de kieskringen niet worden hervormd?
- Of ziet het college een ander drukmiddel ?

De vraag en het antwoord zijn integraal opgenomen in de audio-opname die op de webstek van de gemeente gepubliceerd wordt, zoals voorzien bij artikel 33 §2 van het huishoudelijk reglement.